Buizenversterkers
Lijst vermogenspentodes
Pentodes

De octalvoet werd voor het eerst gebruikt in de Verenigde Staten juist voor de tweede wereldoorlog, en dit buistype werd later voor veel verschillende buistypes gebruikt.

Schakelingen met een aantal van de hier besproken buizen kan je terugvinden op de indexpagina alle vermogensbuizen voor audio eindtrappen.

-

-

Het octalvoet wordt tegenwoordig vooral gebruikt voor vermogensbuizen, maar dit type buisvoet werd ook soms gebruikt voor andere buistypes zoals dubbele triodes in versterkers. In de Verenigde Staten werd dit buisvoet voor nagenoeg alle buistypes gebruikt, later is men overgegaan op andere buisvoeten zoals B7G (miniatuur) en B9A (noval) voor laagvermogen buizen. Deze kleinere buisvoeten waren gemakkelijker te fabriceren en de buizen namen minder plaats in in het toestel.

De typische vermogensbuis (in Europa is dat de EL34) heeft een octal buisvoet, maar er zijn veel andere vermogensbuizen met dit type buisvoet (KT77,... die op deze pagina niet opgenomen worden.

De octal buisvoet heeft de afkorting IO (international octal).

Voor andere versterkerbuizen met andere buisvoeten zie de index europese vermogensbuizen

Pentodes octal voet (IO) VIPDVin
De octal voet (buizen EL3x) is oud (werd reeds gebruikt voor de tweede wereldoorlog) en de buizen die hier vermeld worden zijn historische types (behalve de EL34). De nummering is niet normaal oplopend: het nummer zegt niet over het tijdstip wanneer de buis op de markt gebracht werd.

EL31

300V
390V
83mA
67-75mA
12.5W
28.4W
13.5%
5%
7.5V
28.4V
SE
PP
Vermogenspentode voor audiotoepassingen in 1938. Om een hoger vermogen te bekomen in vergelijking met de gelijkaardige EL37 wordt de buis geschikt gemaakt om met een hogere spanning te werken. De anodeaansluiting zit bovenaan de buis zoals de lijneindtrappen. De anodedissipatie bedraagt 25W. De waarden zijn gegeven voor een versterker met (voor die tijd) normale stabilisatie door middel van twee elko's van 16µF. In ene goede configuratie kunnen de buizen 120W leveren in balans met een voedingsspaning van 800V (400V op g2), vervorming van 5%

EL32

250V
250V
32mA
27-32mA
3.6W
7W
10%
1.5%
10V
23V
SE
PP
Vermogenspentode op de markt gebracht in 1940, 8W dissipatie. De buis heeft ook een anodekap, terwijl de lagere werkspanning zo'n aansluiting onnodig maakt. Modernere buizen leveren een hoger vermogen in ene kleinere behuizing, zoals de rimlock (EL4x) en noval (EL8x) buizen van de miniwatt reeks.

EL33

250V
250V
36mA
24-28.5mA
4.5W
8.2W
10%
3.1%
4.2V
6.7V
SE
PP
Pentode uit 1938, dissipatie 9W.

EL34

250V
800V
100mA
25-91mA
11W
100W
10%
5%
8.7V
47V
SE
PP
Buis op de markt gebracht in 1953 als opvolger van de EL37. Dissipatie van 25W. Dit is de enige buis uit de octal reeks die nog overblijft. Het is waarschijnlijk de meest gebruikte eindpentode in Europa. De parameters zijn gegeven voor een single ended en balansopstelling waarbij men het maximum uit de buis wilthalen (g2 spanning van 400V, vaste bias, AB klasse). Verschillende fabrikanten leveren lichtjes verschillende versies van de buis.

EL35

250V
360V
72mA
44-70mA
6W
26W
10%
3%
13V
36V
SE
PP
Op de markt gebracht na de tweede wereldoorlog, vervangen door de EL37. Dissipatie 18W.

EL36

300V
Vg2 = 150V
18-100mA44.5W7.2%20VPP

Lijneindtrap die in 1954 gelanceerd werd. De buis kon ook als zendbuis gebruikt worden (zoals ook de buizen uit de PL500-reeks) en ook als audio eindtrap. De buis werd vooral in PL uitvoering gemaakt voor gebruik in televisies met een gloeistroom van 300mA. Voor audiotoepassingen werkt de buis in push pull in classe AB met vaste rooster voorspanning. Dissipatie van 12W. De buis was van zeer hoge kwaliteit, met ceramische isolatoren om de draden op hun plaats te houden.

Een Philips circlotron versterker wordt op deze pagina besproken (AG9007). Zoals alle lijneindtrappen heeft de buis een lage inwendige weerstand, wat de buis heel geschikt maakt voor de directe aansturing van hoogohmige luidsprekers van 800Ω (een Philips specialiteit).

Deze buis is meer lineair dan de PL504 en wordt geprefereerd voor de restauratie van oude versterkers die met een relatief lage anodespanning werken zoals de EL503.

Er bestond ook een versie zonder anodekap, dit is een audioversterkerbuis met andere parameters. De benaming EL36 werd voor twee verschillende buizen gebruikt.

EL37

250V
325V
100mA
77-90mA
105W
35W
13.5%
4.4%
10.8V
43V
SE
PP
De voorloper van de EL34. De buis had reeds een hoge gevoeligheid, maar was niet geschikt voor de hoge spanningen die soms gebruikt werden in versterkers met EL34. Dissipatie van 25W.

EL38

De engelse versie van de amerikaanse 807, een buis die zowel als lijneindtrap en als audio eindtrap gebruikt kon worden. Anodekap, dissipatie van 25W.

EL300

Een lijneindtrap buis met octal buisvoet (de meeste lijneindtrap buizen hebben een magnovalvoet). De buis is zeer goed te gebruiken als audio eindtrap, met een ietsje meer vermogen dan de PL504. Buis met anodekap.

EL509[S]

Een buis met octalvoet, terwijl de kode doet vermoeden dat we te maken hebben met een magnovalvoet. Als audiobuis had de (originele) EL509 zulke goede eigenschappen, dat de buis werd nagemaakt met een octal buisvoet. Om verwarring te vermijden gebruikt de fabrikant Om verwarring te vermijden gebruikt de fabrikant een achtervoegsel "S" bij de laatste productie. Eigenschappen zijn V = 160V, I = 200mA, dissipatie van 40W.

Publicités - Reklame

-