Buizenversterkers
Hybride versterker met BF422 en EL504
Hybride

Dit is de versterker die ik nu nog altijd gebruik. De versterker is door verschillende gedaantes gegaan.
-

-


Wisselspanningen voor een vermogen van 50% (8.4W):
Gevoeligheid: 700mV eff
Stuurroosters eindtrappen: 13V eff
Anodes: 95V eff
Luidspreker: 8.7V eff

Dezelfde schakeling kan ook gebruikt worden met PL508,
maar met andere voedingsspanningen:
g2 spanning van 200V (in plaats van 130V) en
stuurroosterspanning van -28V (in plaats van -35V).
De anodespanning blijft dezelfde.


De rode doos in het midden met de elko's moet nog vervangen worden


Oscilloscoopbeeld van de versterker die blokgolven moet verwerken.

Cyan: ingangssignaal 2.5V top-top
Geel: uitgangssignaal 28V top-top (13.7V rms)
Groen en magenta: cathodestroom beide buizen 130mA in geleiding.

Dissipatie per buis 20W, vermogen aan de belasting: 30W.

De versterker is natuurlijk niet ontworpen om blokgolven weer te geven. Bij een sinussignalen levert de versterker tot 20W vooralleer de vervormingen beginnen te stijgen.

Dit is de laatste versterker die ik nu nog permanent gebruik (signaal van een DAB radio, signaal van de computer, bluetooth ontvanger van de smartphone). De versterker is gebaseerd op mijn hybride versterker. De schakeling is volledig beschreven op deze pagina. Het is een versterker met een transistor voortrap en fasesplitter en beam tetrodes in de eindtrap. De getransistoriseerde voortrap wordt hier bersproken.

Aanpassingen

De schakeling is regelmatig aangepast geweest, de eerste reden is dat de PL504 (lijneindtrappen van zwart-wit televisies) eigenschappen hebben die onvoldoende gelijklopend zijn om een goede balansversterker te bouwen. Deze buizen hebben al een lange geschiedenis en sommigen zijn versleten. De EL504 zijn nieuwe buizen die recentelijk gemaakt werden en niet gepaard hoeven te worden.

De filter die aan de anode van de buizen geplaatst werd is niet nodig als je goede output transformatoren gebruikt. De eindtrappen zelf zijn stabiel en produceren geen hoogfrekwente oscillaties. Ik gebruik twee output transformatoren van 25W van Piemme.

Een tweede wijziging is de verhoging van de schermroosterspanning van 85V naar 130V. De beste geluidskwaliteit wordt bereikt met een spanning van 85V. Het is ook bij deze spanning dat de buizen het meest gevoelig zijn, een signaal van 8.5V effectief is voldoende om een vermogen van 50% te leveren (5W). Het vermogen is echter beperkt tot 10W (d < 0.1%). Deze spanning is de meest optimale spanning als je de beste audiokwaliteit wenst. De uitgangsimpedantie bedraagt dan 8kΩ + 8kΩ. De kwaliteit is vergelijkbaar met een SRPP schakeling, maar met meer dan het dubbel vermogen.

Met een schermroosterspanning van 130V bereik je een vermogen van 15W. De gevoeldigheid is wat lager, je hebt een signaal van 13V effectief nodig om een vermogen van 50% te halen (8.4W). De uitgangsimpedantie bedraagt nu 6.5 + 6.5kΩ.

De spanningen zijn niet gestabiliseerd, behalve de g2-spanning: deze spanning bepaalt het werkpunt van de eindtrappen. De spanning wordt door een zenerdiode van 5W gestabiliseerd. Het stabiliseren van de schermroosterspanning is sterk aangeraden, daarmee stabiliseer je de werking van de volledige versterker.

De stuurroosterspanning (g1) wordt individueel ingesteld per buis om een cathodestroom te hebben van 10mA. Eenmaal dat de spanning ingesteld is, moet je die niet meer veranderen (cathodestroom eens controleren na 100 werkuren).

De spanning op g1 is niet gestabiliseerd, en daarvoor heb ik een goede reden. De spanning gaat veranderen met de voedingsspanning, zodat de versterker gestabiliseerd wordt ongeacht de netspanningsveranderingen. Als de voedingsspanning stijgt, dan hebben we ook een sterkere negatieve spanning, waardoor de anodestroom wat beperkt wordt. De dissipatie in de buis blijft daardoor relatief constant (ongeveer 3.1W in rust) ongeacht de netspanning. Een verhoging van de anodespanning heeft slechts een beperkte invloed op de anodestroom, de tetrode gedraagt zich als een stroombron. De g2 spanning is gestabiliseerd, zodat die spanning geen invloed heeft op de anodestroom.

Voedingsgedeelte

De voeding is redelijk complex en bestaat uit twee voedingstransfos. Ik gebruik hier bewust twee transfos die standaard spanningen geven. Deze zijn gemakkelijker te vinden dan specifieke transformatoren.

We hebben eerst een scheidingstransfo van 220V naar 110 + 110V. De transfo levert de hoogspanning van 310V (anodespanning), de spanning voor de transistor voortrap (260V) met een sterke filtering zodat veranderingen in de hoogspanning niet doorkomen naar de voortrap (onstaan van laagfrekwente onstabiliteit zoals motorboten).

De halve hoogspanning van 155V wordt gereduceerd tot 130V door een weerstand en een zenerdiode van 5W. Men kan ook een getransistoriseerde voeding gebruiken om de spanning te stabiliseren of een stabilisator bouwen met een ECL82 of PCL805. Veel schakelingen gaan defekt omdat men transistoren gebruikt die eigenlijk niet geschikt zijn voor die hoge spanningen.

De tweede transfo van 12.5V levert de gloeispanning voor de eindbuizen (iedere keer twee buizen in serie). De spanning moet aangepast worden aan de gebruikte buizen: bij PL504 moet je een transfo van 24V hebben en moeten alle buizen in parallel geschakeld worden. De spanningsverdubbelaar wordt dan vervangen door een dubbelzijdige gelijkrichter (bruggelijkrichter). Eventueel kan men PL509 of EL509 buizen gebruiken, maar de schakeling is niet specifiek ontworpen voor die buizen.

De negatieve polarisatiespanning bedraagt -35V, waarvan men de spanning kan instellen voor de stuurroosters om een cathodestroom in rust van 10mA te bekomen. De spanning bedraagt dan -27V, maar je moet je niet blindstaren op die spanning, het is de stroom die van belang is.

Bij uitschakeling wordt de condensator voor de hoogspanning ontladen via de voorversterker (transistorschakeling), de halve hoogspanning via de (kleine) lekken in de zenerdiode: na 30 seconden is er geen gevaarlijke spanning meer aanwezig, zelfs als de buizen nog koud zijn en geen stroom trekken.

De schakeling is eenvoudig te realiseren, met iedere voorversterker die zijn eigen printplaatje krijgt. De versterker werd in een electrische kast geplaatst (ik had niets anders om de versterker in te bouwen).

Het geluid is zeer goed, met de typische buisklank en een hoog vermogen, waardoor mensen denken dat de versterker meer dan 15W per kanaal levert. Het vermogen is beschikbaar met een voedingsspanning van 180 tot 250V. Zelfs met een brownout blijft de versterker op nominaal vermogen werken.

Publicités - Reklame

-