Buizenversterkers
De eindtrap
6L6

De 6L6 is een veel voorkomende amerikaanse vermogensbuis die je in bepaalde versterkers zal aantreffen.
-

-


Versterker met 6L6

De amerikaanse vermogensbuizen 6V6 en 6L6 zijn straalbundel tetrodes en geen pentodes zoals in Europa (EL84 en EL34). Dit komt door een brevet van Philips, Philips had namelijk de vermogenspentode (met drie roosters) gebreveteerd. De amerikanen moesten noodgedwongen met een ander ontwerp komen, dit werd dan de tetrode met een extra set stuurplaten (beam forming plates).

Een beam tetrode heeft een hoger rendement dan een pentode, er loopt minder stroom door het schermrooster, een waarde van 2.2mA is normaal bij beam tetrodes. Door het redelijk hoog rendement was het mogelijk draagbare radio's te bouwen met gewone buizen, terwijl men in Europa speciale buizen met direct verhitte cathodes ging gebruiken.

Beide buizen kwamen in 1936 op de markt en worden nog volop gefabriceerd. Voor het bouwen van een versterker kan je beter nieuwe buizen kopen van gerenomeerde fabrikanten (dus geen chinezen en liefst ook geen russische equivalenten), NOS buizen bieden geen voordeel, de productie was vroeger niet beter.

Deze buizen werden oorspronkelijk ontworpen als "algemene" buizen, maar werden vooral in radiotoestellen gebruikt (6V6) en in wat zwaardere versterkers (6L6). De KT66, KT88,... werden specifiek ontworpen als audiobuizen.

De 807 heeft nagenoeg dezelfde eigenschappen als de 6L6, maar was voorzien als lijneindtrap in televisies, met een anodeaansluiting boven de buis. De 807 werd eveneens gebruikt in amateur radiozenders (zoals de europese PL504), door de aansluiting op de buis werd terugkoppeling vermeden. Een europees equivalent was de EL37, de voorloper van de welbekende EL34.

De 6V6 en 6L6 waren een buis voor algemeen gebruik en niet specifiek voorzien voor hifi weergave. De buis had trouwens een merkbare tetrodeknik, minder dan een oude tetrode, maar meer dan een pentode. De KT66 werd op basis van de 6L6 ontworpen, maar men had als doel de tetrodeknik sterk te verminderen ("KT" staat voor "kinkless tetrode"). Om dat te bereiken moest de anode verder geplaatst worden, waardoor de buizen een dikker uitzicht hebben.

Tegenwoordig hebben beide buizen nagenoeg dezelfde eigenschappen en je zal meer verschillen (op audio weergave) opmerken tussen twee 6L6 buizen van twee verschillende fabrikanten, dan tussen een 6L6 en een KT66. De 6L6 wordt als goedkoper broertje van de KT66 aangezien en prijs ligt normaal wat lager.

De parameters van de buizen zijn voor de originele buizen, er zijn teveel verschillen tussen de fabrikanten. Ook het schema speelt natuurlijk een rol

  • De parameters voor single ended zijn: Va: 250V, -20V (negatieve polarisatie) of 490Ω (cathodeweerstand), signaal op rooster: 20Vpp, Ia: 40mA, Po: 6.5W (d: 10%).

  • En voor een push pull versterker in classe AB1: Va: 360V, Vg2: 270V, Vg1: -22.5V of 250Ω (gemeenschappelijke weerstand), 45Vpp tussen beide roosters, Ia: 88 - 135mA, 25W met d: 2%.

De schakeling heeft een parafase fasedraaier als ingangstrap, gevolgd door een long tail (mullard) met een lage cathodeweerstand. De schakeling levert een vermogen van 20W met een vervorming van minder dan 1%. Door de spanning te verhogen kan men meer vermogen uit de buis halen, maar dan verliest men de ultra-lineaire schakeling.


Versterker met 6L6 in SIPP configuratie

6L6 in Self Inverting Push Pull

De tweede schakeling is een SIPP configuratie (self inverting push pull), de 6L6 kan echt voor alles gebruikt worden. Na de tweede wereldoorlog had men een enorme voorraad 6L6 over omdat de buis voor veel toepassingen gebruikt werd. De buis was goedkoper dan speciale audiobuizen zoals de KT66. De SIPP schakeling is vooral een goedkoper alternatief op de echte push pull en daar hoort ook een buis die relatief goedkoop gemaakt werd.

Met de self inverting push pull schakeling kan men een hoger vermogen halen, zonder dat men extra onderdelen nodig heeft (behalve een tweede eindbuis). Het stuursignal voor de tweede eindpentode komt via de gemeenschappelijke, niet-ontkoppelde cathodeweerstand.

De 6L6 heeft een relatief hoog vermogen in single ended configuratie en dat is nodig omdat een SIPP schakeling niet kan werken in classe AB. Een vervorming die door de eerste (aangestuurde) buis opgewekt wordt, wordt overgedragen naar de andere buis. Men haalt een dubbel vermogen ten opzichte van een SE-ontwerp. Met dezelfde werkingsparameters (voedingsspanning en vervorming) bekomt men een vermogen van 5W in single ended, 10W in SIPP en 20W met een push pull met omkeertrap.

Ik vraag mij soms af waarom deze buis nog steeds in audio versterkers gebruikt wordt, terwijl de buis nog steeds de kenmerkende tetrodeknik heeft. De kode met één letter geeft aan dat dit een zeer oud ontwerp is en er bestaan buizen die veel betere eigenschappen hebben. Maar de buis is zeer geliefd bij musikanten die guitaarversterkers gebruiken.

Een complete versterker met ECF80 als voorversterker en fase omkeertrap en 6L6 als eindtrappen staat hier. Daarmee combineert men de hoge versterking van een pentode met delage inwendige weerstand van de triode in één enkele combi buis.

Publicités - Reklame

-