| De EL34 heeft een amerikaans equivalent, de 6CA7. oorspronkelijk waren de makers gehinderd door het Philips patent op de pentode en hebben het keerrooster vervangen door beam forming plates. |
-
Andere versie van de EL34: de 6CA7Op de afbeelding: de eerste buis is een 6CA7, de amerikaanse versie van de EL34, die enkel verschilt doordat die geen keerrooster heeft, maar beam forming plates (concentratieplaten) zoals de beam tetrodes.In het midden de europese EL34 die een langere anodeplaat heeft, maar het oppervlakte is gelijk omdat de anode van de 6CA7 breder is. Beide buizen hebben trouwens een identieke anodedissipatie van 25W en een gloeistroom van 1.6A op 6.3V. Rechts de EL509S, de eigen versie van JJ Electronic. Dit is een aangepaste versie van de PL519, de lijneindtrap die in kleurentelevisies gebruikt werd. Deze lamp heeft een extra grote anodeplaat en koelvinnen voor een maximale dissipatie van 40W.
Het verschil in klankkleur van bepaalde lampen kan je merken als de versterker met een beperkte tegenkoppeling werkt (ongeveer 10dB). Ik heb nauwelijks een verschil gemerkt tussen een EL34 en een 6CA7: de elementen die de klankkleur bepalen zijn nagenoeg identiek. Ik ben nooit een grote fan geweest van pentodes zoals de EL84, EL34 en nu ook de 6CA7. Het zijn buizen met de typische buizenklank, dat wilt zeggen een vervorming die proportioneel stijgt het het vermogen. De vervorming veroorzaakt intermodulatievervorming die de klank onduidelijk maakt. Ik noem de klank lomp.
Als kandidaat voor mijn slaapkamerversterker bleven enkel de buizen EL86 en ECL805 over (het is uiteindelijk een versterker geworden met twee ECL805 per kanaal). Bepaalde amerikaanse buizen (zogenaamde "beam pentodes") worden ook gemaakt met verschoven roosters, zodat het schermrooster pal in de electronenstroom zit. Daardoor wordt niet enkel het rendement van de buis zeer laag, maar krijgt men ook de typische vervormingen van overstuurde buizen (overdrive). Gebruik dergelijke buizen in een gitaarversterker, niet in een hifi versterker!
De klankkleur is meer analytisch, veel krachtiger, maar ook meer evenwichtig. Maar de manier van aansluiten bepaalt in grote mate of je een goed resultaat zal hebben: deze buizen gebruik je niet zoals een EL84 of EL34.
Om dat aan te tonen zie hier de curve van de EL504, die nagenoeg lineair is. De EL508 heeft bijna dezelfde eigenschappen, maar de dissipatie van die buis is beperkt tot 16W. Nochtans kan je met deze buis een zeer goed klinkende versterker bouwen die een vermogen van 40W levert (d < 0.1%). Het enig probleem (als je dat een probleem kan noemen) is dat deze buizen niet gebruikt kunnen worden in een gitaarversterker: er is (te) weinig vervorming, en als die optreedt is dat veel te abrupt. Een interessante pagina, waar de overgang van pentode naar tetrode getoond wordt is de pagina over de sweep tubes. De pentode is volgens de boekjes het hoogtepunt van de audio-buizen, maar men is wel op deze stelling teruggekomen. |
Publicités - Reklame




