De Pioneer A227 is een basisversterker zonder noemenswaardige kwaliteiten. De versterker is OK, maar je moet er ook geen wonderen van verwachten. De versterker gebruikt één STK4181V als voorversterker en eindtrap voor beide kanalen. Deze module ging soms defect omdat de solderingen aan de aansluitingen op den duur loskwamen, vooral als de versterker lang op hoog vermogen had gespeeld. Niemand zal klagen dat ik de voedingtransfo gebruikt heb in een lampenversterker.
De transfo heeft een openklemspanning van 61V, de spanning zakt naar 58.5V bij een stroom van 1.45A. De transfo heeft dus een zeer lage inwendige weerstand en dat is optimaal voor onze versterker. Er is geen aparte wikkeling voor de lagere spanning (pick up voorversterker), zodat deze lagere spanning bekomen moet worden met bleederweerstanden en zenerdiodes. De STK module krijgt een spanning van +40 en -40V.
Deze aangepaste voeding levert alle nodige spanningen voor een lampenversterker voor een vermogen van minstens tweemaal 20W, de voeding werd zelfs getest met een vermogen van tweemaal 40W zonder dat de voedingsspanning teveel zakte.
- De 320V is de anodespanning van de eindtrappen. De piekstroom bedraagt 250mA (beide kanalen volledig uitgestuurd), in rust bedraagt de totale stroom ongeveer 35mA.
- De 240V is de spanning voor de voorversterker (ik gebruik een getransistoriseerde voorversterker en fase omkeertrap). De stroon bedraagt constant 5mA.
- De 160V wordt voor de schermroosters gebruikt, hier hebben we een verbruik dat varieert van 0.5mA tot meer dan 50mA.
De condensatoren aangeduid met 1 moeten condensatoren zijn die geschikt zijn voor schakelende voedingen (sterke stroompieken en hoge temperaturen). De andere condensatoren kunnen gewone exemplaren zijn. Je hoeft geen speciale hifi condensatoren te kopen, maar het is aangeraden deze te ontkoppelen door een niet-gepolariseerde condensator van 0.47µF of meer, te plaatsen tussen de massa-aansluiting van de cathodes van de eindtrappen en de plus-aansluiting van de outputtransformator.
Voor de schermroosterspanning gebruik een condensator van 0.1µF die geplaatst wordt dicht bij de lampen, en gebruik dan een roosterweerstand van 100Ω, dit onderdrukt mogelijke parasitaire oscillaties.
De diodes zijn gewone 1N4003, deze kunnen een gemiddelde stroom van 1A leveren. Onbelast bedraagt de hoogspanning 345V om te zakken naar een spanning van 314V bij een stroom van 250mA.
De voeding is voorzien voor een versterker met EL300, EL504 of EL508, maar kan ook gebruikt worden in een versterker met 6L6 of KT77. In de laatste gevallen kan het nodig zijn de schermroosterspanning te verhogen tot 240V (test eerst op 160V: de geluidskwaliteit is veel beter omdat de buizen dan in een meer lineair gebied werken).
Er is nog een transfo nodig voor de gloeispanning. Gebruik hier bijvoorbeeld een 12V transfo en zet twee lampen in serie.
De volgende transfo komt uit een Pioneer VSX-330, een surround versterker van de eerste generatie (analoog). Deze transfo levert volgende spanningen:
| Onbelast | Belast | CT: aansluiting met middenaftakking.
|
|---|
| 72.6V CT | 68.0V (1.7A)
| | 31.9V CT | 28.8V (1.4A)
| | 5.0V CT | 4.5V (0.45A)
| | 8.8V | 8V (3A)
|
De tweede wikkeling kan voor de schermroosterspanning gebruikt worden: de spanning zakt dan minder als de versterker belast is. De laatste aansluiting kan hier voor de gloeidraden gebruikt worden, de inwendige weerstand van de wikkeling is zeer laag. Er moet enkel een laagohmige weerstand voorzien worden per lamp om de spanning wat te verlagen.
|