Buizenversterkers
Amerikaanse versterker
KT33C

De KT33C is één van de eerste beam tetrodes die op de markt gebracht werd en de versterker die ermee gebouwd is toont één van de eigenschappen van de buis: de mogelijkheid om een hoog vermogen te leveren met een relatief lage anodespanning.
-

-

De versterker toont één eigenschap van de KT33C (en de straalbundel tetrodes in het algemeen): deze buizen kunnen op een relatief lage spanning werken en toch een redelijk vermogen leveren.

Toen de buis gelanceerd werd waren er zowel gelijkspanningsnetten als wisselspanningsnetten. De versterker heeft daarom geen transformator en kan werken op een spanning van 220V, zowel DC als AC. De versterker werd in Groot Brittanië gemaakt (met amerikaanse buizen), waar de netspanning gelukkig al vast stond op 220V. Op een gelijkspanningsnet heb je een spanning van ongeveer 200V door de verliezen in de diodes. DE diodes zijn noodzakelijk om een beschadiging van het toestel te vermijden bij een omgekeerde aansluiting. Op een wisselspanningsnet heb je een spanning van ongeveer 235V door de beperkte waarde van de elko's.


De anodestroom bedraagt 70mA per buis en de versterker haalt een vermogen van 14W met een vervorming van 0.5%. De KT33C heeft een maximale anodedissipatie van 13W. De primaire impedantie van de transfo bedraagt 3.2kΩ (a-a).

De eerste buis is een pentode om aan een voldoende versterking te komen ondanks de tegenkoppeling. De schakeling is trouwens ontworpen door Williamson (maar we missen de twee driver triodes om er een volledige williamson van te maken). Een kenmerk van de Williamson versterker is de tegenkoppeling, die in die tijd nauwelijks toegepst werd (het kostte een buis, of het verplichtte een duurdere pentode in plaats van een triode te gebruiken).

De tweede trap is een normale triode, vergelijkbaar met de ECC82, die met een lagere spanning tussen cathode en anode kan werken. De eindtrap wordt gebruikt in ultra lineairschakeling om de vervorming naar omlaag te krijgen (tap is normaal op 20% voor beam tetrodes). Er is een kleine filter van het type Boucherot om ongewenste oscillaties tegen te gaan.

De voeding van de gloeidraden is in serie in een 300mA kring. De barretter of ijzer-waterstof weerstand is een stroomstabilisator (afbeelding links). Het bestaat uit een ijzerdraad gemonteerd in een buis gevuld met waterstofgas. Bij een hogere netspanning stijgt de stroom door de draad die dan warmer wordt. De weerstand van de draad stijgt sterk en beperkt zo de stroom. Het effekt wordt nog versterkt door het waterstofgas dat in het ijzer oplost bij hogere temperaturen. De barretter kan de stroomverandering beperken tot minder dan 5% bij een spanningsvariatie van 30%. De buizen worden gespecifieerd voor een stroom (bijvoorbeeld 100 of 300mA en een spanning over de buis, bijvoorbeeld 16-50V.

Dit is een versterker die je tegenwoordig niet meer moet bouwen, de KT33C worden al lang niet meer gemaakt. Maar je kan wel een moderne versie bouwen met een ECF80 als voortrap en fase omkeertrap en eindtetrodes KT66 voor een vermogen van 15W (hoogspanning = 250V). De gloeidraden worden nu parallel gevoed met 6.3V. Vergeet de transfo niet.

Publicités - Reklame

-