Buizenversterkers
Intermodulatievervorming (IM)
Intermodulatievervorming

De intermodulatievervorming is een gevolg van de niet-lineaire werking van een versterker.
-

-


Het signaal van 4kHz wordt gemoduleerd
door het signaal van 200Hz.

Lees eerst de pagina over de harmonische vervorming. Beide effekten zijn het gevolg van de niet lineaire werking van de versterker.

De intermodulatievervorming (IM vervorming) wordt veroorzaakt door de niet-lineaire overdrachtsfunktie van de buizen. Daardoor wordt een signaal van een bepaalde frekwentie gemoduleerd door het signaal van een andere frekwentie en ontstaan er ongewenste mengprodukten.

Een vervorming die vaak aanwezig is bij buisversterkers is een vervorming die ontstaat door de niet-lineaire werking van de buis. De vervorming is meer aanwezig bij triodes die vaak een minder recht verloop hebben. De versterkerbuis zal bijvoorbeeld sterker versterken bij positieve signalen en minder versterken bij negatieve signalen. Er ontstaan even harmonischen, die de klank wel kleuren, maar niet zo storend zijn als andere vervormingen. Dit is het eerste beeld rechts, naast de aanduiding 200Hz.

In single ended versterkers polariseert men soms de stuurtrap zodanig dat die een vervorming veroorzaakt die de vervorming van de eindtrap tegenwerkt. Gebruikt men een symmetrische push pull versterker, dan worden de even harmonischen onderdrukt.

Deze vervorming die harmonische frekwenties doet ontstaan is in het algemeen aanvaarbaar: het vermogen van lampenversterkers werd bijvoorbeeld aangegeven met een vervorming van 5%. Tegenwoordig probeert men echter de vervorming te beperken tot minder dan 1%. Als transistorversterkers (aarrrgghhh) dat kunnen, moeten lampenversterkers dat ook kunnen.

Intermodulatievervorming

Van zodra er twee frekwenties samen versterkt moeten worden kunnen er mengprodukten ontstaan. De intermodulatievervorming is meer storend bij even harmonischen. De even harmonischen zijn zeker niet de "goede" vervormingen! Nemen we een audiosignaal van bijvoorbeeld 200Hz, zodanig sterk dat de eindtrappen op 75% van hun maximaal vermogen werken (een dummy load gebruiken als belasting!). We voegen een extra signaal toe van bijvoorbeeld 4000Hz met een amplitude van 10% van het uitgangssignaal. De versterker is dus zwaar belast, maar werkt niet op zijn limieten.

Als het signaal van 200Hz positief is, dan is de versterking hoger, waardoor ook het signaal van 4000Hz sterker aanwezig is. Is het signaal van 200Hz negatief, dan is de versterking lager, en komt ook het 4000Hz signaal zwakker door. We hebben dus een modulatie van het ene signaal door het andere. De versterking van het 4000Hz signaal wordt gemoduleerd door het 200Hz signaal (en ook omgekeerd, maar dit is niet hoorbaar).

Dit is een kenmerk die bij bepaalde radiobuizen gezocht wordt (mengbuizen): door de niet-lineariteit van de mengbuis ontstaan er mengprodukten die nuttig zijn (zie de mengtrap in ontvangers, de modulatie bij zenders,...) Voor hifitoepassingen is het een kenmerk die eigenlijk vermeden moet worden, het maakt het geluid slecht gedefinieerd op hoog vermogen. In een orkest die fff speelt hoor je niet meer het verschil tussen een blokfluit en een viool.

De intermodulatievervorming kan men verminderen door de versterker meer lineair te laten werken, dus door tegenkoppeling te gebruiken.


Intermodulatie door versleten buis

De twee skoopbeelden rechts tonen het ingangssignaal en het uitgangssignaal van een single ended versterker met een defekte eindtrap (te lage emissie) waardoor de vervorming sterk aanwezig is. In de praktijk zal zo'n sterke intermodulatievervorming nooit aanwezig zijn bij een goed werkend apparaat.

Aan de vorm van het signaal kan men goed zien dat men te maken heeft met een versleten buis: De eindtrap kan het gevraagd vermogen gewoon niet meer leveren, de anodespanning kan bijvoorbeeld niet meer onder de 150V komen, de eindtrap komt te weinig in geleiding. De vervorming is geleidelijk en de versterker klinkt nog redelijk goed. Het is duidelijk geen oversturing, waarbij de vervorming meer lijkt op een clipping, die bij zowel de positieve als negatieve amplitudes kan optreden.

"Gewenste" intermodulatie

Men maakte echter gebruik van de intermodulatie om een radio "voller" te laten klinken. De lage frekwenties (die niet weergegeven kunnen worden door de transfo en de luidspreker) moduleren het geluidsbeeld, waardoor die frekwenties wel indirect hoorbaar zijn.

Het enige dat nodis is, is dat het complete signaal (met de lage tonen) tot aan de eindbuis geraken. De uitgangstransfo is meestal te beperkt om de lage tonen door te laten en de relatief kleine luidspreker kan deze lage tonen niet weergeven. Toch "hoort" men deze lage tonen, maar enkel als er ook andere tonen hoorbaar zijn. De hoge tonen werken als het ware als draaggolf voor de lage tonen. Bij kleine draagbare transistorradio's maakt men zelfs die moeite niet meer.


Intermodulatie en crossoververvorming
door verlopen schermroosterspanning
Een volgend beeld geeft ook intermodulatie weer, maar hier is de schermroosterspanning van de push pull versterker te laag door een verlopen weerstand (invloed op beide eindtrappen). In het cyan de bron, in het geel de uitgang.

Bij beam tetrodes zoals de KT77, PL504, PL508,... heeft de schermroosterspanning bijna evenveel invloed op de anodestroom als de stuurroosterspanning: een te lage schermroosterspanning heeft eenzelfde invloed als een te negatieve stuurroosterspanning.

Er ontstaat crossoververvorming (overnamevervorming) als de andere buis het werk moet overnemen van de ene buis. Let op de rare amplitudeverandering van het uitgangssignaal (in geel). Ook de crossoververvorming gaat mee met het laagfrekwente signaal (dit is zichtbaar aan de verdikking van het oscilloscoopbeeld rond de nuldoorgang).

Intermodulatie en zweving

Men mag de intermodulatie niet verwarren met de zweving: dit is een amplitudeverandering door het superponeren (optellen) van twee frekwenties die weinig in frekwentie verschillen. Als beide signalen in fase zijn, dan is de resultante en sterker signaal, als beide signalen in tegenfase zijn, dan verzwakken ze elkaar. Bij intermodulatie is er een vermenigvuldiging: de amplitude van het ene signaal verandert de amplitude van het andere signaal.


Intermodulatievervorming in een
push pull versterker

Intermodulatie in een push pull versterker

De "intermodulatie door een versleten buis" (zie afbeelding rechts hoger) kan zowel optreden bij een single ended versterker of bij een push pull versterker waarbij één van de eindtrappen versleten is.

Als beide eindtrappen versleten zijn of als de versterker verlopen is dan heb je een beeld zoals recht getoond. Ik heb dit effect meegemaakt met een versterker waarvan de gemeenschappelijke cathodeweerstand sterk in waarde toegenomen was.

Bij een dergelijk fenomeen heb je een vermindering van de versterking zowel aan de positieve kant als aan de negatieve kant (niet noodzakelijk evenwichtig). De intermodulatie gebeurt hier op het dubbele van de lage frekwentie, want de vervorming treedt zowel op bij de positieve pieken als bij de negatieve pieken.

Modulatie door een enkel signaal

Een ander gevolg van het feit dat bepaalde buizenversterkers sterker de positieve (of negatieve) signalen meer versterken dan de negatieve (of positieve) is dat er een mengproduct ontstaat op een lagere frekwentie. Dit is hier geen intermodulatievervorming (er wordt één enkele frekwentie versterkt).

Deze frekwentie is doorgaans niet hoorbaar: het resultaat is een zeer lage frekwentie die gemaskerd wordt door de grondfrekwentie. Het mengprodukt kan wel de instelling van de versterkertrappen in de war sturen (oscilleerneigingen "motorboten", clipping, enz). De lage toon die geproduceerd wordt heeft de frekwentie van de amplitudeveranderingen van de grondfrekwentie.

Men kan deze modulatie vermijden door koppelcondensatoren te gebruiken die de correcte waarde hebben om de laagste tonen weer te geven.

Een zogenaamde "bi-amp" versterker kan de intermodulatievervorming sterk verminderen. De techniek van de bi-amp wordt tegenwoordig nog toegepast in hoogwaardige aktieve speakers. Ieder luidspreker heeft zijn eigen versterker en de sterke lage tonen beïnvloeden niet de hoge tonen.

Publicités - Reklame

-