Met een signal tracer kan je het audiosignaal volgen in een versterker. Het is een goedkopere en gemakkelijkere oplossing dan een oscilloscoop gebruiken. |
-
Vaak zat er in de probe een diode zodat ook radio's en televisies getest konden worden: audioversterkers waren eenvoudig te testen, maar het was moeilijker om ontvangers te testen. Met de ingeschakelde diode was het mogelijk om AM radiosignalen te detecteren. Als je nog een oude oscilloscoop probe hebt kan je die gebruiken voor je signal tracer. Sommige probes hebben een ingebouwde verzwakker en dat is natuurlijk graag meegenomen om het signaal te meten aan de drivertrap of de eindtrap. Een signal tracer moet een beperkte bandbreedte hebben, het is zeker niet nodig subsonische frekwenties te versterken. Een bandbreedte van 200 tot 6000Hz is normaal voldoende. Je kan natuurlijk een oude computerspeaker (actieve speaker) gebruiken als signal tracer (een mono-uitvoering is voldoende) of iets bouwen met een LM386, maar dat hoort hier natuurlijk niet. Dus: een kleine lampenversterker! De schakeling rechts toont een single ended versterker met een 6GV8 het amerikaans equivalent van de ECL805. De schakeling was voorzien als output trap in een kleine rechtuitontvanger. Deze buis is goed geschikt om te werken met een lagere voedingspanning. De cathodeweerstand is niet ontkoppeld en het vermogen bedraagt daardoor 1.4W. Wordt de weerstand ontkoppeld (50µF is voldoende) dan haalt men 2.2W (d = 11%). De gevoeligheid is lager dan bijvoorbeeld een schakeling met een ECL86 (een buis die specifiek voorzien is voor audiotoepassingen), maar het stoort niet omdat er hier geen tegenkoppeling gebruikt wordt (en de signalen die gemeten worden reeds een voldoende amplitude hebben). Is een tegenkoppeling nodig, dan kan er een weerstand van 470kΩ geplaatst worden tussen de anode van de triode en die van de tetrode. Deze tegenkoppeling passeert niet via de transfo (geen faseverschuivingen) en veroorzaakt dus geen onstabiliteit. De schakeling kan gebouwd worden zonder veranderingen, maar je gebruikt beter een bruggelijkrichter in plaats van de OA210. De waarde van de elko's kan je opvoeren tot 100 + 100µF. De transfo moet 110V wisselspanning leveren en je hebt 150V gelijkspanning. De moderne bruggelijkrichters hebben een lagere spanningsval en een dubbele gelijkrichter heeft een hoger rendement omdat de transfo voor de volledige periode gebruikt wordt. Als versterkerlamp is de keuze enorm groot en je gebruikt best wat je in stock hebt, maar de aansluitingen zijn niet compatibel:
![]() De laatste schakeling is een signal tracer die ik lang geleden gebouwd heb. Er is een tegenkoppeling, namelijk de kleine condensator van 47pF om de bandbreedte te begrenzen en een weerstand van 470kΩ om de versterking te beperken. Ook de schermroosterweerstand van 1.8kΩ beperkt de versterking van de tetrode. Rechts een signal tracer van Heatkit. Ik heb jaren eenzelfde tracer gebruikt. Het magisch oog werkte al niet meer na een paar jaren, maar het toestel bleef goed werken. De gebruikte buis was een ECL82. Er zat een uitschakelbare diode in de probe om metingen aan ontvangers te kunnen doen. |
Publicités - Reklame