De combi-buizen bevatten zowel een outputpentode als een ander element, zoals een triode (die dan als voorversterker gebruikt werd).
Schakelingen met een aantal van de hier besproken buizen kan je terugvinden op de indexpagina buistypes voor audio eindtrappen. |
-
De combibuizen worden doorgaans gebruikt in een single ended schakeling voor een vermogen van maximaal 4W. De buizen zijn normaal niet ontworpen voor een gebruik in push pull schakelingen, maar het lukt wel, en er zijn enkele hifi versterkers gebouwd met dergelijke buizen. Om de kosten nog verder te drukken werden er ook dubbele pentodes en zelfs dubbele pentodes met fase omkeertrap gemaakt in de laatste jaten van het buizen-tijdperk. De enige manier voor de buizen om te kunnen concurreren met de opkomende transistoren was de prijs. We bespreken hier enkel de combinatiebuizen met buisvoet B9A (noval). In Europa werd enkel deze buisvoet gebruikt voor dergelijke buizen, vanwege het voldoende aantal contactpennetjes. Enkelvoudige pentodes en beam tetrodes: zie indexpagina vermogenspentodes.
Rechts de parameters van enkele buizen die hier besproken worden. De EABC80 is geen combibuis met vermogenspentode, maar een buis die in AM/FM radiotoestellen gebruikt werd (AM detectie, FM descriminator en voorversterkertriode). De triode heeft een µ van 100 en is vergelijkbaar met een enkele triode van de ECC83. De triode van de ECL80 is heel zwak, met een µ van 20, een lage steilheid (1.9mA/V) en een maximale dissipatie van 1W. Deze buis werd ontworpen met gemeenschappelijke cathode om het gloeivermogen te beperken zodat de buis zowel in een parallelkring (6.3V) als in een seriekring (300mA) gebruikt kon worden. De pentode heeft een maximale dissipatie van 3.5W, een versterker uitgerust met deze buis kan een vermogen van 1.5W leveren (d = 10%) of tot 1.75W met d = 50%) De ECL82 (en de varianten ervan UCL82, PCL82) is een verbeterde triode-pentode en werd opgevolgd door de ECL83 die een wat lager vermogen had. De ECL84 is specifiek een video driver en eindtrap. De buis is ontworpen om te werken met een lagere anodestroom in vergelijking met een buis voor audio toepâssingen. De ECL85 is ontworpen als rastereindtrap. Terwijl er tot nu toe geen onderscheid gemaakt werd tussen audio eindtrap en rastereindtrap (ECL80, ECL82) is er nu een specifieke buis ontworpen als verticale versterker in zwart-wit beeldbuistelevisies. In vergelijking met de ECL86 heeft de buis een hogere gloeistroom om een hogere cathodestroom te kunnen leveren. Deze buizen presteren eigenlijk zeer goed als audio-eindtrap: de buis kan een anodestroom leveren van 285mA bij een anodespanning van 65V (bij een dergelijk lage spanning werkt de buis natuurlijk niet meer lineair). De ECL86 is de laatste versie van de reeks, waarbij de triode dezelfde eigenschappen heeft als de triode van de ECC83. De buis is zeer geschikt om een volwaardige versterker te bouwen: één buis volstaat voor een monoblok. Met twee buizen kan men een volledige push pull versterker maken (4 voor stereo). Als je overweegt een kleine audioversterker te bouwen, gebruik dan de ECL86. Kies geen andere buizen, ze hebben een lager vermogen. De ECL85 is ook zeer geschikt als audioversterker, maar er zijn minder schakelingen beschikbaar (de instellingen zijn anders dan die van de ECL86). De ECL85 is vooral bekend als de PCL805 en er is nog ruime stock beschikbaar. De ECL11 is een triode-pentode die ontworpen is geweest juist vòòr de tweede wereldoorlog (oude buisvoet). | |||||||
Triodes-pentodes, voet B9A | V | I | P | D | Vin | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
ECL80 | 250V | 14mA | 1.5W | 10% | 5.3V | SE | |
Een buis die in de jaren 1950 ontworpen werd om gebruikt te worden in de eerste televisies uit die tijd. Als rastereindtrap werd de buis heel dicht tegen zijn limiet gebruikt en moest regelmatig vervangen worden. De buis werd ook als audio eindtrap gebruikt in goedkope pick ups. De cathode is gemeenschappelijk voor beide secties, wat de toepassingsmogelijkheden van de buis verder beperkte. Dissipatie van de pentode is 3.5W. | |||||||
ECL81 | 200V | 30mA | 2.4W | 10% | - | SE | |
Een buis die enkel gemaakt werd in de DDR (waarschijnlijk bestaat er een russisch equivalent). Zoals de ECL80 heeft de buis een gemeenschappelijke cathode, wat de schakeling complexer maakt. De buis werd als rastereindtrap in televisies met kleine beeldbuis gebruikt, maar ook als audio eindtrap. Het vermogen dat de buis kan leveren ligt een beetje hoger dan het vermogen van de ECL80. De anodedissipatie bedraagt 6.5W. | |||||||
ECL82 | 200V 250V | 35mA 28-31mA | 3.5W 10.5W | 10% 4.8% | 6.6V 12.5V | SE PP | |
De vorige buis werd snel vervangen door een ECL82 met betere eigenschappen. De triode kan wat meer vermogen leveren (dit is nodig in een blokkeeroscillator). De buis werd ook in pick up versterkers gebruikt. Dissipatie: triode = 1W, pentode = 7W. | |||||||
ECL83 | 200V 200V | 27mA 25-29mA | 2.5W 7.2W | 10.5% 4.2% | 5.2V 23.5V | SE PP | |
Pentode met een laag vermogen, gebruikt in pick ups. Dissipatie: triode = 3.5W, pentode = 5.4W. Deze buis kwam een jaar na de ECL82 op de markt als goedkoper alternatief.
ECL84Videoversterkerbuis, voornamelijk gebruikt in toestellen volgens de engelse A norm (405 lijnen, 3MHz bandbreedte). Dissipatie 4W pentode en 1W triode. Deze buis werd ontworpen als video eindtrap, maar kan ook gebruikt worden als audio eindtrap.
ECL85Rastereindtrap, kan ook als audioversterker gebruikt worden met een wat hogere negatieve voorspanning. De rastereindtrappen moeten lineair kunnen werken, want bij een frekwentie van 50Hz gedraagt de afbuigspoel zich eerder als een weerstand en niet als echte spoel (cfr. lijneindtrap). De P-reeks buis is de PCL85, de verbeterde versie de PCL805. Triode = 0.5W, pentode = 8W | |||||||
ECL86 | 250V 300V | 27mA 31-37mA | 2.8W 14.3W | 10% 5% | 2.7V 8.7V | SE PP | |
De meest gebruikte buis als volwaardige audioversterker (de voorloper van de IC!). Dissipatie 0.5W triode, 9W pentode. Met slechts twee buizen kan men een volwaardige push pull versterker bouwen (4 buizen in totaal voor een stereo versterker). De pentode is zeer gevoelig (hoge versterking), een laag stuursignaal is reeds voldoende om het maximaal vermogen te halen.
De buizen uit de "P" reeks zijn compatibel, maar met een gloeistroom van 300mA. | |||||||
ECL88 | |||||||
Europese benaming van de 30PL14, een beam tetrode die bedoelt was als raster eindtrap. Zeldzame buis. In tegenstelling met wat het typenummer vermeldt heeft de buis een gloeispanning van 16V en niet 30V. De triode heeft een zeer lage spanningsversterking µ = 18, de buis is minder geschikt als audioversterker dan de ECL85/PCL805. | |||||||
Dubbele pentode | V | I | P | D | Vin | ||
ELL80 | 250V 250V | 29mA 11-28mA | 3W 9.2W | 10% 5% | 4.2V 8.5V | SE* PP | |
Een dubbele pentode die als complete stereo versterker voorzien was (just add one ECC83) om de concurrentie aan te gaan met de eerste transistoren. De buis kon ook als mono push pull versterker gebruikt worden (just add one ECC83). Dissipatie per pentode is 6W. SE* = Single Ended Stereo | |||||||
Dubbele pentode - triode | V | I | P | D | Vin | ||
ECLL800 | 250V | 11-29mA | 9.2W | 5% | 8.5V | PP | |
Complete push pull eindtrap met fase omkeertrap, de eigenschappen van de pentodes zijn identiek aan die van de vorige buis. De triode is voorzien voor een eenvoudige parafase schakeling (die weinig extra componenten nodig heeft). De versterking van de triode is -1 met een anodeweerstand van 15k (µ = 1.2). |
Publicités - Reklame