We geven hier twee schakelingen met de EL508/PL508 van Igor S. Popovich. Beide schakelingen zijn niet optimaal. |
-
Schakelingen van Igor S. PopovichDe eerste versterker gebruikt een voortrap met ECF80/PCF80 (radiofrekwente triode/pentode) en een ultra lineaire vermogenstrap. De gloeispanning van de PCF80 bedraagt 9V. De PCF80 werd gebruikt als middenfrekwent versterker in zwart-wit televisies en is nog goed te vinden in NOS toestand. De buis werd doorgaans gebruikt met een relatief hoge stroom van 10mA om een gunstige signaal/ruisverhouding te bekomen. De triode heeft een lage versterking van µ = 20 maar een hoge steilheid van 5mA/V. De triode wordt als cathodyne fase omkeertrap gebruikt. Het is bijna vanzelfsprekend dat beide buizen samen gebruikt worden in een versterker, want beide buizen werden in televisies gebruikt. De aansluiting van de ECF80 woor audiotoepassingen staat op de pagina zie link hierboven. We hebben hier een verschillende aansturing van de ECF80. Hoewel de buis ontworpen is voor een relatief hoge stroom (om een gustige signaal/ruisverhouding te bekomen in televisietuners en MF trappen), is dit niet de beste manier om de buis te gebruiken in een audioschakeling. Door de hoge schermroosterspanning is men verplicht een zeer negatieve stuurroosterspanning te gebruiken om de buis normaal te laten werken. Door de sterk negatieve stuurroosterspanning heeft de buis een lage spanningsversterking en werkt de buis in het meest kromme deel van de buiscaracteristieken. De lage uitgangsimpedantie van de pentode is niet nodig omdat de buis een cathodyne moet aansturen, een schakeling die een zeer hoge ingangsimpedantie heeft. Door beide ingrepen verlaagt men onnodig de spanningsversterking van de pentode. De eindtrap is ultra lineair aangesloten. Door de sterke invloed van het schermrooster moet men een aftakking op 20% gebruiken (gemeten vanaf de hoogspanning). De UL-schakeling verlaagt de uitgangsimpedantie (transfo impedantie van 3.3kΩ gebruiken), maar verlaagt ook de versterking van de trap en je moet een lagere hoogspanning gebruiken (beperkt door de maximale schermroosterspanning). In triode geschakeld heeft de PL508 een versterking van µ = 7.5 (wat een relatief hoge waarde is), maar dit is geen reden om de buis als triode te gebruiken. De polarisatie is dubbel uitgevoerd: met een cathodeweerstand (invloed van 30%) en door een negatieve spanning. Dit systeem combineert de voordelen van de automatische polarisatie met de voordelen van de polarisatie met een vaste negatieve spanning. De ruststroom bedraagt 40mA voor een anodedissipatie juist onder de 12W per buis. De tweede schakeling gebruikt een voortrap met een halve ECC82 (12AU7), een ECC81 (12AT7) als long tail fasedraaier en een klassieke tetrodeschakeling als eindtrap. De ECC82 heeft een lage spanningsversterking, maar dit is geen bezwaar want er zijn twee versterkertrappen. De tweede trap is een long tail (die ook het signaal versterkt) met anodeweerstanden van verschillende waarde om het verschil in signaalamplitude te corrigeren, vooral aanwezig als men een dubbele triode gebruikt met een lage spanningsversterking. De eindtrap is een normale tetrode eindtrap zodat men kan werken met een hogere anodespanning en een lagere schermroosterspanning. De schermroosqterspanning wordt best gestabiliseerd. De uitgangstransfo heeft een impedantie van 4kΩ. De ruststroom moet ingesteld worden op 30mA, maar in de versterker die ik gebouwd heb kan de stroom verlaagd worden tot 10mA zonder nadelige gevolgen op de geluidskwaliteit. De stuurspanning van de eindtrappen moet 18Veff (50Vpp) bedragen om aan het gewenste vermogen te komen. In faite zijn de twee combinaties niet optimaal: de cathodyne fasedraaier levert een signaal met een te lage amplitude voor een UL-schakeling (die minder gevoelig is dan een tetrodeschakeling). De maximale amplitude is echter voldoende voor een tetrode eindtrap. De long tail fasedraaier die twee triodes nodig heeft is niet nodig in dit geval. De beste combinatie is de voorversterker met cathodyne (en de diode 1N4007 om de voortrap los te koppelen van de eindtrap) en de eindtrap met tetrode. Men hoeft geen PCF80 te gebruiken, een ECC81/12AT7 kan hier ook gebruikt worden. Men kan ook de koppelcondensator vermijden als de anodeweerstand wat verhoogd wordt (27kΩ in het origineel ontwerp). Met deze schakeling haalt men een vermogen van 25W, mijn versterker met Ua = 300V en Ug2 = 200V haalt een vermogen van 18W met d < 0.1%. Een eigen ontwerp van een versterker met EL508 staat hier. |
Publicités - Reklame