De PCL82 werd in de jaren 1950 op de markt gebracht als een krachtiger vervanger van de PCL80. De buis kon ook gebruikt worden als rastereindtrap. |
-
![]() In deze reeks waar we verschillende triodes-pentodes testen in een single ended versterker hoort ook de PCL86, de laatste buis die specifiek ontworpen werd voor audio toepassingen. In vergelijking met de vorige schakeling is de tegenkoppeling aangepast om een meer normale ingangsgevoeligheid te hebben (820mV om het maximaal vermogen te halen).
Pentode, tetrode of sweep tube?De buis is een beam tetrode (stralenbundel tetrode), maar geen "sweep tube", een buis die specifiek ontwikkeld werd voor de magnetische afbuiging in televisies. Sweep tubes hebben als kenmerk dat de wikkelingen van het schermrooster in het verlengde van die van het stuurrooster zitten. Daardoor vangt het schermrooster minder electronen.Deze buis heeft een strakker gewikkeld stuurrooster, waardoor de versterking van de tetrode hoger is. Dit wordt vaker gedaan zodat men een toonregeling kan bijplaatsen (of een tegenkoppeling). Als minpunt heeft men natuurlijk dat het schermrooster veel meer electronen opslorpt, in dit geval 27% van de cathodestroom. De triode heeft een versterking van 55× in deze versterker (anodeweerstand van 150kΩ). De tetrode heeft eigenlijk niet zo'n hoge versterking, namelijk een spanningsversterking van ongeveer 3.5×. Deze lage versterking was al te merken aan de relatief hoge spanning over de cathode. In de pentodeschakeling bedraagt de anodedissipatie ongeveer 5W en de schermroosterdissipatie 1.2W zodat we veilig zitten.
Het vermogen dat gehaald kan worden bedraagt 1.76W (en geen 3.5W), maar ik meet bij een vervorming van 0.1%. Dit is een normale waarde, het audiovermogen is minder dan 1/3 van het gedissipeerd vermogen op de anode. Dit vermogen is niet enorm, maar werd toen geacht voldoende te zijn. De transfo heeft een primaire impedantie van 5kΩ en ik sluit een belastingsweerstand op de 4Ω uitgang van de transfo. Ik heb metingen met andere weerstandswaarden gedaan, en deze instelling levert het hoogste vermogen. De beste impedantie om de buis te belasten bedraagt dus 12.5kΩ. Maar als je transfo niet de juiste impedantie heeft kan je altijd een andere uitgang gebruiken, bijvoorbeeld de 4Ω uitgang als je luidsprekers 8Ω hebben.
Ultra lineairZoals bij alle testen heb ik ook de ultra lineair schakeling gebruikt. Bij alle versterkers leverde dit een vermindering van het audio vermogen, maar niet hier. In tegendeel, het audiovermogen gaat van 1.76W naar 2.57W, maar de dissipatie in de buis wordt ook groter.Dit zijn de gevolgen van de ultra lineair schakeling:
De oscilloscoopbeelden zijn genomen met de versterker in UL schakeling. Het blokgolfsignaal (400Hz) vertoont geen storende oscillaties, terwijl bij de werking in pentode modus wel oscillaties aanwezig waren. De UL schakeling verlaagt de versterking van de tetrode en vermindert dus de oscillatieneigingen. Waarschijnlijk dempt het stuurrooster ook de transfo. Dit is dus een win-win situatie, want we halen meer vermogen uit de buis met een lagere vervorming. Ook het sinussignaal is mooi en onvervormd, hier wordt er een vermogen van 2.5W geleverd. Dit lijkt niet veel in vergelijking met moderne versterkers, maar de geluidskwaliteit is zeer goed. Ik ben nooit fan geweest van de UL schakeling (en metingen aan andere versterkers hebben dat ook bevestigd), maar bij de PCL82 is een ultra lineair schakeling wel aangewezen. De test van verschillende triode-pentode combinaties gaat verder met een single ended testversterker met de PCL84. |
Publicités - Reklame