De circlotronschakelingen gebruikt eindtrappen in cathodevolgerschakeling. Er is dus een sterke sweep (spanningszwaai) nodig om de versterker uit te sturen. Maar aan de andere kant heeft een cathodevolger een hoge ingangsweerstand, en die wordt in de circlotronschakeling nog verder verhoogd.
Anderzijds kan de drivertrap heel gewoontjes zijn. Vaak gebruikt men een Mullardschakeling. |
-
Op een vorige pagina hebben we de basis van de circlotron uitgelegd: een dubbele cathodevolger. Nu wordt het tijd om extra deelschakelingen te behandelen.
StuurschakelingMet de drivertrap erbij hebben we een bijna volledige PPP schakeling. We hebben één extra buis nodig (12AX7 = ECC83) om de eindtrappen aan te sturen. Een cathodevolgerschakeling heeft een hoge ingangsweerstand en men mag een voorversterkerbuis zoals de ECC83 gebruiken, zelfs om zware lijneindtrappen te sturen (PL509/PL519). We zullen in verschillende schakelingen zien dat het zelfs mogelijk is een hoogohmige voorversterkerpentode zoals de EF86 te gebruiken. De ECC83 heeft een hoge versterking die goed van pas zal komen omdat we een lokale tegenkoppeling gaan toepassen.Bij een normale lokale tegenkoppeling wordt de anode van de eintrap verbonden met de cathode van de stuurtrap. Beide buizen defaseren het signaal van 180°. Hier hebben we slechts één buis die het signaal defaseert (de drivertrap). De tegenkoppeling moet dus naar de andere buis gestuurd worden. Men had ook de tegenkoppeling op het rooster kunnen laten toekomen, maar daardoor zou de inwendige weerstand van de schakeling te laag geworden zijn. Met de aangegeven waarden in de schakeling heeft men een versterking van 10×. De fase-omkeertrap moet dus een redelijk sterk signaal kunnen leveren. Het voordeel van een sterke tegenkoppeling is dat de demping uitstekend zal zijn.
Ook de roosterweertand van de outputbuis is ontkoppeld met een condensator van 1µF (dit wordt vaak gedaan bij cathodevolgers). Opgelet, de buizen EL34 zijn hier niet echt op hun plaats bij een dergelijke schakeling. Dit zijn buizen die op een hoge spanning werken bij een lage stroom, terwijl een circlotronschakeling beter met EL509 buizen zou werken. Deze buizen kunnen namelijk een veel hogere stroom leveren. Bepaalde ontwerpen gebruiken EL36, dat zijn lijneindtrappen (de voorloper van de befaamde PL500-reeks).
Fase omkeertrapWe moeten het nog even hebben over de fase-omkeertrap. Omdat we met deze schakeling een signaal met een hoge amplitude (tweemaal 20V) moeten hebben is een Williamsonschakeling aangeraden (zie figuur rechts).Indien men een lagere lokale tegenkoppeling gebruikt is
Zoals bij alle schakelingen met buizen kan het nodig zijn bepaalde weerstanden aan te passen aan de eigenschappen van de buizen. Dit zijn de spanningen die bereikt moeten worden voor een voedingsspanning van + 300V:
De voorversterker heeft een onafhankelijke voeding nodig. Dit is aangeraden zodat de voortrap op een hogere spanning dan de circlotron kan werken (betere uitsturing). De referentie van de voeding van de voortrap is de massa, waardoor de voeding gebruikt kan worden voor de beide voortrappen (stereo versterker). Bestaande schakelingen gebruiken echter een aftakking van de normale hoogspanning. En we gaan verder met de voeding en de eigenschappen van de circlotron. |
Publicités - Reklame