Buizenversterkers
Een stereo eindtrap met één enkele buis
ELL80 PLL80

De ELL80 en ECLL800 zijn de laatste buizen die gemaakt werden voor gebruik in radio's, platenspelers en versterkers (ook beperkt beschikbaar als PLL80 en PCLL800). Een enkele PLL80 kan als stereo eindbuis dienen (single ended) of als mono push pull versterker. De PCLL800 die op een volgende pagina besproken wordt is voorzien als push pull eindtrap en bevat de faseomkeertrap als triode.
-

-


Versterker 2×3W met ECC83 (12AX7) en PLL80
(gemeenschappelijke deel in het blauw)

De dubbele pentode is geen uitvinding die gemaakt werd juist voor het verschijnen van de eerste transistorradio's. Een dubbele vermogenspentode bestond al voor de tweede wereldoorlog, namelijk de ELL1. Het audiovermogen bedroeg 5.4W bij een (toen) aanvaardbare vervorming van 3.7%. Dit vermogen wordt bereikt met een wisselspanning van tweemaal 19V effectief. De buis had dus een bijzonder lage versterking (1.8mA/V, zelfs minder dan een triode). Ter vergelijking een modernere pentode (EL84) heeft genoeg aan 10V op zijn stuurrooster om zijn nominaal vermogen te halen, dat tweemaal zo hoog ligt.

De cathodes, schermroosters en keerroosters van de twee systemen zijn intern doorverbonden. De maximale anodedissipatie bedraagt 4.5W. Voorwaar dit is een buis met zeer bescheiden eigenschappen!

De buis nam slechts een beperkt vermogen op en was eigenlijk bedoelt voor mobiele toepassingen waar een voldoende vermogen toch gewenst was (de eerste autoradio's). De enige schakeling die een rendement van meer dan 50% mogelijk maakte was een push pull versterker. En in een auto was er toen weinig ruimte voor zo'n luxe-accessoire als een autoradio, vandaar dat de plaats beperkt was, en men voor een dubbele pentode in één glasballon gekozen heeft.

De gloeispanning wordt direct van de batterij betrokken (6.3V) en de hoogspanning wordt door een triller geleverd (gevolgd door een transfo, een gelijkrichterbuis en een filterelko). De hoogspanning was niet stabiel (hoge inwendige weerstand) en de pentode moest kunnen werken in minder optimale omstandigheden.

De buistype heeft geen voetaanduiding, wat aangeeft dat we te maken hebben met een voor-oorlogse buis. De EEL1 gebruikt een "P" buisvoet met contacten aan de zijkant. Dit was de standaard buisvoet in die tijd.

De hoogspanning moet 250V bedragen, de gemeenschappelijke cathodeweerstand moet 580 à 600Ω hebben en de anodeweerstand moet tweemaal 8kΩ bedragen. Toen gebruikte men nog een kleine transfo voor de fase-omkering. De eerste transistorradio's hadden trouwens ook zo'n transfo, een transfo kostte toen minder dan een extra transistor.

Men heeft heel snel het concept van de dubbele vermogenspentode vergeten. Dit is de enige dubbele vermogenspentode, samen met de meer recentere ELL80 en ECLL800.

ELL80

De ELL80 werd gebruikt in toestellen die een wat hoger vermogen nodig hadden dan wat beschikbaar was met een EL84 in single ended configuratie (9W in vergelijking met 4W voor een EL84). De buis is dus oorspronkelijk voorzien om gebruikt te worden als mono push pull eindtrap, maar kan ook gebruikt worden als complete single ended eindtrap in een stereo versterker (2 × 3W), de buis bevat namelijk twee gelijke straalbundel tetrodes. Er is echter een gemeenschappelijke cathode waardoor er een gemeenschappelijke cathodeweerstand nodig is zodat de kanaalscheiding links/rechts daardoor minder wordt (de twee cathodes zijn doorverbonden op pennetje 7).

Een volledige stereoversterker van 2 × 9W heeft slechts vier buizen nodig (ECC83 en ELL80) en een gelijkrichter.

De fabrikanten hadden dus een complete range van buizen om alle mogelijke vermogens te produceren. De ECL80 is een buis met relatief laag vermogen (en gemeenschappelijke cathode). De ECL82 kan een wat hoger vermogen leveren. De ELL80 komt overeen met twee losse PL95 pentodes.

Mono Stereo
ECL80 (1.5W) 2 × ECL80 (2 × 1.5W)
ECL82 (3W)
EABC80 + EL95 (3W)
 2 × ECL82 (2 × 3W)
ECC83 + ELL80 (2 × 3W)
EABC80 + EL84 (4W) ECC83 + 2 × EL84 (2 × 4W)
ECC83 + ELL80 (9W [PP]) 2 × ECC83 + 2 × ELL80 (2 × 9W [PP])
ECC83 + 2 × EL84 (15W [PP]) 2 × ECC83 + 4 × EL84 (2 × 15W [PP])
[PP]: push pull

De ELL80 is een beam tetrode, maar de g2-stroom kan toch oplopen tot meer dan 25% van de anodestroom. De buis heeft dus een slecht rendemenet en wordt zeer warm.

De schakeling links is een single ended stereo verterker (twee kanalen) met slechts één outputbuis. Een dergelijke configuratie werd bijvoorbeeld gebruikt in stereo pick ups. Een voorbeeld van stereo radio staat hier uitgelegd.

Instelling (per tetrode):
Hoogspanning = 250V,
Anodestroom 24mA,
Schermroosterstroom 4.5mA,
Vermogen 3W,
Gemeenschappelijke cathodeweerstand 160Ω (goed ontkoppeld).

Met bijna dezelfde onderdelen kan men een mono push pull versterker bouwen.
Voor een push pull versterker gaf men doorgaans de voorkeur aan een ECLL800 die een ingebouwde fasedraaier had.

Instelling (per tetrode):
Hoogspanning 250V,
Anodestroom: 21-26mA,
G2-stroom 4.2-9mA,
Vermogen 8.5W (d=5%) met cathodeweerstand,
9.2W (d=5%) met negatieve roosterpolarisatie (-12V).

In tegenstelling met een eindtrap met EL84 single ended kon de balanstransfo van een ELL80 kleiner gebouwd worden want er is geen ruststroom die een permanente magnetisatie veroorzaakt. De stroom door één wikkeling wordt gecompenseerd door de stroom in de andere wikkeling (voordeel van de push pull schakeling).

Hoewel de push pull uitvoering het dubbele vermogen kon leveren dan een EL84, vergt de push pull echter een extra triode (fasedraaier als cathodyne). De ELL80 schakeling werd daarom bijna nooit in radio's gebruikt omdat men daar reeds over een triode beschikt (EABC80) die dan gebruikt wordt om de EL84 aan te sturen.

De ELL80 is nog moeilijk te vinden, maar de balanstransfo is blijkbaar nog steeds beschikbaar bij Piemme! De transfo kan ook gebruikt worden voor eindtrappen met een vermogen tot 10W.


Alternatieven op de ELL80

De ELL80 wordt al lang niet meer gemaakt, en ook ten tijde van het buizentijdperk was de productie eerder beperkt. De kans is dus klein dat je nog ELL80 in NOS toestand zal aantreffen, maar er bestaan kits die uit twee EL95 en een speciale buishouder bestaan. Twee EL95 hebben dezelfde eigenschappen als een ELL80. De aansluiting op de buishouder komt overeen met die van de ELL80.

Mocht je wat meer vermogen wensen, dan kan je ook twee EL90 gebruiken. Beide buizen gebruiken dezelfde aansluitingen, maar de EL90 heeft een hogere toelaatbare dissipatie en kan een hogere stroom leveren.

Het is goed te zien dat de ELL80 een beam tetrode is (stralenbundel tetrode): er is geen staaf om het keerrooster te bevestigen (wel een koperen stuurrooster en een schermrooster). De bevestiging van het keerrooster (beam forming plates) zijn de blinkende metalen platen die door het mica steken, je ziet ze boven en onder de cathode. De zwarte platen is de anode.



De ELL80 is een beam tetrode, maar zonder dat de wikkelingen van het schermrooster in het verlengde van die van het stuurrooster zitten. Er zijn twee wikkelingen van het stuurrooster voor één wikkeling van het schermrooster en dan kunnen de wikkelingen van het schermrooster onmogelijk in het verlengde van .die van het stuurrooster liggen.

Dit heeft als gevolg dat het schermrooster veel meer electronen opvangt, minstens 20% van de electronen die van de cathode komen worden door het schermrooster opgevangen.

Het is een verkeerde compromis dat de fabrikanten gezocht hebben: een strakke spoed voor het stuurrooster zodat de buis voldoende gevoelig is en een losse spoed voor het schermrooster zodat er niet teveel electronen opgenomen worden.

Het is immers moeilijk om beide wikkelingen in elkaar's verlengde te leggen bij kleine vermogensbuizen (dat lukt beter bij lijneindtrappen en rastereindtrappen die een grotere afstand hebben tussen de wikkelingen). Om dit te bereiken zijn er speciale machines nodig. Deze buis is dus zo goedkoop gemaakt om nog voor een aantal jaren de concurrentie te kunnen aangaan met de transistoren.

De buis is tegenwoordig zeer zeldzaam geworden en kost nu meer dan 100€. Om om de buis te promoten wordt de meest onzinnige zever verteld:

The ELL80 / 6HU8 power/output tubes are a must-have for any audiophile who is looking to upgrade their audio system. These tubes are one of the best options available in the market when it comes to delivering superior sound quality without compromising on technical specifications.
Downgrade...

The ELL80 / 6HU8 tubes feature a unique design that utilizes a triode and a pentode section within the same glass envelope, enabling them to produce incredibly rich and detailed sound that is perfect for music lovers of all genres. Whether you love classical, jazz, or rock, these tubes can deliver the perfect sound experience that you crave.
Double beam tetrode

One of the standout features of the ELL80 / 6HU8 tubes is their high output power, which makes them ideal for use in high-end amplifiers and other audio equipment. With a maximum output power of up to 13 watts, you can be sure that these tubes will provide ample headroom and dynamic range, allowing your music to come to life like never before.
3W 10% SE, 8.5W 5% PP

When it comes to technical specifications, the ELL80 / 6HU8 tubes boast impressive numbers across the board. They have a low plate resistance of only 1,600 ohms, making them highly efficient and capable of delivering ample current to your speakers. They also have a high transconductance of up to 8,100 micromhos, ensuring that they are able to accurately reproduce even the most complex audio signals.
Ri = 80k, S = 6.2mA/V

Overall, the ELL80 / 6HU8 tubes are a top-of-the-line choice for any audiophile who wants to take their listening experience to the next level. With their superior sound quality, impressive technical specifications, and versatile design, they are guaranteed to impress even the most discerning listeners. So why wait? Upgrade your audio system today with the ELL80 / 6HU8 power/output tubes and experience the music like never before!
Cheap valve for a feeble stereo amplifier

De tekstschrijver vergeet te zeggen dat deze buizen gemaakt werden op het einde van het buizentijdperk. Buizen waren toen goedkoper dan transistoren, maar om de handel gaande te houden moesten de buizen zo goedkoop mogelijk gemaakt worden (ik wil hier niet zeggen dat de buizen slecht waren, maar het waren niet de beste buizen uit die periode). Eenmaal dat dit niet meer mogelijk was werd de productie snel stilgelegd.

De ELL80 werd vooral gebruikt in goedkope stereotoestellen zodat men specjts één buis nodig had voor beide kanalen. Maar het kan nog beter wat combi-buizen betreft: de ECLL800 heeft ook nog de extra fasedraaier aan boord!

Publicités - Reklame

-