Een ingreep die door de "anciens" goed gekend is om een versterker meer stabiel te maken. |
-
Bij een versterker die de neiging heeft om te gaan oscilleren zal je meestal gaan denken aan de tegenkoppeling. Een tegenkoppeling kan een probleem verergeren, en hier was het ook het geval. Ik heb verschillende ingrepen toegepast om de versterker meer stabiel te maken maar het leek niet te helpen. Het was ook een asymmetrische fout, in die zin dat de fout enkel op de positieve fase optrad. In dit geval kan je bijna zeker zijn dat de fout niet door de tegenkoppeling veroorzaakt wordt. Wijzigingen aanbrengen aan de tegenkoppeling aanbrengen zal het probleem niet fundamenteel oplossen. De frekwentie van de blokgolf is 125Hz, de RMS spanning bedraagt 9.9V, wat overeenkomt met een vermogen van 16.3W, ongeveer een derde van het maximaal vermogen van de versterker. De spikes zijn gedempte oscillaties met een frekwentie van ongeveer 22kHz. Blokgolven komen niet voor in de muziek, en de bedoeling van een versterker is niet om mooie blokgolven weer te geven. Maar met blokgolven kan je heel snel problemen opsporen, in dit geval een asymmetrische oscilleerneiging. Het was een versterker met een paar EL508 per kanaal die een vermogen van 40W kon halen met een een voeding van 360V (piekstroom per anode: 154mA). De versterker klonk heel normaal, maar met een heel lichte zindering in de hoge tonen. Ik heb eerst de oscillatie proberen te onderdrukken door kleine condensatoren te plaatsen in de voortrap en in de tegenkoppeling, maar het bleek al snel dat de fout in de eindtrappen zelf te zoeken was. Door met een niet-verbonden probe op de stuurrooster van de eindtrappen te tikken kon de fout sterker of zwakker maken. Op het ene rooster werd de fout sterker, op het andere rooster werd de fout zwakker.
Een andere mogelijkheid is een stopweerstand op te nemen in de schermroosterleiding. Ik neem standaard een weerstand van 100Ω op in de schermroosterleiding, maar dat is meer een maatregel om de eindbuis te beschermen als de anodespanning zou wegvallen (om de hoge stroom door het schermrooster te beperken). De weerstand verhogen naar 1kΩ had weinig effekt op de oscillaties, maar verminderde wel het beschikbaar vermogen (de tetrode gaat meer als triode werken door de lokale feedback). De oplossing bleek een gekende truc te zijn: de anodeleiding en de roosterleiding over enkele centimeters te twisten. Daardoor wordt er een kleine condensator gevormd, die de versterking voor de hoogste frekwenties verminderde. Het effekt was pas aanwezig bij frekwenties ver boven de 20kHz, en toch was dit voldoende om de neiging tot oscillaties zodanig te beperken dat het niet meer zichtbaar was op de skoop. Je kan ook een kleine condensator (<10pF/1000V) gebruiken. De condensator werd enkel opgenomen aan de buis die de oscillatie veroorzaakte. Het was niet eigen aan de buis (de lampen werden omgewisseld met lampen van een ander fabrikant), eerder aan de fysische constructie van de versterker, en misschien ook aan het feit dat de versterker op een hogere spanning dan normaal werkte. Met een variac zodat de hoogspanning beperkt werd tot 300V was de oscilleerneiging ook verdwenen, maar ik kon de voedingstransfo niet meer vervangen. Met deze ingreep verdween de oscilleerneiging, en dus ook de lichte zindering in de hoge tonen. Het was niet perfect, maar toch heel goed voor een relatief zware versterker van 40W (normaal wordt die maar gebruikt tot een vermogen van 20W en is het geluid zeer goed). Het vermogen van 40W is het maximum dat een paar EL508 aankan. |
Publicités - Reklame