Buizenversterkers
De eindtrap
PCL86

Eigen versie van een versterker met PCL86.
-

-

Dit is mijn versie met triodes-pentodes ECL86/PCL86. De versterker gebruikt een gemeenschappelijke cathodeweerstand voor de polarisatie van de eindtrappen en een kleine negatieve voorspanning om de anodestroom door beide buizen te egaliseren. Ik had toen enkel recuperatiebuizen van verschillende fabrikanten met uiteenlopende eigenschappen. Dit is uiteindelijk ook de reden geweest dat de versterker niet zo goed presteerde.

Normale voortrap, normale cathodyne, normale eindtrap. De gemeenschappelijke condensator van 220nF over de cathodes van de eindtrappen heb ik maar bewaard hoewel zijn nut meer dan twijfelachtig is als je een goede elko gebruikt.

De frekwentiebeperkende condensator van 1nF over de anode van de voortrap heb ik kunnen vermijden toen ik een degelijke balanstransformator heb gekocht. Met een goede transfo waren er geen uitslingeringen meer bij impulssignalen (blokgolven).

Je kan deze schakeling ook gebruiken met moderne ECC832 buizen en EL84 buizen in de eindtrap. Deze buizen worden tegenwoordig nog gefabriceerd, terwijl ECL86 en vooral PCL86 buizen NOS zijn. Voor de negatieve voorspanning kan je de gelijkgerichte gloeispanning gebruiken (met een trimmer voor iedere buis). Eventueel de spanning verdubbelen.

Op basis van de schakeling hierboven heb ik een testschakeling ontworpen om verschillende combinaties uit te testen. Dit is de vergelijkende test PCL86 PCL805. Het vermogen dat opgegeven wordt wordt zeker niet gehaald, dit heeft oa. te maken met het feit dat ik oude buizen gebruikt: dit fenomeen is sterk merkbaar bij de PCL86 die origineel al een beperkte cathodestroom heeft.

De PCL86 kan ongeveer 3.5W leveren in een single ended configuratie, 7W in een push pull in classe A en tot 10W in classe AB (met een aangepaste ringkern audiotransformator).

PCL805

Omdat ik over veel PCL805 buizen beschikte (en mijn PCL86 buizen onvoldoende gepaard waren om een stereo push pull versterker te bouwen) heb ik de bovenste versterker ook gebouwd met PCL805 buizen (opgelet, de buizen zijn niet pen-compatibel!).

De triode heeft eigenschappen tussen de ECC81 en ECC83 (spanningsversterking van µ = 60 en steilheid S = 5.5mA/V) en de pentode moet werken met een hogere roostervoorspanning van -18V. De cathodeweerstand moet een waarde van 390Ω hebben. De gloeispanning bedraagt 18V in plaats van 13.3V.

De PCL805 is eigenlijk het kleine broer van de PL504 en werd gebruikt als rastereindtrap in zwart-wit televisies. Je haalt een hoger vermogen met de PCL805 in vergelijking met de PCL86.

Transformator hoogspanning

220V gelijkgericht geeft ongeveer 305V, en dit is een geschikte spanning. De middenaansluiting is ideaal om het schermrooster van een PCL805 van spanning te voorzien (standaard push pull schakeling met balanstransformator), maar voor een PCL86 moet de schermroosterspanning ongever 250V bedragen.

20VA is limiet voor een monobloc onder de vorm van een normale push pull (met balanseindtrap) of een serie push pull (SRPP) met ECL86/PCL86 of PCL805/ECL805, met 30VA heb je een lichte vermogensreserve. Voor een stereoversterker is 50VA nodig.

Gloeispanning

De gloeispanning van een PCL86 bedraagt 13.3V, maar de buis zal evengoed functionneren met 12.6V. Een meer correcte spanning kan bekomen worden door de gloeispanning van 6.3V te verdubbelen, je kiest elko's met een lagere waarde zodat de filtering minder is (begin met tweemaal 330µF). Je zal wat moeten experimenteren met de waarde van de elko's. Kies exemplaren voor schakelende voedingen die de hoge stroom kunnen verdragen.

De PCL805 heeft 18V nodig volgens de specificaties, en hier is een spanningsverdubbelaar met elko's van hoge waarde nodig op de 6.3V. Dankzij de grotere cathode is er reeds voldoende emissie vanaf 14V. Je kan ook een aparte 24V transfo gebruiken en de spanning verlagen met een serieweerstand 20Ω 3W. Of een 12V transfo gebruiken en de spanning gelijkrichten en filteren.

Oscillaties onderdrukken

En nog een laatste tip: wordt de versterker in classe AB gestuurd, dan kunnen er gedempte oscillaties ontstaan bij de overgang van de ene pentode naar de andere. Of er oscillaties ontstaan hangt af van verschillende factoren: de gebruikte luidsprekers (filters van tweeter en woofer), maar vooral de gebruikte outputtransformator en zijn plaatsing ten opzichte van de buizen. Parasitaire oscillaties kunnen ontstaan als men geen hoogwaardige balanstransformator gebruikt.

Deze parasitaire oscillaties kunnen op verschillende manieren onderdrukt worden, dit staat aangeduid op de schakeling: kleine condensator naar massa op de anode van de voorversterkertriode, weerstand van de tegenkoppeling overbrugd door een kleine condensator. Toen ik de schakeling bouwde had ik enkel oude buizen en minderwaardige transfo's, odat de condensatorwaarden veel te hoog zijn (vooral de waarde van de anodecondensator is te hoog).

In deze specifieke schakeling leek een boucherot filter ook goed te werken (4.7kΩ + 4.7nF in serie over de primaire van de outputtransfo).

Ik heb de PCL86 buizen ook gebruikt in een simplexschakeling, een stereo push pull versterker met de helft van de buizen. De PCL805 buizen die met een lagere spanning kunnen werken heb ik gebruikt in SRPP schakelingen: eigen ontwerp SRPP schakeling met PCL805.

Publicités - Reklame

-