Buizenversterkers
Welke versterkers heb ik zelf gebouwd?
 

Deze deel van de website bevat heelwat deelschakelingen en volledige schakelingen. Maar welke versterkers heb ik zelf gebouwd?
-

-

Ik heb verschillende buizenversterkers gebopuwd en geen enkele transistorversterker. Toch is een transistorversterker eenvoudiger, minder gevaarlijk en goedkoper. Maar al mijn buizenversterkers konken aangenaam, met een ruime en goed gedefinieerde klankbeeld. Het betreft zowel single ended versterkers als push pull versterkers (er zit zelfs een circlotron in de lijst). In de meeste gevallen was zelfs een frekwentiecompensatie niet nodig (de bekende kleine condensator tussen massa en de anode van de voorversterker triode). Ik heb een buizenversterker in de living, één voor de computer, één in de keuken en één in de slaapkamer.

Ik heb verschillende transistorversterkers geprobeerd, maar geen enkele gaf een aangename klank dat ik hem bleef gebruiken. Geen enkele transistorversterker geeft een aanvaardbare klank zonder tegenkoppeling. Alle versterkers hebben een frekwentiecompensatie nodig, en zelfs met die schakeling gaat de versterker soms oscilleren bij sterk signaal of als de voedingsspanning zakt. Uiteindelijk moet ik compensatiefilters op verschillende plaatsen gebruiken.

Tot mijn verhuis had in een generator/signal tracer van Neutrik, de Audio Analyser Audiograph 3300 waarmee ik de bandbreedte en de vervorming van een versterker kon meten. De bandbreedte werd dan op papier geplot. Dit was in die tijd een duur apparaat en de analyser kon nog veel meer, maar zonder handleiding heb ik mij beperkt tot de basismetingen. Dit is één van de toestellen die bij mijn verhuis in september 2000 verloren is gegaan.

Klik iedere keer op de afbeelding om naar de betreffende pagina te gaan


1a
Ik heb mijn eerste buizenversterker gebouwd toen mijn ouders een volledig getransistoriseerde televise gekregen hadden. Tot nu toe was de ouderlijke televisie uitgerust met talrijke buizen en de audio trap was een SRPP (Series rgulated push pull). Bij de overgang van een stevige houten kast en buizen naar een plastiken kast en transistoren is mij iets opgevallen: het geluid ging fors achteruit. Ik meen dat de teloorgang van de westerse beschaving begonnen is met de vervanging van buizenversterkers door transistorversterkers.

Het signaal van de versterker werd naar een tweewegs luidspreker onder de televisie gevoerd. het vermogen was ongeveer 4W, maar het was kwaliteit. Het was belangrijk de bandbreedte van de versterker te beperken tot 15kHz om de fluittoon van de lijneindtrap te blokkeren.


1
Ik heb de schakeling verder aangepast (ik heb de versterker ongeveer 20 jaar gebruikt), nadien ben ik overgestapt op de originele versie van de schakeling (de MBLE versie) met een extra triode als omkeertrap.

De ultimate versie gebruikt EL504 buizen (geen combibuizen met extra triode) en heeft dus transistoren in de voortrap en drivertrap. De negatieve roosterspanning wordt bekomen door een extra negatieve voeding zodat de cathodeweerstanden kunnen vervallen.

2
Ongeveer tezelfdertijd werd mij gevraagd een kleine versterker te voorzien van een microfooningang, de versterker moest het signaal van een microfoon in een vergaderzaal doorsturen naar een andere zaal waar de gesprekken in steno opgenomen werden.

Er werd hier voor een buizenversterker gekozen omdat er al een (kleine) versterker beschikbaar was. Vermogen 2 watt, maar dit bleek ruim voldoende te zijn voor spraaktoepassingen.

3
Mijn eerste deftige versterker was er één met een paar PCL805/PCL86. De PCL86 is kwa vermogen bijna vergelijkbaar met de EL84 (maar met een extra triode). De PCL805 die als rastereindtrap gebruikt werd kon ook heel goed als audioversterker gebruikt worden.

De versterker werkte heel goed en haalde een vermogen van 10 à 12W. Maar... Ik had maar één balanstransformator. Ik werkte toen in het zwart en onderdelen kopen was eigenlijk uit den boze, ik moest mij tevreden stellen met wat ik kon recupereren bij een ijzerhoer. En die vroeg mij dan nog twintig frank per apparaat dat ik meenam.

De oplossing als je maar één balanseindtrap hebt? Een Simplex of Stereoplex schakeling. De schakeling werd gebouwd met mijn enige balanstransfo en een single ended transfo uit een oude lampenradio. Het vermogen viel terug van 12W mono naar tweemaal 2W. Het lager vermogen is te verklaren omdat de buizen verplicht in classe-A moeten werken en ook omdat de werkpunt van de buizen noodgedwongen suboptimaal ingesteld moest worden. Met mijn pogingen om zoveel mogelijk uit de versterker te halen heb ik heelwat geleerd, maar helaas bleef het maximaal vermogen steken op 2 × 2W bij stereo weergave.

4
En dan is de tijd gekomen van mijn wilde haren. Mijn eerste (of tweede of derde, ik weet het niet meer) job. Mijn versterker moest 100W halen en dat deed die ook, maar ik weet niet met hoeveel vervorming. Hier ook werd volop met recup onderdelen gewerkt: de voedingstransfo was een scheidingstransfo 230-230V (goed voor een hoogspanning van 300V) en de gloeispanning werd verkregen door een dikke niet-gepolariseerde condensator (waarmee men asynchrone motoren op een monofasige spanning laat werken). De gloeispanning was een serieketen en de buizen waren allemaal van de 300mA-reeks. Met de eindtrappen in klasse-B haalde ik 100W per kanaal en de luidsprekers waren goedkope JB Systems brol. Regelmatig mocht ik eens een paar tweeters vervangen omdat de versterker wild hoogfrekwent begon te oscilleren. De anodes van de PL504 werden roodgloeiend en de voedingstransfo begon te stinken als de versterker op vol vermogen ging werken. Ik denk dat die JB Systems luidsprekers beter gediend waren door een goedkope transistorversterker...

Ik weet nog dat ik toen over echte ultralineair transfo's beschikte, maar ik wou de versterker zo niet gebruiken want dan haalde ik bijna geen vermogen uit de buizen (de PL504/PL509 zijn echt niet geschikt voor ultra lineair).

5a
Dan ben ik verhuisd en heb veel van mijn (wat ik toen zo noemde) rommel achtergelaten. Tijdens en na de verhuis was ik bezig met de bouw van een laatste buizenversterker, nu een versterker die zo'n 30W zou moeten leveren. Ik had toen geen werkende PL504 meer en heb 4 EL509 gekocht, die electronisch ongeveer dezelfde parameters hadden als de vertrouwde PL504.

Deze schakeling is een volledig eigen ontwerp, gebaseerd op een versterker die ik eens mocht gebruiken (lees: op punt stellen), dat is de 6e schakeling.

De versterker is door verschillende fasen en onderbrekingen gegaan, ik was toen ook mijn computergestuurde verwarming aan het bouwen en tijdens de wintermaanden had de verwarming natuurlijk voorrang.

De voorversterker moest een dubbele mullardschakeling worden, symmetrisch van begin tot einde. Per kanaal had ik nodig: 2×EF86, 2×ECC81 en 2×EL509. Ik had toen ook een aluminium frame die geschikt was voor die configuratie. Gaatje laten boren door een plaatslager, het zag er professioneel uit.

Maar de EF's bleken niet te voldoen, teveel ruis en niet goed te krijgen. Wat ik ook deed, die ruis bleef aanwezig en de voortrap was asymmetrisch (dit heb ik kunnen opvangen door individuele cathodeweerstanden te gebruiken). Misschien waren de EF86 versleten? Die buizen waren toen moeilijk te krijgen.

Ik heb dan de volledige voortrap gewijzigd naar een cascodeschakeling (met een enkele triode had ik te weinig verterking). Het idee van de aparte cathodeweerstanden heb ik echter overgenomen. Dit is mijn beste versterker geweest: door de volledig symmetrische opbouw van begin tot einde waren er nauwelijks vervormingen. Het vermogen werd bewust beperkt tot 30W per kanaal, ik wilde geen ruzie met de buren (die is er later wel gekomen met een oude dame, die mijn opeenvolging van Joe Satriani en Johann Sebastian Bach niet kon smaken).

Maar ik had één probleem: de onderste buis van de cascode had geen plaats meer op de frame en hing gewoon onderaan de versterker te bengelen.

5b
Ik heb dan het project afgewerkt volgens de laatste schakeling, dus een voortrap, een cathodyne fasedraaier (ECC83), een balans stuurtrap (ECC81 of ECC82 ik weet het niet meer) en een push pull eindtrap met EL509. De versterker klonk goed, maar ik denk echt dat het vorige ontwerp nog beter was. Die versterker heb ik ondertussen verkocht, nu meer dan 20 jaar geleden.

6
Een versterker die ik heb helpen afregelen. Tweemaal 50W uit vier echte PL519. Een eenvoudige schakeling: een dubbele long tail en een eindtrap. De schakeling is gemaakt vòòr de vorige schakeling (nummer 5) en het schema heeft mij op het idee gebracht om nog eens een volkomen symmetrische schakeling te bouwen.

De ingangsgevoeligheid bedraagt 1.25V en er is eigenlijk een voortrap nodig (mijn eigen ontwerp gebruikt een cascode om meer versterking te hebben). Het vermogen werd bewust beperkt tot 50W/kanaal omdat de outputtransfo niet meer aankon. Een boucherot filter beschermd de transfo tegen hoogfrekwente oscillaties.

De geluidskwaliteit die je bekomt met een paar PL519 is volledig anders dan die van de PL504.

De transfo die de gloeispanning levert voor de eindtrappen (80V) levert ook de verschillende hulpspanningen (-100V, +160V en +200V).



7a
Een versterker die ik nog steeds gebruik: een transistorvoorversterker met de hoogspanningstransistoren BF422 en een eindtrap met de PL504 lijneindtrapbuizen. Waarom deze buizen? Omdat ik veel magnovalvoeten heb... Deze blijken trouwens van betere kwaliteit te zijn dan de meer gebruikte octalvoeten.

Als je de schakeling ziet, merk je dat die zeer eenvoudig is. Een kenmerk van de schakeling is dat de G2 spanning beperkt is tot 80V om een meer lineair verloop te bekomen als de eindtrappen op laag vermogen werken.


7b
De versterker 7a werd na een jaar aangepast omdat de PL504 buizen te oud werden waardoor het te moeilijk werd om nog buizen te paren voor een push pull versterker. De buizen werden vervangen door EL504 die recenter zijn en die niet gepaard moeten worden (het zijn nieuwe buizen). Als je beide schakelingen vergelijkt, merk je dat enkel de voeding aangepast is geweest.

De volledige uitleg over de versterker staat op pagina 7a.

De schermroosterspanning werd wat verhoogd en de spanning werd gestabiliseerd om een betere werking van de versterker te bekomen. Bij beam tetrodes waarbij de spoed van beide roosters in elkaars verlengde liggen is de instelling van de schermroosterspanning zeer belangrijk. De geheime ingreep om een goede werking van de versterker te hebben is de schermroosterspanning te stabiliseren.

7c
Ik heb naderhand een soortgelijke versterker gebouwd met een aantal EL508 buizen, nog steeds met dezelfde cathodyne transistorvoortrap. Het vermogen is wat lager maar de klank is zeer goed en de versterker is mooi stabiel. De hoogspanning bedraagt 200V voor g2 en 300V voor de anodespanning, de stuurroosterspanning zit op -21V.

8
Ik heb ook een single ended versterker gebouwd om na te gaan hoe die klinken. De versterker gebruikt twee EL504 (één per kanaal) en één dubbeloe triode ECC83 voor beide kanalen. De maximale dissipatie van de EL504 (16W) beperkt het audio vermogen tot 5W.

De schakeling bevat een extra om de problematische single ended transformator te vermijden (parafeed). Een specifieke single ended transformator is duurder en zwaarder dan een balanstransformator om kernverzadiging tegen te gaan.

Publicités - Reklame

-