Schakeling voor het bepalen van de basisgrootheden van electronenbuizen
|
---|
We gebruiken de schakeling rechts om de basisparameters van een triode te bepalen.
- Steilheid (transconductance)
- De steilheid is de verandering in anodestroom bij een verandering van de roosterspanning (de anodespanning wordt hierbij constant gehouden). Het is een dynamische waarde (we meten het verschil), geen statische waarde.
De steilheid geeft de stroomversterking van de buis aan. Deze waarde moet hoog zijn bij eindtrappen, zodat er meer vermogen naar de luidsprekers gestuurd kan worden.
- Dynamische weerstand
- De dynamische weerstand is de verandering in anodestroom bij een verandering in anodespanning (de roosterspanning wordt constant gehouden).
De dynamische weerstand geeft aan hoe goed een buis een belasting kan aansturen. Een hoge waarde geeft aan dat de buis moeite zal hebben om zware belasting aan te sturen (inwendige capaciteiten van de volgende buis, anodeweerstand, roosterlekweerstand van de volgende buis). Een te hoge weerstand kan verminderd worden door spanningstegenkoppeling toe te passen, maar dat wordt enkel toegepast bij eindtrappen.
- Versterkingsfactor µ
- De versterkingsfactor is de verhouding van de verandering van anodespanning ten opzichte van een verandering in stuurroosterspanning. De anodestroom wordt hierbij constant gehouden: in feite gebruiken we een stroombron als belasting.
De versterkingsfactor geeft aan hoe sterk de buis versterkt. Een hoge spanningsversterking is belangrijk voor voorversterkerbuizen. In de praktijk is de spanningsversterking lager dan de versterkingsfactor omdat de belastingsweerstand niet oneindig is.
- Perveance
- De perveance is de maximale stroom die een buis kan leveren bij een bepaalde anodespanning (roosterspanning op nul bij buizen met roosters). Het is een statische meting (geen verschilmeting). Het is de geleidbaarheid van de buis (omgekeerde van weerstand).
De perveance is een belangrijke factor die aangeeft hoe goed een buis geschikt is om zware belastingen aan te sturen. De grootheid is niet specifiek voor triodes (en tetrodes en pentodes). Bij diodebuizen geeft de perveance aan hoe sterk de voedingsspanning zal zakken als de diode belast wordt (hoge perveance = lage spanningsval = beter).
De basisparameters van de ECC81
Deze parameters (S, µ en Ri) worden in de verschillende pagina's besproken.
De steilheid S of gm is de verandering van de anodestroom voor een verandering van de roosterspanning (in dit voorbeeld van 0V naar -1V. Een buis met een hoge steilheid heeft een hoge stroomversterking, buizen met een hoge stroomversterking worden in eindtrappen gebruikt.
De versterkingsfactor µ is de verandering van de anodespanning bij een verandering van de roosterspanning (hier van -1 naar -2V bij een constante anodestroom. Buizen met een hoge spanningsversterking worden in voorversterkertrappen gebruikt.
De inwendige weerstand Ri van de buis is de verhouding tussen de verandering van anodestroom bij een verandering van de anodespanning, de roosterspanning wordt constant gehouden. Een lage inwendige weerstand geeft aan dat de buis een belasting goed kan aansturen.
Een lineaire buis heeft de curves die op een gelijke afstand van elkaar staan (de versterking blijft constant ongeacht de roosterspanning) en een stuk dan zo rechtlijnig mogelijk is.
In de praktijk zijn de curves weinig lineair en men moet een werkingspunt kiezen waarbij de curve zo rechtlijnig mogelijk is.
Dit is vooral van belang in trappen waar er een hoge spanningsverandering (sweep) is zoals de drivertrap en de eindtrap.
|