Buizenversterkers
De buizen met magnoval buisvoet zoals de EL504
Magnoval

De magnoval buisvoet (B9D) is een alternatief op de octal buisvoet die in de tijd niet voldoende betrouwbaar geacht werd.
-

-

De lijneindtrappen (typenummer PL5xx) alsook de rastereindtrappen van kleurentelevisies (PL508) gebruiken allemaal een eigen buisvoet (magnoval) in plaats van de gangbare octal buisvoet (bijvoorbeeld typenummer EL3x) die tot nu toe gebruikt werd voor vermogensbuizen. De overgang begon met de omschakeling van de PL36 (octal) naar de PL500.

Lijst van buizen
met magnovalvoet

De magnoval buisvoet is volledig uit glas, zoals de noval voet die al gebruikt werd in normale voorversterkerbuizen. Eigenlijk is de magnoval buisvoet een verdere evolutie van de noval buisvoet, maar voor een hoger vermogen.

De buisvoet werd gelanceerd om de nadelen van de octal buisvoet tegen te gaan:

  • Het cement dat gebruikt wordt om de glazen buis aan de plastieken buisvoet (phenol) te bevestigen had de neiging los te komen.

  • Er waren ook gevallen waar de punt-gelaste contacten in de voet loskwamen door trillingen.

  • De capaciteit tussen de pennen was te hoog en er kon te gemakkelijk vocht in de buisvoet dringen.

  • Er kon gemakkelijk overslag gebeuren tussen de pennen want de buizen voor electromagnetische afbuiging werken op zeer hoge spanning.

Het was niet mogelijk een vermogensbuis met octalvoet te bouwen die gebruikt kon worden in professionele toepassingen. De bedoeling was dat de buizen uit de PL500-reeks zo'n 10.000 uren zouden moeten meegaan in plaats van de gangbare 2000 uren. Philips heeft zo besloten dat daarvoor een betere buisvoet nodig was.


Het gat in het midden van de buisvoet is ideaal om een led te monteren

De buis rechts is een pre-productie PL508 waarbij het vacuum trekken via de onderkant van de buis gebeurde. Nadien is men overgegaan naar het vacuum trekken via de bovenkant (vandaar de typische uitstulping aan de bovenkant van de buizen). Sommige buizen buizen hebben nog steeds een uitstulping onderaan en de magnovalvoet is daarop voorzien en heeft een gat in het midden.

Ik had geen blauwe led, maar het werkt ook met een groene led!

De noval buisvoeten kunnen ook doorboord worden om er een led te installeren, maar het is zinloos voor octal buisvoeten want de basis van de buis is een ondoorzichtige phenol of bakelieten houder.

De EL504 is de 6.3V versie van de meer bekende PL504 (gloeispanning van 27V). Ik heb echter gemerkt dat er een kleine spanningsverschil is indien men de EL504 buizen in serie zet voor de gloeispanning (4 buizen op 24V). Je moet dit nagaan, zeker als de buizen van verschillende fabrikanten zijn. Het verschil in spanning moet minder dan 5% zijn, de gloeispanning moet meer dan 6.0V zijn en minder dan 6.5V.



In mijn versterker gebruikte ik tot nu toe lijneindtrappen van zwart wit televisies (recup uit de jaren 1970 - 1980). Deze buizen zijn nagenoeg 50 jaar oud, de emissie kan tegruggevallen zijn en het is moeilijk paren te vormen. Ik ben eigenlijk nooit gelukkig geweest met de audiokwaliteit van de versterker, ik ben zelfs overgestapt op PL508 NOS buizen die in de rastereindtrap van kleurentelevisies gebruikt werden. De buizen zijn minder krachtig, maar het waren ongebruikte buizen die gelijke eigenschappen hadden.

De EL504 buizen zijn recent gefabriceerd en dat is direct hoorbaar aan de geluidskwaliteit. Alle buizen hebben identieke eigenschappen en het is niet nodig gepaarde buizen uit te zoeken.



De ruststroom van de buizen moet ingesteld worden tussen 5 en 10mA, je regelt de stroom best af om een minimale vervorming te hebben bij 100mW, 1W en 10W.

Op het skoopbeeld zie je het ingangsignaal (blauw), uitgangssignaal (geel) en de cathodestroom van beide eindtrappen (magenta en groen). De testfrekwentie bedraagt 400Hz. De stroom loopt lichtjes op om de spanningsval aan secundaire zijde te compenseren (tegenkoppeling). De cathodestroom bedraagt 130mA piek (ongeveer 40mA over de volledige periode).

Er is een klein verschil tussen de magenta en groene curve, veroorzaakt door de cathodyne drivertrap, maar in de praktijk is het verschil niet merkbaar voor sinussignalen en niet hoorbaar als muziek afgespeeld wordt.

Er zijn pogingen ondernomen om ook de magnovalvoet te gebruiken voor audio eindtrappen, maar dit werd geen succès. De transistor was aan zijn opmars bezig en de fabrikanten vonden het niet zinvol een andere buisvoet te gebruiken.

  • EL506 door Brimar gelanceerd, kan eventueel vervangen worden door de meer voorkomende PL508 (lager vermogen).

  • EL503 buis met spanrooster, moeilijk vervangbaar door andere types (zie mogelijkheden op de schema's).

"Amerikaanse" magnoval

Er bestaat een amerikaanse versie van de magnovalvoet (Novar B9E), maar die is niet echt compatibel. Op ebay zie je veel verkopers van "magnoval" buisvoeten, zie de afbeelding rechts: dit is een novar buisvoet, geen magnoval. De onderste buisvoet is wel magnoval.

De pennen van de amerikaanse buizen zijn fijner, waardoor de buis geen goed contact maakt in een europees (magnoval) buisvoet (maar er bestaan weinig buizen met novarvoet bij ons).

Gebruikt men een amerikaans buisvoet met europese buizen, dan moeten de gaatjes eerst vergroot worden om de buis niet te beschadigen (dit kan met een punttang), maar eigenlijk is dit een noodoplossing. De buisvoet wordt daardoor beschadigd en je loopt het risico op slechte contacten als je de gewoonte hebt om verschillende buizen te testen zoals ik.

Op Conrad.be wordt er een buis verkocht met "magnovalvoet", maar in feite is het een novar buisvoet. De 7868 is de amerikaanse versie van de EL506 (een eindtrap als beam tetrode). Beide buizen zijn electronisch equivalent, maar hebben verschillende buisvoeten. RCA wou een eigen buisvoet lanceren in de plaats van de meer bekende octal, maar de buisvoet werd geen succès en werd nog minder gebruikt dan de magnoval buisvoet.

Publicités - Reklame

-