Historisch
John Logie Baird
Telechrome
John Logie Baird lag aan de basis van de mechanische televisie met nipkovschijf, maar heeft ook onderzoek gedaan naar kleurentelevisie. Het probleem was toen een beeldbuis te vinden die kleuren kon weergeven.
-

-

In Europa (en voornamelijk in Groot Brittanië) is Johm Logie Baird de promotor van de kleurentelevisie. In de jaren 1920 demonstreerde hij reeds een mechanisch systeem met Nipkovschijf en gekleurde stroken, maar iedereen wist toen al dat men naar een zuiver electronisch systeem zou moeten overgaan. De resolutie van televisietoestellen met Nipkovschijf was veel te beperkt.

Men ontwikkelt de kathodestraalbuis gebaseerd op de oscilloscoopbuis, maar met de mogelijkheid om de spot in intensiteit te moduleren. Kleur is niet mogelijk, want die wordt bepaald door de samenstelling van de fosforlaag. Om kleur te kunnen weergeven met een kathodestraalbuis, moet de "groene" fosfor enkel bereikt worden door de electronenstroom afkomstig van het groene kanon, en zo verder.

Het eerste systeem was zeer vernuftigd (telechrome) en gebruikte een buis met twee electronenkanonnen die een dubbele doorzichtige fosforplaat bereikte. Iedere kant had een fosforlaag die ofwel orange-rood ofwel groen-blauw oplichtte. Dit was voldoende voor de meeste studiotoepassingen, maar gele en groene tinten konden niet weergegeven worden.

Op het beeld rechts zie je John Logie Baird met de telechrome met twee kleuren, de enige beeldbuis die effektief ontwikkeld werd. De tweede afbeelding is een foto van zo'n scherm in werking, een bewijs dat kleur toen al mogelijk was.

John Baird was zich ervan bewust dat het beeld niet perfect was, en heeft het systeem gepromoot voor reliëftelevisie (3D), te bekijken met ene gekleurd brilletje. De trend kwam even opnieuw naar voren in de jaren 1970 (bepaalde televisietijdschriften gaven gekleurde brilletjes), maar de trend is snel afgevoerd na enkele uitzendingen.

John Baird heeft ook gewerkt met beeldbuizen waarbij de bovenkant en de onderkant twee verschillende beelden produceerde. Het beeld werd dan door gekleurde filters gestuurd en op het scherm geprojecteerd.

Het systeem met twee beelden werd uitgebreid naar een systeem met drie kleuren. Maar de beeldbuizen waren toen enorm groot en het zichtbaar beeld was te klein. Om een rechthoekig beeld te geven op een schuin geplaatst scherm moest de afbuiging trapeziumvormig zijn, wat het systeem nog veel complexer maakte. De kleurenconvergentie was zeer moeilijk te realiseren en verliep constant. Charles Willard Geer heeft een systeem in de Verenigde Staten ontwikkeld, maar het kwam nooit tot een serieproductie.

Rechts twee versies van de telechrome met drie kleuren, geen enkele versie werd effektief gebruikt in testen. In die tijd waren er geen televisieuitzendingen meer ten gevolge van de oorlog en na de oorlog dacht men niet aan televiseuitzendingen. Men moest eerst het land opnieuw opbouwen.

Het waren de beginjaren van de televisie (die toen enkel monochroom was) en er werden experimenten gedaan in verschillende landen. Men hield geen rekening met een eventuele compatibiliteit met zwart-wit televisietoestellen want er waren nauwelijks televisies. Maar toen de kleurentelevisie later effektief gelanceerd werd, werden enkel compatibele systemen in overweging genomen, want de meeste gezinnen hadden toen al een (zwart-wit) televisie.

In de Verenigde Staten heeft men experimenten uitgevoerd met televisies met drie beeldbuizen (Triniscope), maar de toestellen waren te lomp en het kijkhoek was te beperkt. De beeldkwaliteit was nochtans zeer goed en vaak vergeleken met een Kodachrome dia. Men is snel tot de conclusie gekomen dat een dergelijk systeem economisch niet haalbaar zou zijn.

In die tijd had men nog geen fosforsamenstelling gevonden die rode tinten kon weergeven. Voor de rode kleur gebruikte men een beeldbuis met een witte fosfor en men plaatste een rode filter voor het scherm. Later, als men kathodestraalbuizen met drie kanonnen en een schaduwmasker zal gebruiken, had men lange tijd problemen om de rode tinten accuraat weer te geven. Om toch voldoende heldere rode tinten te hebben gebruikte men een fosforsamenstelling die een orangeachtig beeld gaf.

De Chromatron gebruikte één electronencanon en geen schaduwmasker, maar een dubbele rooster die enkele centimeter voor het scherm geplaatst was. Door de spanning op de roosters te wijzigen kon men de electronenstraal afbuigen zodat ze de juiste fosfor (rood of blauw) bereikte. Als ergeen spanningsverschil op de roosters was, dan bereikte de straal de groene fosfors. Dit systeem werd ontwikkeld en toestellen werden verkocht, maar bleek nog minder betrouwbaar dan het schaduwmasker systeem (dat al niet echt betrouwbaar was). Sony heeft de chromatron gebruikt in zijn eerste kleurentv's, maar stapte snel op een eigen systeem, de Trinitron.

Een systeem dat beperkt ingezet werd is het kleursekwentieel systeem van CBS dat gedeeltelijk mechanisch was. Men is echter snel overgegaan op de kleurenbeeldbuis met schaduwmasker van RCA. Zelfs Philips, die toen ook aan het experimenteren was met kleurentelevisie heeft dergelijke beeldbuizen gebruikt. Het schaduwmasker slorpte 2/3 van de electronen op en het beeld was daardoor zeer somber, maar het was het enige systeem dat mogelijk was.

John Baird is in 1946 gestorven en heeft geen uitzendingen in kleur meegemaakt.

Publicités - Reklame

-