Het betreft hier nieuw zelfgebouwde versterkers of versterkers uit China. De schakeling is gebaseerd op een goed ontwerp, en toch is de versterker instabiel. De fout kan in de layout liggen. |
-
Een buizenversterker is een speciale schakeling, waarbij kleine fouten in de praktische montage (layout van de componenten en voedingsdraden) snel heel grote gevolgen kunnen hebben. We bekijken eerst de gloeispanning.
GloeispanningDe eerste schakeling is de juiste, met een dubbele voedingskabel die gloeistroom aan alle buizen levert. Hoe de kabels lopen (topologie) speelt geen grote rol: je kan de kabels allemaal laten vertrekken van de voedingstransfo en individueel naar alle buizen laten lopen (topologie in stervorm), of je kan de buizen na elkaar voeden (topologie in lijn). In het laatste geval zorg er voor dat de kabels voldoende dik zijn, want outputbuizen kunnen 2A trekken. Persoonlijk geef ik er de voorkeur aan de buizen na elkaar te voeden omdat dit het aantal kabels vermindert. Deze kabels moeten eerst gelegd worden.Soms heeft de transfowikkeling voor gloeistroom een middenaftakking die dan aan de massa (chassis) gelegd wordt, maar noodzakelijk is dit niet. Als je een purist bent, dan kan je ook een kleine trimmer gebruiken om het punt te vinden waar je het minste brom hebt. Het leggen van de gloeidraden aan de massa (0V) heeft als doel ervoor te zorgen dat de gloeidraadlijnen niet zwevend zijn (de spanning kan stijgen ten opzichte van de massa, en dan is er plots een kleine overslag, te horen aan een plotse knal of gekraak). De gloeidraadlijnen hoeven niet "hard" aan de massa te liggen, het kan ook via een weerstand van bijvoorbeeld 10kΩ. Een gloeidraad wordt op één plaats aan de massa gelegd (via een weerstand of niet), doorgaans is dat in de buurt van de eerste voorversterkerbuis. Het is belangrijk dat de gloeidraadleidingen maar op één plaats geaard worden. De tweede schakeling kan je in bepaalde versterkers "made in china" terugvinden. Deze manier van doen werd ook toegepast in oude radio's (maar vanwege de slechte dynamiek had dit weinig praktische bezwaren). Het probleem van deze schakeling is dat er een stroom door het chassis gaat lopen. Bij een versterker met 4 vermogensbuizen kan de stroom oplopen tot 10A. Er ontstaat dus een potentiaalverschil op verschillende delen van het chassis. Maar het audiogedeelte gebruikt ook het chassis als massapunt. Er is dus een spanningsverschil op het chassis aan de cinch-ingang van de versterker en de voorversterkerbuis, tussen de eerste en de tweede buis, enz. Deze kleine spanning wordt op het audiosignaal gesuperponeert en resulteert in een 50Hz brom die permanent aanwezig is.
HoogspanningRechts heb je een zeer schematische bouwtekening. Iedere trap heeft zijn eigen componenten: de radiobuis, de weerstanden, de koppel en ontkoppelcondensatoren, enz. Iedere trap vormt een geheel, met een eigen massapunt.De verschillende massapunten worden doorverbonden met dikke kabel in de vorm van een lijnstructuur, gaande van de voeding, over de eindtrap, de stuurtrap en de voorversterker. De negatieve voedingslijn is de referentie van de verschillende trappen. Het chassis van de versterker wordt hier ook aan de negatieve pool gelegd, doorgaans in de buurt van de gevoelige ingangstrap. Het verbinden van de negatieve voedingslijn met de massa is belangrijker voor de voedingsspanning dan voor de gloeispanning en er mag geen weerstand tussen geplaatst worden.
We kijken nu naar een schakeling die gebouwd is volgens het schema, maar waar er toch fouten zijn:
Men merkt dus dat een perfecte schakeling volledig verwoest kan worden door een verkeerde praktische realisatie. En toch is er electrisch niets aan te merken aan de schakeling! De fouten die hier gemaakt worden kunnen moeilijk opgemerkt worden door iemand die niet veel ervaring heeft, waardoor ik deze bouwwijze (met het chassis als algemene referentie) niet kan aanraden. In dit voorbeeld heeft de ingangstriode drie referentiepunten:
|
Publicités - Reklame