Enkele versterkers in SE configuratie met een PCL86. Dankzij de triode in de PCL86 kan een volledige stereoversterker gebouwd worden met slechts 2 buizen. Op deze pagina bespreken we de single ended versterkers. |
-
De PCL86 (of ECL86) is een triode-beam tetrode die specifiek als audioversterker ontworpen werd. De bedoeling was de buis als single ended versterker te gebruiken, maar er zijn ook push pull versterkers gebouwd met deze buis (push pull versterkers met ECL86).
De buis werd vaak gebruikt in televisies uit de jaren 1960 - 1970 als audio eindtrap in een single ended montage of in een SRPP montage (samen met een PL84). De gloeistroom werd geleverd door een serieketen die direct op de netspanning aangesloten werd (300mA). Mono platenspelerDe buis bestaat ook in 6.3V uitvoering (ECL86) die gebruikt werd in de betere platenspelers. Het was de opvolger van de ECL80 en de ECL82. De buis kon een hoger vermogen leveren met een lagere vervorming.Het is de schakeling van een mono platenspeler. Men probeert de kosten te beperken door een enkelvoudige gelijkrichter (de vorige uitvoeding had een dubbele gelijkrichterbuis EZ80). Een dubbele gelijkrichter is balangrijk want die kan de rimpel beter onderdrukken. Rimpel is sterker hoorbaar in een asymmetrische versterker zoals hier, bij eeen symmetrische (push pull) versterker worden de common mode storingen beter onderdrukt. De schakeling heeft enkele bijzonderheden, zoals de vreemde schakeling van de uitgangstransfo. Dit is een schakeling die gebruikt werd bij Philips en Telefunken. De reden van deze vreemde schakelwijze is te vinden op de pagina over de single ended versterkers. De tegenkoppeling is ook redelijk complex en werkt zowel in op de cathode van de eindtrap (locale tegenkoppeling) als op het rooster van de triode (globale tegenkoppeling over de ganse versterker). De globale tegenkoppeling zorgt ook voor een loudness funktie. De versterker levert geen hifi, maar is ontworpen om een beperkte bandbreedte zo goed mogelijk weer te geven. Dat is ook de reden van de koppelcondensatoren van 10nF die de bandbreedte aan de onderkant beperken en de condensator van 1nF over het primair van de transfo. Deze werkwijze zorgt ervoor dat er geen vermogen verloren gaat in de laagste tonen, dit toch niet weergegeven kunnen worden. Er zijn wel bassen aanwezig, maar dit komt door een extra versterking van de mid-lage tonen (ook Bose heeft dit systeem later gebruikt in zijn Accoustimass systemen).
Let hier ook op de vreemde schakeling van de voeding aan de transformator: de spanning komt toe via +1 en gaat naar de andere delen van de radio via +2. De radio heeft een enkelvoudige toonregeling met vermindering van de hoge tonen. De schakeling rechts is de audiotrap van goedkopere televisies (of van latere televisies die de SRPP schakeling niet meer gebruikten). De polarisatie van de triode wordt verkregen door een weerstand van hoge waarde. De electronen die van de cathode komen botsen op het rooster, waardoor die langzamerhand wat negatief wordt. De lekweerstand zorgt voor de correcte polarisatie. Dit systeem is bruikbaar voor de voortrap, maar niet voor de eindtrap, waar een hogere stroom door de buis loopt. Door de ionenbombardement komt er kathodemateriaal op het rooster terecht, waardoor die ook electronen gaat uitzenden. Het rooster wordt dan positief in plaats van negatief. Dat is de reden dat de lekweerstand voor de tetrode niet hoger mag gaan dan 680kΩ (1MΩ als de anodespanning 160V bedraagt). De ECL86 wordt hier op zijn maximaal vermogen gebruikt (dissipatie van 9W), het audio vermogen bedraagt ongeveer 3.5W (hangt af van hoeveel vervorming aanvaardbaar is).
De schakeling wordt ook nog gebruikt als versterkertrap voor het RF signaal (5.5MHz FM signaal). Er is een onderdrukking van de brom (een klein percentage van de rimpel op de voeding wordt in tegenfase naar de versterker gestuurd). We merken de uitgebreide toonregeling met regeling van de hoge tonen en uitschakelbare vermindering van de laagste tonen (om de spraak meer duidelijk te maken). Dit is eigenlijk het beste wat de lampentechnologie te bieden had voor een vermogen van 4W. Omdat er gewerkt wordt met luidsprekers met een impedantie van 800Ω is een outputtransformator niet nodig.
Dit is de schakeling die in deze televisies gebruikt werden. Met een BD135/BD136 combinatie kan men een versterker bouwen met een vermogen van 10W. Dit was ook nodig want het waren grote televisies en het vermogen van een radio was onvoldoende.
Maar de eindtrappen hebben geen ruststroom. Er zijn dus heelwat vervormingen aanwezig op laag vermogen. De luidsprekerimpedantie was 16Ω zodat we slechts een vermogen van 4W halen, niet meer dan met een lampenversterker. Er was een afgrijselijke clipping als het maximaal vermogen overschreden werd. Ik herinner mij dat het geluid zo akelig was dat ik het audio gedeelte vervangen heb door een SRPP schakeling (het is de schakeling die op deze pagina te zien is). |
Publicités - Reklame