Enkele versterkers in push pull configuratie met een PCL86. Dankzij de triode in de PCL86 kan een volledige stereoversterker gebouwd worden met slechts 4 buizen. |
-
De single ended versterkers met ECL86 en de eigen versterkers met PCL86 staan op deze pagina.
Standaard hifi versterkerEr valt niet veel te zeggen over dit versterker die 10W per kanaal kan leveren. Je kan nagenoeg de schakeling zo overnemen om zelf een versterker te bouwen.De triode heeft de kenmerken van een (halve) ECC83: een hoge versterking maar een lage steilheid. De voortrap krijgt zijn tegenkoppeling op de cathode, de fasesplitter is een cathodyne. De stroom door de cathodyne is juist een beetje meer dan 1mA en dat is ook het maximum dat de triode kan leveren zonder te vervormen. De eindtrap heeft een polarisatie door een gemeenschappelijke cathodeweerstand, dat was standaard bij de ontwerpen uit die tijd, maar het beperkt het maximaal vermogen dat de versterker kan leveren. De versterker werkt in classe A met een ruststroom van 35mA per buis en een dissipatie van 10W. Merk ook de lage waarde van de condensatoren: koppelcondensatoren van 22 en 100nF en elko's van 40µF. In de eindtrap is een hogere waarde ook niet echt nodig want de versterker werkt in classe A: als de stroom door één buis stijgt, daalt de stroom door de andere buis, waardoor de gemeenschappelijke cathodespanning redelijk constant blijft. Wat aan de versterker gewijzigd kan worden: overgaan van een cathodepolarisatie naar een polarisatie door een negatieve spanning. Men kan daarvoor de gloeispanning gebruiken: verdubbelen en een trimmer voor alle pentodes gebruiken. Iedere cathode heeft enkel nog een meetweerstand van 1Ω naar massa. Men kan blijven werken in classe A, maar men kan beter overgaan naar classe AB met een ruststroom van 8 à 10mA. De stopweerstanden aan de roosters hebben ook een te hoge waarde, de volgende schakeling doet het beter in dat opzicht. B&O hifi versterkerAls het een versterker van Bang & Olufsen is, dan moet het goed zijn! De schakeling vertoont veel gelijkenissen met de vorige schakeling, en toch is die anders. De voortrap gebruikt dezelfde anodeweerstand als de vorige schakeling, maar het betreft hier een floating parafase samen met de tweede triode.De eindtrap heeft gescheiden cathodeweerstanden, ontkoppeld met slechts 25µF. Stuurrooster en schermrooster hebben beide een stopweerstand, zo moet het zijn. Twee kleine condensatoren van 8pF beperken de bandbreedte aan de hoge kant en er is een dubbele RC-filter over de uitgang om faseverschuivingen te compenseren waardoor er verder geen ingrepen nodig zijn. De bandbreedte van de versterker wordt aan de lage kant bewust beperkt door de kleine koppelcondensatoren van 10 en 22nF en de ontkoppelcondensatoren van 25µF. Wat aan de versterker gewijzigd kan worden: overgaan naar een gemeenschappelijke cathodeweerstand (maar dit vergt gepaarde buizen) of een individuele negatieve voorspanning met meetweerstand op de cathode. Zou je zelf deze versterker bouwen, dan zou ik een floating parafase niet aanraden: de correcte werking en balans hangt sterk af van de grbruikte transfo (merk dat er geen frekwentie en fasecorrigerende onderdelen aanwezig zijn in de tegenkoppeling). Hifi versterkerDit is de versterker van een mono platenspeler, maar met de mogelijkheid om een losse versterker bij te plaatsen om stereo te hebben. Dit werd in de tijd vaak gedaan: als de mensen wat geld hadden, dan kochten ze een (mono) platenspeler, en als ze opnieuw wat geld hadden, dan kochten ze een extra versterker. Een mindere kant is dan dat je twee aparte regelingen hebt. Dat lijkt niet problematisch op het eerste zicht, maar de versterker is eigenlijk een combinatie met luidspreker.Dit is een versterker voor hifi toepassingen, dit ziet men direct aan de cathodyne fasedraaier. Over het primair van de outputtransformator is er een filter bijgeplaatst, waarschijnlijk om parasitaire oscillaties tegen te gaan. De versterker heeft een breedband luidspreker en een electrostatische tweeter voor de hoge tonen. De audio kwaliteit van dergelijke tweeters is meestal niet goed en geeft vooral de krassen en stoffen weer van de plaat. De toonregeling zit op de tegenkoppeling. De tegenkoppeling werkt niet in op de cathode zoals in de meeste ontwerpen, maar direct op de ingang. Daardoor wordt de ingang relatief laagohmig. Er is een tweede tegenkoppeling zonder tooncorrectie die naar de onderkant van de volumelnop gaat. Dit werd in veel on,twerpen gedaan zodat er een sterke tegenkoppeling was als de volume laag stond. Bij een hoge volumestand wordt de tegenkoppeling dan minder zodat het maximaal vermogen gehaald kan worden. Door deze dubbele tegenkoppeling wordt de toonregeling ontkoppeld van de volume potmeter. De gelijkrichting is enkelzijdig met een "metal rectifier". De elko's van 50 + 50µF zijn voldoende voor een push pull versterker waar de brom beperkt wordt door de symmetrische eindtrap. De spanning is relatief laag (215V) zodat het maximaal vermogen van de buizen niet gehaald wordt. Het maximaal vermogen is geschat op 5W à 7W. In vergelijking met een versterker met EL84 in single ended configuratie kan deze versterker wat meer vermogen leveren, maar deze versterker heeft vooral een merkbare lagere vervorming. Moderne versterkerDit is een moderne versterker met twee PCL86, de schakeling is ooit in Elektuur verschenen. Voor een eindversterker heb je in totaal 4 zulke buizen nodig. De hoogspanning wordt geleverd door een transfo van 175V (gelijkgericht 250V). De pentode van de PCL86 heeft een lagere maximale dissipatie dan die van de EL84, maar de buis is geoptimaliseerd voor een lagere voedingsspanning. Dit is een buis die single ended gebruikt wordt in de audiotrap van televisies uit de jaren 1960 en 1970.Deze schakeling gebruikt een parafase fasedraaier. Vertrouwt u de boel niet, dan kan u een andere fasedraaier (cathodyne) gebruiken met een anode- en cathodeweerstand van 47kΩ en een roosterpolarisatieweerstand van 1.5kΩ. Om oscilleerneigingen te voorkomen moet de voorversterkertriode samen gebruikt worden met de onderste pentode in de schakeling (in fase uitgang) en de tegenfase uitgang met de bovenste pentode. Doet u dat niet, dan kan de versterker ongecontroleerd gaan oscilleren.
De eindtrappen gebruiken een gemeenschappelijke cathodeweerstand in plaats van een weerstand voor iedere cathode. Als de versterker op hoog vermogen speelt dan verschuift het werkpunt automatisch (autobias). Bij een autobias haalt men niet het maximaal vermogen uit de versterker: als men de buis instelt om het maximaal vermogen te kunnen leveren, dan wordt de ruststroom te hoog bij stille passages, de maximale dissipatie wordt dan overschreden. Maar de autobias is de eenvoudigste instelling en hoeft niet afgeregeld te worden. Voor ik het zou vergeten: die extra condensator C3 van 220nF is voor niets nodig als je goede elko's gebruikt. Het is een trend die overgewaaid is uit de hoek waar esoterische audiofreaken zich schuilhouden. Er zijn ook geen voorzieningen getroffen tegen de fasefouten die veroorzaakt worden door de uitgangstransfo. Het is typisch een schakeling die ontworpen is door een ingenieurke aan zijn tekentafel. Van de drie schakelingen is dit de slechtste. |
Publicités - Reklame