
Een steampunk telefoon die verschillende oude apparaten combineert: een oude film fototoestel, een toetsenbord van een oude schrijfmachine, drukknoppen om emojis op te roepen en een zakhorloge. Hier heeft de telenaar duidelijk niet de bedoeling om de toekomst te voorspellen...
|
---|
De klassieke telefoonlijn bestaat al meer dan honderd jaar. De eerste lijnen bestonden effektief uit één enkele draad, met retour via de aarde. Dit systeem werd vervangen door een dubbele draad (die later getorsadeerd werd) om de verstaanbaarheid te verbeteren, maar de enkele draad bleef in gebruikt voor telegrafie.
Rechts het symbool van de RTT, de regie van telefonie en telegrafie. In Nederland hebben ze de PTT: putje graven, tentje bouwen, tukkie doen (in het vlaams: putje graven, tentje zetten, tukje doen)
Voor de komst van de koolmicrofoon gebruikte men een watermicrofoon: een naald raakte het wateroppervlakte. Als er in een trechter gesproken werd, dan bewoog de naald op en neer, waardoor de weerstand van de microfoon varieerde volgens het geluid. Om de geleidbaarheid te verbeteren was er wat zout of zuur aan het water toegevoegd. Dit systeem dat weinig praktisch was werd enkel gebruikt bij testen.
De koolmicrofoon is een microfoon die een relatief sterk signaal kan leveren, de microfoon gedraagt zich als een variabele weerstand. De microfoon bestaan uit koolpartikels die min of meer samengedrukt worden door de geluidsgolven. Daardoor varieert zijn weerstand, en dus ook de stroom door de leiding. Soms moest de koolmicrofoon weer geactiveerd worden door hem tegen een harde oppervlakte te slaan om de koolpartikels weer los te maken.
Een voorspelling hoe de moderne telefoon er uit zou zien. Behalve het vreemde voertuig en de kleren slaat de tekenaar de bal niet mis, dacht ik?
- De klassieke telefoon
- We beginnen natuurlijk met de telefoon, eerst met kiesschijf, dan met druktoetsen. We leggen in het kort uit de basis van de telefonie: gelijkspanning op de lijn om te detecteren of ene toestel in gebruik is of niet, wisselspanning om het toestel te doen rinkelen, antilokaalschakeling.
- De lijnversterker
- We hebben lijnversterkers nodig als het telefoongesprek over een lange afstand vervoerd moet worden. De lijnversterkers moeten het signaal in beide richtingen kunnen versterken zonder dat de lijn gaat rondzingen, waardoor er speciale schakelingen nodig zijn (deze zijn overigens vergelijkbaar met de antilokaalschakeling van de huistelefoon).
- De multiplexschakeling
- Het is niet economisch een telefoonlijn te gebruiken als zo'n lijn eigenlijk een voldoende bandbreedte heeft om meerdere gesprekken te voeren. Door verschillende signalen te multiplexen kan men een telefoonlijn gebruiken om meer dan 10 simultane gesprekken te voeren.
- De modem
- Maar de telefoon kan ook gebruikt worden om data door te sturen. De data kan echter niet zomaar op de lijn gezet worden (zelfs als men de datasnelheid zou beperken), de telefoonlijn is gemaakt om gesprekken te voeren en heeft een bandbreedte van 300 tot 3000Hz. De scherpe overgangen van de data en de gelijkspanning kunnen niet zomaar overgebracht worden op de lijn.
- Toepassingen
- Met de modem kan je de wereld verkennen. Eerst via BBSsen of bulletin board systems, daarna werd dit systeem gestandardiseerd door fidonet. Fidonet had het voordeel dat de verbinding automatisch tot stand kwam en de gegevens automatisch gecomprimeerd en verzonden werden, zodat je minder lang online moest zijn. En dan hebben we de komst van het internet.
- Minitel
- Een van de meest opmerkelijke toepassingen van de modem is wel de Minitel, die totaal geen succes kende buiten Frankrijk. De toestellen werde gratis aangeboden aan alle abonnees, en dit verklaart waarschijnlijk het succes van het systeem. Met zo'n grote groep gebruikers is het ook interessant om als bedrijf een eigen presence te hebben op de minitel, zoals men later ook een website zal hebben en een facebook pagina.
- Telegrafie I Telegrafie II
- Maar samen met de telefonie is een andere dienst ook tot stand gekomen: de telegrafie. Want eigenlijk is de telefoon niet zo handig: twee mensen moeten met elkaar communiceren terwijl ze misschien andere dingen te doen hebben.
Berichten uitwisselen gebeurde eerst via de morse kode, maar die kon moeilijk geautomatiseerd worden. Men moest een systeem vinden die door machines verwerkt kan worden zodat de menselijke tussenkomst beperkt is. Zo is de teletype ontstaan, een automatische schrijfmachine.
De mechanische teletype beperkte het aantal tekens per woord tot 5 (de seriële kode moest mechanisch gekodeerd en gedecodeerd worden). Dit beperkte het aantal bechikbare tekens maar werd toen niet als een bezwaar gezien. Met de komst van de electronica (buizen en transistoren) kon de verwerking efficiënter gebruiken en schakelde men over op meer bits.
Terwijl men de telex gebruikte voor het printen van teksten op afstand, gebruikte men de linotype voor het zetten van teksten in de drukkerij. Door de compexe funkties die de letterzetter moest kunnen uitvoeren, was de oude baudot kode niet meer geschikt.
Maar ondertussen is de klassieke telefoon, de "POTS" (plain old telephone set) aangesloten op een PSTN (public switched telephone network) bijna volledig verdwenen, de huidige toestellen werken allemaal via mobiel internet en combineren verschillende applikaties. De opeenvolgende generaties mobiele netwerken komen hier aan bod.
|