Buizenversterkers
De eindtrap
EL506

De ECC807 en EL506 werden door Brimar ontworpen om gebruikt te worden in hun eigen versterkers. Het is één van de weinige firma's die zelf buizen ontwierp en ze in hun eigen apparaten gebruikte, in plaats van standaard buizen te gebruiken zoals de EL34.
-

-

Brimar bouwde zijn eigen versterkers met zelf ontworpen buizen in plaats van kant-en-klare schema's en buizen te gebruiken, de traditionele Mullard-set met ECC83, EL84 en EL34. De kwaliteit was beter dan de toestellen van de concurrentie, maar het bedrijf heeft de overgang naar de transistor niet overleefd. Mullard ook niet, trouwens.

De schakeling doet mij een beetje denken aan de ontwerpen van EAR waarbij er gezocht wordt naar vreemde schakelingen die door niemand bedacht zijn geweest (waarschijnlijk met een goede reden!). De bedoeling is hier zoveel mogelijk koppelcondensatoren overboord te gooien. Het voorversterker gedeelte vormt hier een geheel zonder koppelcondensatoren, maar daardoor moeten er wel compromissen gemaakt worden.

Er wordt een voortrap met een ECC807 gebruikt. Dit is ook een buis die ontworpen en gebouwd werd door Brimar. De versterking van de buis (doorgaans ongeveer 70×) wordt hier tot een factor 3.4 gereduceerd door de gelijkspanningskoppeling met de volgende trap. De versterking van de tweede triode wordt ook gereduceerd om een correcte polarisatie van de volgende trap mogelijk te maken. De kleine condensatoren van 39 en 33pF compenseren de ingangscapaciteiten van de triodes en zorgen ervoor dat de versterking constant blijft bij de hoge frekwenties.

De omkeertrap lijkt op een williamsonschakeling, maar is in feite een mullardschakeling, een schakeling die door de grote concurrent Mullard gepromoot werd. Op het eerste zicht zou men denken dat de V1b als cathodyne fasedraaier geschakeld is, maar het wisselspanningscomponent wordt naar de massa afgeleid. Om de verschillende amplitude van beide signalen te compenseren gebruikt men hier roosterweerstanden op de eindtrappen van verschillende waarde (220kΩ en 330kΩ). De triode die hier gebruikt wordt is een ECC83 (niet de beste keuzen voor een drivertrap). De tweede schakeling is een copie, maar bij de overzet is de waarde van de weerstand van 220kΩ verkeerd opgeschreven.

Gelijkspanningsgekoppelde trappen hebben een slechte stabilisatie van het werkpunt. Een verschuiving van de instelling breid zich uit tot alle buizen en leidt tot een slechte instelling van de laatste trap. Om dit tegen te gaan is er een gelijkspanningstegenkoppeling van de anode van de eerste triode van de mullardschakeling naar het rooster van de voortrap (magenta aangegeven). Het is een gelijkspanningstegenkoppeling, het wisselspanningscomponent wordt naar de massa afgevoerd. Er is een tweede tegenkoppeling van de tweede triode ECC807 naar de onderste ECC83, de spanning wordt overgebracht naar de tweede triode ECC83 en de lus van de tegenkoppeling wordt zo gesloten.

De eindtrap gebruikt een paar EL506 in een ultralineairschakeling met aftappunt op 43% en autobias. De voedingsspanning bedraagt 430V, we verliezen 21V over de cathodeweerstand. De anodestroom bedraagt 47mA. De versterker levert een vermogen van 20W met een vervorming van minder dan 0.1%. De bandbreedte gaat van 30Hz tot 20kHz ±0.1dB.

Er is een filter bestaande uit R2/C3 om de bandbreedte van de versterker te beperken in de hoge frekwenties. Er is namelijk een feedback van het secundair van de transfo naar de ingang. De transfo veroorzaakt echter een faseverschuiving die sterker wordt bij de hogere frekwenties. Bij deze frekwenties juist boven de 20kHz werkt de tegenkoppeling dan als meekoppeling, daarom dat deze frekwenties echt onderdrukt moeten worden.

De versterker kan ook als gitaarversterker gebruikt worden met een hogere uitsturing, men bekomt dan 30W. Als de versterking te laag is om een dergelijk vermogen te halen, dan kan de weerstand van de tegenkoppeling weggenomen worden.

7868

Deze buis is nog steeds te verkrijgen onder de referentie 7868 bij Conrad. Dit is de enige buis met "magnovalvoet" die specifiek ontwikkeld is voor hoogwaardige audiotoepassingen. Maar het probleem is de buisvoet, namelijk novar in plaats van magnoval, wat de buis onbruikbaar in europese toestellen (of je moet de buisvoeten van de eindtrappen vervangen).

De gloeispanning bedraagt 6.3V (0.8A), de maximale anodedissipatie is 19W, meer dan die van de PL504 die maar voorzien is voor 16W maar doorgaans veel zwaarder belast kan worden. Men bereikt een vermogen van 30W met een vervorming van 2.5% met de 7868. Transfo impedantie van 3.3+3.3k, anodespanning van 350V, schermroosterspanning van 300V, roostervoorspanning van -15V, stuurspanning tussen roosters van 31Vpp, ruststroom 55mA

RCA die de buis gelanceerd heeft wou daarmee zijn eigen novar buisvoet promoten (goedkoper te fabriceren dan octal buisvoeten), maar dit buisvoet kende geen succes.

De 7868 is gebaseerd op de 7591 (octalvoet) die toen in verschillende toestellen gebruikt werd. De 8768 was een zogezegd "verbeterede versie", maar beide buizen hebben nagenoeg dezelfde electrische eigenschappen. Er zijn meer verschillen tussen de verschillende RCA productieruns van de 7868 dan tussen de 7868 en de 7591.

De 7591 is op zijn beurt gebaseerd op de 6V6, de bedoeling was een hoger vermogen te halen in een beperkte behuizing. In tegenstelling met de meer bekende 6V6 en 6L6 werden deze nieuwe buizen relatief weinig gebruikt. Eenmaal dat d eproductie in de jaren 1970 stilgelegd werd, werd de productie nooit meer opnieuw opgestart.

We hebben rechts een versterker met twee 7868 als eindtrap. Men zou kunnen denken dat de eindtrappen met een vaste negatieve voorspanningwerken, maar in fzite is dit een minderwaardige vorm van polarisatie door de cathodeweerstand (die hier in de negatieve voedingsleiding geplaatst wordt.

Dit is geen optimale oplossing want de correcte polarisatie hangt af van de aansluiting van een voorversterkermodule. Met de relatief lage stroom van 68mA door beide eindtrappen (en de andere trappen) haalt men maximaal een vermogen van 15W.

Het vermogen van de weerstand van 220Ω moet geen 100W bedragen, 5W is voldoende. En voor de 50Ω weerstand is 2W voldoende.

Men kan een ECF80 gebruiken als voortrap in plaats van de 7199.

Publicités - Reklame

-