| De EL5000 van de firma RSD lijkt enorm veel op de EL504 van dezelfde fabrikant. Zou er een verschil zijn tussen beiden buizen? | 
-
| 
Dit is een vervolgpagina op de Klein+Hummel V-30 versterker die EL5000 lampen gebruikt.
 
 
 De EL504- en EL5000-buizen zijn vrijwel identiek: dezelfde vorm en plaatsing van de koelribben op de stuurroostersteunen, dezelfde anodevorm, dezelfde plaatsing van de verschillende "accessoires" in de lamp (getter, contact met de anode, draden van de pinnen naar de elektroden, uitsparingen in het mica, enz.). De EL5000-buis vertoont nog steeds sporen van de typische metalen band aan de onderkant van het glas; deze band is kenmerkend voor lijnafbuigingsbuizen. De enige manier om echt te bepalen of het om dezelfde buis gaat, is door hun uitgangscurven te tekenen. Het simpelweg meten van de anodestroom bij een gegeven spanning is onvoldoende, omdat dit geen duidelijk onderscheid mogelijk maakt.  
En hier zien we dat dit echt andere buizen zijn: de EL5000-buizen beginnen al te geleiden bij een meer negatieve spanning (de eerste meting (gekleurde stip) is uitgevoerd bij 0,1 mA). De relatief lage stroomsterkte voor dergelijke afbuigbuizen wordt veroorzaakt door de relatief lage schermroosterspanning die ik gekozen heb. Ik heb specifiek voor deze lagere spanning gekozen om de volgende redenen: 
 De anodespanning is 190 V (en neemt licht af onder belasting). Meten met een lagere anodespanning is volkomen normaal; wanneer een eindbuis in geleiding is in een versterker, daalt de anodespanning. Lijnafbuigbuizen moeten een stroom van 400 mA kunnen leveren bij een anodespanning van 50 V en een schermroosterspanning van 170 V. Ik heb de test ook herhaald met een oudere Philips PL504-buis, waarvan de karakteristieken tussen beide in liggen. Deze buis is totaal anders dan de RSD-buizen, maar de curves zijn opmerkelijk vergelijkbaar. Hoewel de RSD EL504-buizen niet dezelfde vorm hebben als de originele Philips EL504-buizen, zijn de twee curves identiek. Het vreemde is dat de curve van de EL5000-buis, die normaal gesproken ook bedoeld is voor audiotoepassingen, meer lijkt op die van een lijnafbuigbuis (hogere anodestroom bij 0 V en lagere cut-off spanning). De EL504-buis, ontworpen voor horizontale afbuiging, heeft daarentegen een curve die ideaal is voor een high-end hifi-versterker. Deze grafiek onthult nog een interessant feit: deze lijnafbuigingsbuizen, ontworpen voor aan/uit-toepassingen, zijn extreem lineair na de knik. U kunt ze dus zonder zorgen in al uw versterkers gebruiken! De grafiek laat ook zien dat u in een push-pull-versterker uw EL504-buizen theoretisch kunt laten werken met een ruststroom van 5 mA. De EL34-buis heeft een kromde karakteristiek van begin tot eind, en een hogere ruststroom is noodzakelijkerwijs vereist... De lage ruststroom beperkt de continue dissipatie van de buizen en maakt het mogelijk dat de buis een veel hoger piekvermogen kan leveren. Persoonlijk stel ik de ruststroom in op 8 à 10 mA. Merk op dat dit alleen mogelijk is als je de schermroosterspanning stabiliseert. Wanneer de schermroosterspanning afneemt wanneer de versterker op hoog vermogen werkt, is het alsof de stuurroosterspanning veel negatiever wordt: dan ontstaat er crossoververvorming die sterker wordt naarmate het geleverde vermogen toeneemt (en de spanning op het schermrooster afneemt).  | ||||
Publicités - Reklame



