De 807 buis is één van de meest bekende versterkerbuizen in de Verenigde Staten. De buis wordt echter minder en minder gebruikt vanwege de niet compatibele buisvoet en omdat bepaalde toepassingen zijn komen te vervallen. |
-
Hoewel de buis goede audio eigenschappen heeft (vergelijkbaar met die van de 6L6) werd de buis vaak gebruikt voor public address (sonorisatietoepassingen), waarbij de buis nagenoeg in classe B gebruikt werd.
Audio versterker De caracteristieken blijven lineair, zowel met een negatieve als een positieve stuurroosterspanning. Het is enkel in classe AB2 dat men het maximaal vermogen uit de buis kan halen, namelijk een vermogen van ongeveer 75W. Bij een positieve roosterspanning loopt er echter stroom door het rooster en de drivertrap moet daarop berekend zijn.
AM modulator met anodesturing
Radio-frekwente versterker
De buis is intern vergelijkbaar met de 6L6, maar is beter bestand tegen de hoge spanningspieken op de anode. De buisvoet is specifiek (amerikaans 5 pens), waardoor de buis tegenwoordig niet meer gebruikt wordt in versterkers.
De 807 met zijn anodecontact bovenaan de buis bleek perfect bruikbaar voor de electromagnetische afbuiging van de televisies, alhoewel de buis nooit voor deze functie ontworpen werd (de weinige televisies die er toen bestonden gebruikten electrostatische afbuiging zoals een oscilloscoop). Toen de televisies met electromagnetische afbuiging op de markt kwamen, werd deze buis gebruikt in plaats van een specifieke buis te ontwikkelen.
Wat de 807 betreft: er werden speciale uitvoeringen gemaakt voor de horizontale afbuiging. De wijzigingen waren het verwijderen van de interne afscherming aan de electrodes en later het vervangen van de american 5 pins buisvoet door een octal buisvoet.
De buizen die op de 807 gebaseerd zijn, zijn de 6BG6G en 6CD6G. Deze goedkope buizen werden dan op hun beurt in bepaalde versterkers gebruikt. Met een schermroosterspanning van 150V bleken de buizen heel lineair te werken. Vooral de 6CD6 werd in commerciële versterkers gebruikt.
We hebben eerst een microfoonversterker met een 6J7G, gevolgd door een triode 6J5G. De tweede ingang (hoog niveau) schakelt de microfooningang uit als er een stekker ingeplugd wordt.
De eerste buis van het versterkergedeelte is een 6SN7GT, een dubbele triode in octal behuizing. De buis is even bekend als de ECC83 bij ons, maar de buis heeft een lagere versterking en een hogere lineariteit. Je kan deze buis in bepaalde moderne versterkers terugvinden, de buis bestaat in verschillende (verbeterde) uitvoeringen, te zien aan de extra letters. De tweede triode is als cathodevolger geschakeld.
De tweede buis is eveneens een 6SN7GT: de eerst triode is als versterker geschakeld en krijgt de tegenkoppeling op zijn cathode. De tweede triode is de fasedraaier, er wordt hier een standaard parafase gebruikt. Deze tweede triode heeft een versterking van -1×, de verschillende anodeweerstanden zorgen voor een identiek signaal op de twee uitgangen. De drivertrap is als cathodevolger geschakeld en versterkt de amplitude van het signaal niet.
Om een werking in classe AB2 mogelijk te maken moet de bron laagohmig zijn, omdat het rooster van de eindtrap positief kan worden. Enkel een triode in gemeenschappelijke anodeschakeling (= cathodevolger) kan de nodige stroom leveren. Als het stuurrooster positief is werkt het als een diode, waardoor er een sterkere stuursignaal nodig is. Indien de bron te hoogohmig is, dan is het uitangssignaal vervormd en wordt het nominaal vermogen niet gehaald.
Voeding
De spanning van 240V dient voor de voorversterker. De stroom is hier constant want de buizen werken in classe A in het midden van hun caracteristiek. Transfo 2 × 260V, 20mA.
De spanning van 300V is de schermroosterspanning en ook de spanning van de drivertrappen. De schermroosterspanning van de 807 moet beperkt worden tot 300V anders kunnen de buizen beschadigd worden. De stroom is hier variabel (17 - 43mA) en hangt af van het vermogen dat geleverd moet worden. Transfo 2 × 270V, 90mA
De anodespanning voor de eindtrappen bedraagt 500V. Deze spanning wordt ook gebruikt voor de eerste versterkertrap en de parafase fasedraaier. De stroom kan sterk variëren ten gevolge van de werking in classe AB2 (100 - 265mA). Transfo 2 × 600V, 260mA. De spanningsstabilisatie gebeurt door een speciale smoorspoel, een zogenaamde "swinging choke" (let op de noodzakelijke afwezigheid van de eerste filterelko).
Er is ook een negatieve spanning van 78V voor de roosterpolarisatie van de eindtrappen. De spanning kan ingesteld worden voor beide buizen terzelfdertijd.
De laatste schakeling is enkel het vermogensgedeelte (zoals gebruikt in een andere versterker). De vervorming bedraagt 6.9% (tegenkoppeling op nul) ŕ 3.3% (maximale tegenkoppeling van 8dB). De versterker heeft een stuurspanning nodig van 4V (geen tegenkoppeling) ŕ 10V (maximale tegenkoppeling).
De anodedissipatie van de eindtrappen bedraagt 25W per buis in rust, de maximale dissipatie wordt dus al bereikt in rust...
Hier is nogmaals het verschil getoond tussen een transistor- en een lampenversterker: bij een transistorversterker mag de maximale dissipatie niet overschreden worden, bij buizenversterker geldt de waarde eerder als 'richtwaarde'.
Werking in classe B
De schakeling werd door radio-amateurs gebruikt (modulator), waarbij de geluidkwaliteit niet aan hoge eisen moet voldoen (AM modulatie). Het was de gewoonte een transfo te gebruiken als fase-omkeertrap, zo kon men een buis vermijden (die waren toen duurder dan transfo's). Deze extra transfo zorgde echter voor een verhoging van de vervorming.
Voor een hoger zendvermogen wordt de modulatorbuis gevolgd door een aantal buizen die op zeer hoog vermogen werken (commerciële AM zenders).
De versterker is zo eenvoudig mogelijk gemaakt: dat merkt men aan de polarisatie door de cathodeweerstand, maar ook aan het ontbreken van ontkoppelelko's over de andere cathodeweerstanden. De tegenkoppeling wordt betrokken vanaf de anodespanning van een eindtrap (zo kan men de faseverschuiving van de transfo vermijden).
De voeding van de voortrappen en de schermroosters van de eindtrappen wordt bekomen door een spanningsdeler waarover 90mA gedissipeerd wordt (goed voor 40W warmte ontwikkeling).
Het is een typische amerikaanse versterker die zo goedkoop mogelijk gemaakt werd, maar die een hoog vermogen kon leveren ten koste van de geluidskwaliteit. Zo'n ontwerp moet je niet nabouwen. Het is niet aangeraden om de eindtrappen direct te sturen uit de cathodyne. De weergavecurve is zeer krom en hangt af van de outputtransformator, want die is niet opgenomen in de tegenkoppeling.
De versterkers van Geloso die ook een paar 807 in de eindtrap gebruiken worden op een andere pagina besproken.
|
Publicités - Reklame