Buizenversterkers
De eindtrap
EL520 EL503

De EL 520 / EL503 is ontworpen als variant op de EL34. De buis kan 30% meer vermogen leveren.
-

-

De EL503 is een audio versterkerbuis met magnoval voet (B9D), dezelfde voet die standaard gebruikt wordt bij de PL500-reeks. Dit type voet werd standaard gebruikt in nieuwe hoog-vermogen toepassingen (bijvoorbeeld lijneindtrappen in televisietoestellen) in plaats van de oudere octal voet die toen gebruikt werd voor vermogentoepassingen (EL34). Deze buis wordt verkocht aan prijzen die gaan tot meer dan 500€ per stuk.

Links hebben we een EL503, een buis die nog zeldzamer is dan de EL503. Het leegzuigen gebeurt langs onder zodat er geen kneep bovenaan de buis is. De kneep zit tussen de poten, maar dit is mogelijk met een magnovalvoet die een gat in het midden heeft (ideaal als je en led wilt plaatsen).

De buis is vergelijkbaar met de EL520 die een vrij zeldzame novarvoet gebruikt (B9E). De twee buisvoeten lijken op elkaar, maar de novarbuis heeft fijnere pennen en maakt geen contact in een magnovalvoet. Omgekeerd kunnen de brede pennen van de magnoval buis de novar buisvoet voor altijd beschadigen.. Het is beter de buisvoet samen te vervangen als men overgaat op een andere type (doorgaans novar naar magnoval, aangezien er meer alternatieven zijn met magnoval buisvoet). De penaansluiting is identiek.

De buizen kunnen 40W per kanaal leveren met 5% vervorming. De anodedissipatie bedraagt 27W. Het is een korte, dikke, opvallende buis. Deze versterkers werden ontworpen voor verschillende PA toepassingen en werden opvallend veel gebruikt voor de sonorisatie van bioscoopzalen.

De buis heeft een hoge steilheid van 23mA/V dankzij de spanroostertechniek (frame grid) waarbij het rooster op een soort raam bevestigd werd (en niet meer losjes gewikkeld werd over twee stiften). Een dergelijke techniek werd reeds toegepast bij UHF buizen. Daardoor kunnen de eindtrappen aangestuurd worden alsof ze een buis zijn van lager vermogen zoals de EL84. Dit is heel goed te zien in de voorbeeldschakelingen.

De buizen hadden optimale eigenschappen, maar werden in gebruik genomen op het ogenblik dat de eerste transistorversterkers op de markt kwamen. De buizen zijn slechts gedurende een paar jaren gefabriceerd.

Het maximaal vermogen wordt reeds gehaald met een voedingsspanning van 265V. De inwendige weerstand van de vermogenspentode bedraagt 7.3kΩ en de transfo moet een impedantie van 2.4kΩ hebben (anode-anode).

Met deze buis kan men een vermogen van 40W halen met 5% vervorming zonder tegenkoppeling. Men kan tot 100W gaan in public address toepassingen waarbij de vervorming boven de 10% uitsteekt, zelfs met tegenkoppeling.

1

2

3

4

5

Eerste schakeling

Het schema is standaard en gebruikt elementen die we terugvinden in andere schakelingen. De versterker werkt in classe A op lage vermogens en schakelt naar classe AB op hoog vermogen (auto bias).

De voorversterker gebruikt een pentode EF86 in plaats van een triode ECC83. Door de lage anodeweerstand is de spanningsversterking van de buis niet hoger dan die van een triode.

De fase omkeertrap is een parafaseschakeling met ECC82.

We hebben uiteindelijk de vermogenseindtrap met twee EL503 met automatische polarisatie (auto bias schakeling).

De ingangspentode heeft een filter (1.5kΩ + 470pF) om de faseverschuiving van de versterker te compenseren. Daardoor werkt de versterker stabieler met tegenkoppeling. Op de uitgang hebben we eveneens een dergelijke schakeling (2.7kΩ + 5nF) om de versterker meer stabiel te laten werken (onderdrukken van de uitslingering van de uitgangstransformator) Deze boucherotfilter zou standaard aanwezig moeten zijn in alle ontwerpen.

Tweede schakeling

Bij de tweede schakeling is ook heel goed zichtbaar dat een minimale schakeling voldoende is om een hoog vermogen te bekomen (40W). De schakeling bestaat uit een voorversterkerbuis ECC83), gevolgd door een ECC82 met in comparatorschakeling (de terugkoppeling wordt hier aangesloten) en fasedraaier. De fasedraaier stuurt de eindtrappen aan zonder dat er een stuurtrap nodig is.

Bij deze schakeling wordt er geen auto-bias gebruikt, maar een vaste negatieve voorspanning (-21V).

Derde schakeling

De derde schakeling is een deel van een PA versterker (public address). We hebben een toonregeling (eerder aangepast aan de stem dan aan de muziek) met een ECC808, een verbeterde ECC83 (minder microfonie, minder ruis, minder brom van de gloeidraad en betere scheiding tussen de twee triodes).

Dan hebben we een standaard versterkertrap: versterker-comparator en fase omkeertrap. De omkeertrap stuurt hier ook direct de eindbuizen.

We hebben 4 eindbuizen per kanaal om een vermogen van 80 à 100W te halen. We hebben een instelbare bias op de voedingsprint (-20 à -25V) en een balansregeling voor de twee parallelgeschakelde buizen voor de positieve en negatieve fase.

Vierde schakeling

Dit is een public address versterker die een vermogen van 100W kon leveren. Het ontwerp dateert van november 1970. Faylon was toen een bekende belgische fabrikant van PA materiaal. Toen waren er al volop transistorversterkers, maar deze fabrikant bleeft buizenversterkers maken: buizenversterkers waren toen meer betrouwbaar dan transistorversterkers.

Om de twee EL503 aan te sturen tot zijn maximaal vermogen is een ECC83 voldoende. De schakeling is redelijk standaard met een negatieve roostervoorspanning.

Vijfde schakeling

Nog een public address versterker, dat is te zien aan de dubbele microfooningang (met aparte volumeregeling) en dubbele pick up ingang.

De eerste ECC83 dient om het microfoonsignaal te versterken. De volumeregeling zit achter de voortrap om het zwakke signaal niet nog meer te verzwakken (en de ruis te doen stijgen).

De eerste triode van de tweede buis versterkt het signaal tot een normale waarde (10Vpp) en dan komt er een toonregeling. De tweede triode brengt het signaal terug op normale waarde van ongeveer 10Vpp.

De volgende buis is een ECC81 die een relatief hoge versterking koppelt aan een lage uitgangsimpedantie. De eerste triode dient als comparator en vergelijkt het signaal op het rooster met het teruggekoppeld signaal op de cathode. De tegenkoppeling moet altijd na de toonregeling plaats vinden, anders zal de tegenkoppeling het effekt van de toonregeling teniet doen.

De fasedraaier is een cathodyneschakeling. Hoewel men hier relatief lage anode- en cathodeweerstanden gebruikt is er een verschil in uitgangsimpedantie. Dit wordt opgelost door een paar transistoren in gemeenschappelijke collectorschakeling om de impedantie te verlagen. De BC147 was volop in productie in de jaren 1970. De transistor heeft een stroomversterking van 90×, de impedantie die de ECC81 ziet wordt daardoor verhoogd met een factor 90.

De eindtrap is standaard met een enkelvoudige instelling van de negatieve spanning.

Alternatieven voor de EL503 worden op deze pagina gegeven: welke buizen kan men gebruiken en welke wijzigingen moet men aan de schakeling aanbrengen

Publicités - Reklame

-