Buizenversterkers
Intermodulatievervorming, clipping en harmonischen
 

Alles wat je moet weten over intermodulatievervorming, clipping, harmonischen,...
-

-

De vervormingen die hier besproken worden ontstaan door de niet-lineaire werking van de versterker. Het was vroeger de gewoonte het vermogen van een versterker aan te geven bij een vervorming van 10% (wat hoog is), maar vervormingscijfers van minder dan 0.1% zijn nutteloos: een luidspreker produceert meer vermogen. Een richtwaarde van 0.1% is OK.

Harmonischen
Door de niet-lineaire werking van de versterker ontstaan er bijproducten. Als er een sinus weergegeven moet worden, ontstaan er extra frekwenties op het dubbele, het drievoudige, enz. van de grondtoon. Deze harmonische frekwenties kleuren de grondtoon.

Intermodulatievervorming
Intermodulatievervorming ontstaat als er twee frekwenties door een niet-lineaire versterker gestuurd worden. De hoge toon wordt gemoduleerd door de lage toon.

Hoe meet ik de vervorming?
Er bestaan verschillende methodes om de vervorming te meten. Er bestaan apparaten die daarvoor speciaal ontworpen zijn, maar het zijn dure toestellen als je die enkel daarvoor kan gebruiken. Een moderne skoop met een FFT module is een handig hulpmiddel.

Lineaire vervorming
Dit is een vervorming die het signaal zelf niet vervormd, maar de volledige amplitude van het signaal. Bepaalde frekwentiebanden worden meer versterkt dan andere, waardoor men een onnatuurlijke klank bekomt.

Clipping

Als een versterker gaat clippen ontstaan er veel vervormingen (we tonen als voorbeeld het clippen van een transistorversterker). We hebben hier opnieuw de frekwentie die we willen weergeven (groen), het uitgangssignaal (geel) en het verschil tussen wat men wenst en wat men krijgt (de fout in het rood). De fout is hoofdzakelijk een som van oneven harmonischen. De som is groter dan het origineel signaal, wat de clipping onaangenaam maakt.

Bij clipping gaat de versterker begrenzen bij laagfrekwente signalen (waarvan de amplitude sterker is). De laagfrekwente signalen die de clipping veroorzaken (bijvoorbeeld 110Hz) zijn minder hoorbaar, maar de harmonischen zitten in het midden van het gebied waar onze oren het meest gevoelig zijn (330Hz, 550Hz, 770Hz,...), waardoor die meer storen, zelf al is hun amplitude veel lager dan die van de grondtoon.

Transistorversterkers hebben een zeer sterke tegenkoppeling, waardoor het clippen vrij plots gebeurt en een onverwachte, onaangename bijklank geven. Buizenversterkers beginnen geleidelijk te vervormen als de limiet van de versterker bereikt is. Dit wordt als minder storend ervaren.

En we gaan verder met de stopweerstanden en cathodecondensatoren

Publicités - Reklame

-