Met de analyse van skoopbeelden kan men fouten opsporen en de bandbreedte van een versterker bepalen. |
-
Als je de drie skoopbeelden rechts bekomt, dan weet dat je goed zit. Om een degelijk beeld te bekomen heb ik een goede audiotransformator moeten gebruiken (2.2kΩ). Op het secundair heb ik een signaal van ongeveer 4Vp/p, wat bijna overeenkomt met de effektieve spanning (vermogen 2W op 8Ω). De versterker werkt in classe A met 2 nieuwe EL508 We hebben eerst een bloksignaal van 100Hz. Deze vorm is normaal omdat de outputtransformator onmogelijk de laagste frekwenties kan weergeven. Het horizontale deel is eigenlijk een zeer lage frekwentie. Door de hoek te meten kan men de onderkant van de bandbreedte bepalen als men de frekwentie kent. De tweede blok is bij een frekwentie van 1kHz. De vorm is nagenoeg perfekt. Niet meer aankomen, zo'n perfekte vorm zie je niet vaak! Er is geen spoor van parasitaire oscillaties te zien. Bij 10kHz zijn de flanken niet meer zo steil. Dit is ook normaal, want de bandbreedte heb ik beperkt door kleine condensatoren van lage waarde te gebruiken op specifieke plaatsen. Er zijn verschillende plaatsen waar die condensatoren gebruikt kunnen worden. Om dit skoopbeeld te bekomen heb ik een condensator van 100pF moeten plaatsen tussen anode van de voortrap en de massa (met deze condensator was de versterker ook veel stabieler met en zonder tegenkoppeling). Ik kan je niet garanderen dat je een perfekt beeld zal bekomen met de condensator op dezelfde plaats: dit hangt af van de bouwwijze, van de gebruikte buizen, eindtransformator,... De belasting was zuiver ohms en dat speelt ook een rol.
|
Publicités - Reklame