Buizenversterkers
gloeispanning
Voeding

De gloeispanning van de meeste buizen bedraagt 6.3V, maar dit is niet zo met alle buizen.
-

-

Gloeispanning gelijkrichten?

Moet de gloeispanning gelijkgericht worden? Dit is eigenlijk enkel nodig voor de voortrap (omdat het signaal zwak is en brom gemakkelijker opgepikt kan worden) en voor de fase omkeertrap in long tail en cathodyneschakeling (omdat de cathode hoogohmig is).

Als men de wisselspanning gelijkricht, moet men die ook filteren, anders heeft de operatie totaal geen zin. Vroeger werd de gloeispanning nooit gelijkgericht en de versterkers bleken ook normaal te werken.

Gebruikt men een 6.3V transfo, dan bekomt men ongeveer 5.1V gelijkgericht. Na filtering heeft men ongeveer 7V op de uitgang van de filterelko. Voor een gloeistroom van 0.15A voorziet men een weerstand van 5.6Ω om de spanning wat te laten zakken. Overigens mag de gloeispanning wat lager gekozen worden tot 6V.

De gloeispanning van de eindtrappen moet niet gelijkgericht worden, maar veel versterkers hebben een zeer lichte brom die niet veroorzaakt wordt door de hoogspanningsvoeding maar door de hoge stroom door de gloeidraden van de eindtrappen. Daarbij speelt zowel een ondoordachte plaatsing van de voedingskabels naar de buizen als het magnetisch veld in de buizen zelf een rol.

Opgelet als je de gloeispanning zou gelijkrichten: je loopt het risico de 50Hz brom (weinig storend) te vervangen door een 100Hz brom. Het gelijkrichten veroorzaakt extra harmonischen die extra storend zijn (150Hz, 200Hz,...).

Indien de transfo voor de gloeispanning warm wordt als de buizen met wisselspanning gevoed worden, dan zal de transfo nog warmer worden als de gloeispanning gelijkgericht en gefilterd wordt (hogere crestfactor, dus zwaardere belasting van de transfo).

De aanduiding van de gloeispanning is niet altijd even duidelijk bij europese buizen. Voor de E-reeks is er doorgaans geen probleem: de gloeispanning bedraagt 6.3V. De P...-buizen worden gevoed met een stroom van 300mA en de spanning wordt bepaald door het vermogen dat een buis nodig heeft: 6.3V voor een ECL80, 40V voor een PL509. De U...-buizen zijn gemaakt voor een gloeistroom van 100mA (oude lampenradio's zonder nettransfo).

Amerikaanse buizen hebben doorgaans het eerste getal dat de gloeispanning aangeeft:

6GB5 = EL504
27GB5 = PL504
12AT7 = ECC81

In het laatste geval kan de ECC81 (12AT7) zowel gevoed worden met 6.3V (4 + 5 in parallel en 9) of met 12.6V (4 en 5, 9 niet aangesloten).

Hoe je buizen aansluiten?

De aansluiting is voor één kanaal, twee EL504 of EL508 in push pull (6.3V-buizen seriegeschakeld)

Deze schakeling is de beste om de 50Hz-brom te beperken: de brom die in de eerste buis ontstaat wordt verminderd door de identieke brom van de tweede buis (dit komt door de symmetrische schakeling). En als het niet werkt, draai dan de aansluitingen van een buis om.


Een kleine transfo is voldoende om een versterker met 4 EL84 te voeden (gloeistroom van 0.76A per buis).

Met de netspanning die opgelopen is van 220V naar 230V bekomt men 6.5V op het secundair. men bekomt de nodige spanningsval door relatief dunne kabels naar de gloeidraden te gebruiken

50Hz brom onderdrukken

De 50Hz brom wordt doorgaans geproduceerd door de gloeispanning. Bepaalde buizen produceren een licht hoorbare brom (bijvoorbeeld de EL508 en EL504), terwijl de PL508 en PL504 geen brom produceren. Dit komt door de stroom die veel hoger is bij E-buizen (1.3A voor een EL504 terwijl die 0.3A bedraagt voor een PL504). Deze buizen zijn oorspronkelijk niet ontworpen voor hifi toepassingen en de gloeidraad is niet getwist

Een oplossing is de gloeidraad aansluiting van de twee buizen van de eindtrap te controleren (zie voorbeeld rechts). Met de juiste fase wordt de brom onderdrukt door de common mode rejection eigen aan balanstrappen. De brom die door de ene buis opgewekt wordt, wordt onderdrukt door de gelijke brom in de andere buis.

Gebruik van 12V transfo's

We behandelen niet de buizen uit de UL-reeks (gloeidraden in serie met een stroom van 100mA), gebruikt in radio's zonder nettransformator. Deze buizen zijn zeer zeldzaam geworden.

6.3V transfo's zijn moeilijk te vinden, wat niet gezegd kan worden van de alomtegenwoordige 12V transfo's voor halogeenverlichting. De identieke buizen worden dan in serie geschakeld: voortrap links + voortrap rechts, fase-omkeertrap links + faseomkeertrap rechts,... Plaats enkel identieke buizen in serie! Bepaalde buizen zoals de ECC81, ECC82, ECC83 kunnen met 6.3 of 12.6V gevoed worden.

Controleer dat beide buizen een gelijke spanning krijgen: alle buizen zijn voorzien voor eenzelfde gloeispanning, maar ze hebben niet noodzakelijk dezelfde weerstand. De EL34 van fabrikant A kan een andere weerstand hebben dan de EL34 van fabrikant B. Een spanningsverschil van -10% à +5% heeft geen gevolgen (5.67 - 6.62V). Dit is ook de reden waarom ik een 24V spanning niet kan aanraden: er kunnen te grote spanningsverschillen optreden tussen buizen van diverse fabrikanten.

Door twee buizen in serie te plaatsen op 12V halveer je de gloeistroom en dus ook de magnetische straling. Nog een reden om over te gaan op 12V gloeispanning.

De buizen van de P-reeks (300mA) en U-reeks (100mA) zijn voorzien om in serie geplaatst te worden en je kan zoveel buizen in serie plaatsen als je wilt. Ik zou toch de maximale wisselspanning beperken tot een 50-tal volts om brom te vermijden (condensator effekt tussen de gloeidraad en de andere electrodes).

Andere voedingsspanningen

De buizen uit de P-reeks hebben allemaan verschillende voedingsspanningen: 6.3V voor laagvermogen buizen zoals de ECL80 en EF80, 13V voor een PCL86, 15V voor een PL83 en PL84, 17V voor een PL508, 17.5V voor een PCL85, 27V voor een PL504 en 40V voor een PL509.

Laten we als voorbeeld nemen een PL83 die een gloeispanning van 15V nodig heeft. Met onze 12V transfo is de spanning te laag. Gelijkgericht en gefilterd met een elko hebben we een spanning van 17V (we gaan ervan uit dat je geen 15V transfo hebt).

Er zijn hier twee mogelijke oplossingen: een serieweerstand van 6.8Ω 2W om 2V te verliezen of een elko te gebruiken met een te lage waarde zodat er een kleine rimpel ontstaat en de effectieve spanning in de buurt van 15V komt. Controleer dat de rimpel geen 100Hz brom veroorzaakt, die is heel storend door de harmonischen. Indien dit het geval is moet je een elko van hogere waarde gebruiken en de spanning reduceren met een serieweerstand.

Te zwakke transformator

Veronderstel dat je beschikt over een transformator van 24+24V met middenaftakking. Je moet 4 buizen van 6.3V 0.8A voeden (20.2W). Maar iedere wikkeling is slechts voorzien voor een stroom van 0.5A en de transfo wordt te warm. De transformator is voldoende sterk (25VA), maar het is niet mogelijk de twee wikkelingen in parallel te zetten.

De oplossing is de ene en dan de andere wikkeling te gebruiken door de spanning gelijk te richten (een filter is niet nodig). Omdat iedere wikkeling slechts 50% van de tijd stroom moet leveren heeft de wikkeling de tijd om weer af te koelen tussendoor.

Stand by schakelaar

Indien je een standby schakelaar gebruikt kunnen de buizen gevoed worden met een lagere gloeispanning (oingeveer 80%) via weerstanden die in serie geplaatst worden. Bij het inschakelen van de versterker gaat het toestel eerst over in stand by, zodat de piekstroom beperkt wordt. Het is bij het inschakelen dat de gloeidraden sneuvelen, niet tijdens het normaal gebruik. De buizen zullen minder snel op temperatuur komen (reken minstens een minuut), maar zullen veel langer meegaan.

Samenstelling van de cathode

Voor de cathode gebruikt men een metaal met veel electronen op de buitenschil (zoals barium) als aktief materiaal. De cathode zelf bestaat uit zeer zuiver nickel. Barium migreert langzaam naar de oppervlakte en levert zo een constante electronenstroom. Laat men de buis op een te hoge gloeispanning werken, dan raakt de bariumlaag sneller uitgeput. Bij een te lage gloeispanning volstaat het de buis een tijdje op een normale spanning te laten werken om de normale emissie terug te krijgen.

De barium heeft de neiging te sublimeren, zeker als de cathode te warm wordt of als de cathodestroom te hoog is. Barium heeft dan de neiging neer te slaan op het stuurrooster zodat de buis niet meer correct kan werken. Dit probleem kan niet verholpen worden en de buis is voorgoed verloren. De buizen met een grote cathode zoals buizen voor de afbuiging in televisies gaan doorgaans langer mee en zijn voorzien voor een hogere stroom.

Indien met de gloeispanning inschakelt gedurende meerdere uren zonder de hoogspanning in te schakelen, dan is er kans op stratificatie van de cathode. Er vormt zich een tussenlaag die minder geleidend is, waardoor de buis een hogere ruis heeft met een "rafelig" geluid. Om de gelaagdheid weg te werken moet de buis een tijd op normaal vermogen werken (met een voldoende cathodestroom).

Gebruik van een electronische transfo

Electronische transfo's voor 12V halogeenverlichting hebben een hoog rendement en je zou geneigd kunnen zijn om ze te gebruiken voor de gloeistroom (twee identieke buizen in serie). Doe dit niet, want dergelijke transfo's produceren sterke storingen, zeker als ze in de behuizing van de versterker geplaatst worden.

Publicités - Reklame

-