Historisch
Telefonie
Minitel
Op een vorige pagina hadden we het over de toepassingen van de modem. Een van de meest gebruikte toepassingen (in Frankrijk althans) was de minitel.
-

-

X.25

Het onderliggend protocol is X.25 dat in Frankrijk aangeboden wordt door de firma Transpac. X.25 is een internationaal protocol voor gegevensuitwisseling. Het werkt met een VC of virtual circuit die aangelegd wordt tussen twee gebruikers, maar de gegevensoverdracht zelf gebeurt met pakketten (zoals later ook het internet).

Eenmaal de verbinding aangelegd met de toegangspoort (via een inbelmodem), maakt men een verbinding met een server via zijn "digitaal telefoonnummer" bestaande uit een landkode, een netwerknummer en een servernummer. Er wordt dan een virtuele verbinding aangelegd tussen de client en de server. Het netwerk wordt verdeeld over een groot aantal gebruikers, maar dit vormt meestal geen probleem omdat de gebruikers meestal enkel tekst-informatie uitsturen.

Het minitel systeem gebruikt het X.25 protocol, maar voegt er een eigen interface toe: men kan de gewenste server bereiken door een naam in te geven. Internationale servers zijn niet bereikbaar (om de kosten te drukken).

Als we één toepassing van de telefonie zouden moeten vermelden, dan is het wel de minitel, die een absoluut succesverhaal is geweest in Frankrijk (een andere toepassing is de fax). Het enig systeem dat een gelijkaardig succes kende was CompuServe in Amerika, maar dit kwam door het groot aantal inwoners (potentiele klanten), eerder dan door de marktpenetratie. Pogingen in andere landen hadden weinig succes.

De minitel is ontstaan begin van de jaren 1980 in Frankrijk. Wat hadden we toen? De eerste personal computers, maar zonder netwerkmogelijkheden. De telefonie was in opmars, met jaarlijks miljoenen nieuwe gebruikers. De telefoongids was nog maar pas uitgegeven of die was al verouderd.

Om die rompslomp met de witte telefoongids te vermijden werd besloten over te gaan op een online telefoongids (enkel de gele gids zou blijven bestaan, omdat die toch betaald werd door de advertenties). Het succes van de minitel in Frankrijk is te verklaren door de terminals die gratis aangeboden werden. Je kon kiezen voor de normale witte gids op papier of een minitel. Natuurlijk koos bijna iedereen voor een minitel. De eerste drie minuten connectie waren gratis, dan moest je betalen (later, éénmaal het systeem gelanceerd, zal je moeten betalen vanaf de eerste minuut).

De minitel bestond uit een klein schermpje dat 25 lijnen met 40 karakters kon weergeven (later uitgebreid tot 80 karakters) en een klein toetsenbord. De centrale eenheid bevatte alle nodige componenten, de schakelingen om de beeldbuis aan te sturen, een modem, een klein werkgeheugen van 2k, juist genoeg om de inhoud van één pagina te bewaren. Het apparaat was zo goedkoop gemaakt om gratis verdeeld te kunnen worden. De server kon de minitel ondervragen om zijn karacteristieken te bepalen: aantal kolonnen, mogelijkheid om in kleur te werken, extra geheugen,...

De weergave was enkel tekst (met eenvoudige grafische elementen gemaakt met asciikodes die niet gebruikt werden voor letters), de upload was 75 b/s (voldoende omdat de mensen permanent online moesten zijn), de download 1200 b/s (een pagina kon in één seconde overgebracht worden).

Er waren verschillende diensten, bepaald door het nummer naartoe men belde: 3613: gratis verbinding (weinig gebruikt), 3614: verbinding betaald door de gebruiker, ongeveer 3€ per uur, 3615: verbinding betaald door de gebruiker en extra vergoeding betaald aan de provider (dit waren de bekende kiosk-diensten). De vergoeding die aan de provider betaald werd was verschillend van dienst tot dienst.

De minitel was zodanig ingeburgerd dat een reklamepaneel kon zich beperken tot de naam van het bedrijf, een logo of een foto en de vermelding 3615 ZIPP: de gebruiker wist ogenblikkelijk dat hij de minitel moest inschakelen, de kiosk opbellen (3615) en een verbinding maken met de server ZIPP (dit was een seksgeorienteerde server, maar veel naakte poesjes moest je niet verwachten op een tekstgeorienteerde verbinding).

Alle grote bedrijven werkten met de minitel: de online winkels (3 suisses, de voorloper van bol.com), de SNCF (treinen) waar je toen al online een biljet kon bestellen, de universiteiten, waar je het programma kon raadplegen en je inschrijven, enz. Er waren ook chatdiensten, maar vooral de roze pagina's. Veel ondernemers hebben hiermee een fortuin verdiend, terwijl de interface tekstgeorienteerd was.

Het systeem verdween in 2012, niet omdat de minitel niet meer gebruikt werd (er waren nog een miljoen gebruikers), maar ondat het onderliggende protocol stopgezet werd.

In andere landen is een dergelijk systeem nooit doorgebroken omdat de terminals veel te duur verkocht werden. Daardoor waren er ook geen service-aanbieders en er ontstond nooit een voldoende massa om het systeem interessant te maken voor de gebruiker en de ondernemer. Enkele bedrijven (b2b) hadden wel een X.25 verbinding voor bestellingen en dergelijke, maar de verbinding kon even goed tot stand gebracht worden door een computer met modem. Men belde een speciaal nummer dat de interface vormde tussen het telefoonnetwerk en het X.25 netwerk.

Men heeft gesteld dat de minitel de penetratie van het internet heeft tegengehouden, dit is slechts gedeeltelijk waar. Eenmaal dat de gebruikers de voordelen van het internet zagen, zijn ze massaal overgestapt, maar er bleven altijd een aantal gebruikers tot op het einde.

Publicités - Reklame

-