Wie heeft er de grootste?
|
---|
De verschillende soorten "EL509"
We hebben eerst de "originele" EL509 met magnovalvoet. Ik gebruik hier aanhalingstekens want Philips heeft waarschijnlijk nooit dergelijke buizen gemaakt met een 6.3V gloeispanning maar wel met een 40V gloeispanning (PL509 en PL519). De PL519 is een verbeterde versie van de PL509, beter bestand tegen de zeer hoge spanningen die optreden in lijneindtrappen van kleurentelevisies.
Deze buizen bestaan wel in russische (6P45S) en amerikaanse (40KG6) uitvoering. De buis wordt nog steeds gemaakt door Svetlana als de russen even stoppen met het bombarderen van Ukraine.
De buis met magnovalvoet (B9D) heeft een anodekap bovenaan de buis, absoluut nodig als de piekspanning meerdere duizenden volts bedraagt.
|
Dan hebben we de moderne moderne versie met octalvoet. Dit is eigenlijk een fake, de buis is oorspronkelijk nooit ontworpen met een octalvoet. Het is een moderne iteratie van de buis, gemaakt door JJ Electronic. De fabrikant gebruikt nu de benaming EL509S om misverstanden te vermijden.
Indien je dergelijke buizen wenst te gebruiken in je ontwerpen, is dit de weg die je moet bewandelen. De buis gebruikt een octalvoet die de standaardmaat geworden is voor vermogensbuizen. Je kan dan testen uitvoeren met andere typische vermogensbuizen zoals de KT77, EL34. Deze buizen hebben allemaal dezelfde aansluitingen, maar niet noodzakelijk dezelfde werkingsspanningen om een optimaal resultaat te bekomen.
De buis heeft een octalvoet (IO) zonder anodekap. De eigenschappen komen echter goed overeen met de originele PL519 (getest).
|
Rechts zie je de twee buizen: het origineel van Philips (PL519) en de versie van JJ Electronic (EL509S). De twee buizen hebben een nagenoeg identieke anode oppervlakte en een maximale dissipatie van 40W.
De EL509 is de laatste buis uit de reeks magnoval buizen. De buis werd als lijneindtrap bij kleurentelevisies gebruikt. Zijn voorganger is de minder krachtige EL505 en zijn opvolger de EL519 die niet in de lijst voorkomt.
Lijst van schakelingen:
- De historische schakelingen zijn ontworpen voor EL500, PL504,... Dit waren goedkope, betrouwbare en efficiënte alternatieven opd e EL34 als men wat meer vermogen nodig had dan met een EL34. Deze buizen waren in ieder geval véél betrouwbaarder dan de toen bestaande transistorversterkers.
- Recentere schakelingen die allemaal krachtigere PL509 of PL519 buizen gebruiken. Er zijn waardeloze schakelingen, maar er is ook een vernuftige schakeling die een gestabiliseerde voeding gebruikt voor de schermrooster, waardoor een vermogen van 150W per kanaal gehaald kan worden.
- Mijn versterker met PL519 uit de jaren 1999, waarvan ik enkel nog de schakeling over beb. Dit zijn twee andere schakelingen uit dezelfde periode, waarvan enkel de manier om voor de gloeispanning te zorgen noemenswaardig is.
- Een modernere schakeling, een symmetrische schakeling met ECC83, ECC81 en twee PL519 per kanaal. Ik weet niet meer of de twee vorige versterkers goed klonken, maar dit laaste versterker, waarbij ik geholpen heb om hem te optimaliseren, was top.
|
---|
Rechts de demontage van een originele PL519. De buis heeft in vergelijking met de PL509 een extra mica om de anode beter te isoleren (minder kans op overslag). De buis werd tot in de jaren 1970 gebruikt want er bestonden geen transistoren voor consumenten die zowel een hoge stroom konden leveren en op een zeer hoge spanning konden werken.
We zien ook een uitsnijding in de mica zodat er geen risico op kruipstromen kan ontstaan. De staven die het stuurrooster op zijn plaats houden hebben opvallende grote koelplaten om de warmte af te voeren zodat het rooster niet als tweede cathode zou werken.
De anode met een cavitrap om de secundaire emissie te voorkomen, maar de cavitrap dient ook om de thermische belasting beter te verspreiden.
De roosters en de brede cathode, nodig om een hoge stroom te kunnen leveren.
Er is ook een strip tease van de PCL805 (triode - straalbundel tetrode) en PL84 en EL90 (pentode en tetrode voor audiotoepassingen).
|