Buizenversterkers
Eindtrap met buizen voor lijnafbuiging
EL300

De EL300 (6FN5) is een buis gebruikt voor de lijnafbuiging. In tegenstelling met meer bekende buizen zoals de PL504 heeft de buis een octalvoet
-

-

De EL300 is een versie met octalvoet van de EL511, en deze laatste buis is een variant op de EL500/PL500 (de voorloper van de EL504/PL504). De anodekap blijft behouden (dit is nodig voor eindbuizen in de lijnafbuiging). De eigenschappen van de buizen zijn nagenoeg identiek. De buis werd voornamelijk in de Verenigde Staten gebruikt onder de referentie 6FN5 en 35FN5 (resp. 6.3V gloeispanning en 300mA gloeistroom).

In Europa werd de buis in Frankrijk gebruikt (zij willen altijd anders doen dan de rest). Dario is een specifiek frans merk zoals Mazda/Belvu (maar gebruikte de know how van Philips). Frankrijk is later overgestapt op de meer betrouwbare en goedkoper te produceren magnovalvoet voor zijn lijneindtrappen zodat er nog een voldoende stock aan NOS buizen is (aan goedkope prijzen in vergelijking met moderne buizen zoals de EL34 ea.).

Voor mensen die wensen te werken met lijneindtrappen, maar een chassis hebben met octalvoeten is dit een mogelijke oplossing. De gloeispanning van 6.3V is ook gemakkelijker hanteerbaar dan de 27V van de PL504.

Er zijn weinig versterkers gebouwd met deze buis, maar dit zou geen probleem moeten vormen, want de eigenschappen zijn vergelijkbaar met die van de EL500/PL500 (en de EL504/PL504). Voor deze buis zijn er heel veel schakelingen gepubliceerd.

De buis is wat dikker uitgevoerd dan de EL504. De anode-oppervlakte (die kenmerkend is voor de maximale dissipatie) is wat groter dan die van de EL504. Het gloeivermogen van 10.5W (kenmerkend voor de maximale cathodestroom) ligt ook wat hoger dan die van de EL504 (8.1W).

Zoals de EL504 is het maximaal vermogen aangegeven als de buis gebruikt is als lijneindtrap (hoge piekstroom en zeer hoge spanning). Bij een lineair gebruik (audiotoepassingen in classe AB) mag dit maximaal vermogen gerust overschreden worden bij geluidspieken (tot 35W anodedissipatie). Bij een classe-A instelling mag het officieel maximaal vermogen van 25W echter niet overschreden worden om een lange levensduur van de buis te garanderen.

Dit zijn de eigenschappen van de EL300:

  • Ua: 275V
    Anodespanning in lineair bedrijf

  • Ik: 330mA / 700mA
    Maximale en piek cathodestroom

  • Pa: 17.5W 25W
    Maximale anodedissipatie bij lijneindtrap en lineaire toepassing

  • Pg2: 5W
    Maximale schermroosterdissipatie

  • S: 17mA/V
    Steilheid

  • Ri: 3.5kΩ
    Interne weerstand

  • Cutoff: -40V op g1
    Onderbreking electronenstroom

  • Vg2: 170V
    Normale schermroosterspanning
Deze cijfers tonen aan dat de buis ongeveer dezelfde eigenschappen heeft als de EL500. Sommige eigenschappen zoals de steilheid zijn zelfs beter dan die van de EL500. Uit het grafiek blijkt dat de meest lineaire werking en hoogste versterking bereikt wordt met een stuurroosterspanning tussen -5 en -10V. Om de anodestroom te beperken tot een veilige waarde moet de schermroosterspanning wat verlaagd worden (zoals bij de EL504).


De internationale shooting days zijn samenkomsten van modellen uit verschillende landen en internationale fotografen. De site geeft praktische informatie over de events.

In vergelijking met de EL504 die ik reeds in verschillende versterkers heb gebruikt is de EL300 een nog betere buis wat de audiokwaliteit betreft. Het vermogen dat de versterker kan leveren lijkt onbegrensd (hier beperkt door de gebruikte transfo).

Ook het feit dan de aansluitingen symmetrisch zijn is een pluspunt: je kan bijvoorbeeld de polarisatie langs één kant laten toekomen en het signaal langs de andere kant,... Het is gemakkelijk een buizenpaar op 12.6V te voeden (12V transfo's zijn gemakkelijker te vinden dan 6.3V transfo's). Indien je geen NOS EL300 meer kan vinden, dan is dat omdat ik ze allemaal opgekocht heb :)

Dit zijn optimale werkingsparameters per buis om het maximaal vermogen te halen:

  • Vg2: 105 - 175V
  • Vg1: -26 - -40V
  • Po: 20 - 23Wrms continu
  • Ia: 15mA (rust) 120mA (max)
  • Ig2: 0.3mA (rust) 7.2mA (max)
  • Va: 300V
  • Vi: 23Veff
De schermroosterspanning kan binnen een groot gebied ingesteld worden zonder dat het maximaal vermogen varieert. De stuurroosterspanning moet de verandering in stuurroosterspanning compenseren (105 naar 175V en -26 naar -40V). De schermroosterstroom is zeer laag, minder dan 10% van de anodestroom, zelfs met de hoogste schermroosterspanning.

De dissipatie in de buis bedraagt maximaal 35W tijdens de muziekpieken zonder dat de buis te warm lijkt te worden.

De nodige wisselspanning op het stuurrooster bedraagt 23V effectief voor een vermogen dat lichtjes hoger is dan bij een EL504. De stuurspanning is wat lager dan bij een EL504 dankzij een hogere versterking (steilheid).

Eerste skoopbeeld:
Werking op 19W, geel is het uitgangssignaal in een belasting van 4Ω en magenta de cathodestroom door een meetweerstand van 1Ω, de maximale stroom is 230mA (de meting is een AC-meting en je mag niet vertrouwen op de meting op de marker). De buis kan probleemloos een dergelijke stroom leveren.

Tweede skoopbeeld:
We zien we dat de versterker overstuurd wordt, we zitten hier aan een vermogen van 30W. Het blijkt hier dat de transformator in saturatie gaat, dit verklaart de stroompiek (impedantie van de transformator zakt in elkaar, waardoor de anodestroom kan oplopen). De transformator is mijn test transfo van 25W. Het is dus niet de buis die het laat afweten, de EL300 kan een hogere stroom leveren. Maximale stroom is hier 430mA.


Een moderne schakeling met een PCC88 als voortrap. Het is een SRPP schakeling die een lage uitgangsimpedantie heeft, nodig voor de toonregeling. De versterking van de buis gaat verloren in de toonregeling.

Het lijkt wel een versterker die samengesteld is uit verschillende deelschakelingen, dit is te zien aan de verschillende layout per deelschakeling. De koppelcondensator op de uitgang van de voortrap heeft een te lage waarde om de toonregeling aan te sturen, men moet een waarde kiezen die 10× hoger ligt (0.22µF).

De tweede buis is waarschijnlijk een EF86, te zien aan de weerstandswaarde van de gebruikte componenten. De tegenkoppeling komt op de cathode, het is de standaard tegenkoppeling.

De eindtrap bestaat uit twee EL300 (of PL300) in een SEPP schakeling (single ended push pull). Het is de basisschakeling, zoals door Philips gepubliceerd in zijn folder van de EL86. De schakeling kan zeker gebruikt worden met een paar EL300 die een hoge stroom kunnen leveren met een relatief lage anodespanning (de spanning over de buis is ongeveer 160V).

De schakeling is voorzien voor een 800Ω luidspreker, maar men kan een sonorisatietransformator voor 100V sonorisatielijnen om de uitgangsimpedantie van de versterker aan te passen aan de impedantie van de moderne luidsprekers. Alle 100V transfo's met een vermogen tussen 5 en 10W kunnen gebruikt worden.

De stroom door de eindbuizen is wat minder dan 100mA, wat goed is voor een audiovermogen van 5Wrms (en tot meer dan 10W, maar dan met een vervorming van 30%, wat niet de bedoeling is).

De SEPP versterkers hebben doorgaans een zeer hoge lineariteit en een lage intermodulatievervorming zolang er geen clipping optreedt. De versterker is stabiel zonder extra maatregelen, zelfs met de sterke tegenkoppeling (versterking beperkt tot 100×), omdat er geen transformator die een faseverschuiving zou kunnen veroorzaken in de lus zit.

Publicités - Reklame

-