De Dynaco is waarschijnlijk het meest verkochte audioversterker. Je kon die kant en klaar of als bouwdoos kopen.. |
-
De eerste solid state versterkers komen op de markt, maar de geluidskwaliteit is niet bijster, de prijs is hoog en de betrouwbaarheid is laag. Op het einde van de productie in de jaren 1970 werden er meer dan een miljoen ST-70 verkocht. De gebruikte componenten zijn aan de magere kant om de kosten te drukken: zwakke smoorspoel, filterelko's van 30µF (voor een 35W stereo versterker!),.... Ook de voedingstransfo is te zwak voor het te leveren vermogen: de spanning zakt in elkaar op hoog vermogen. De gelijkrichterbuis kan vroegtijdig sneuvelen als de versterker langdurend op hoog vermogen werkt. Met een vermogen van 35W per kanaal kunnen nagenoeg alle luidsprekes gebruikt worden en dat is een pluspunt. Door de relatief lage prijs werd de versterker een succes. De Dynaco ST-70 werd de McIntosh van de armen genoemd. De schakeling heeft interessante kenmerken en kan de basis worden voor een eigen ontwerp. Een kenmerk is de aanwezigheid van een zichtbare printplaat waar de voorversterker en fase omkeertrap op worden gemonteerd. De tweede schakeling toont de onderdelen die op de printplaat zitten (nagenoeg alles). Dit is nogal gevaarlijk, met de hoogspanning die op de onderdelen aanwezig is. De kwaliteit van een schakeling op printplaat was ook niet zo goed vergeleken met een schakeling met componenten op strips met ogen, maar daardoor kon de versterker sneller gebouwd worden. De plastieken printplaat had de gewoonte af te brokkelen door de temperatuur en de solderingen kwamen los. De voortrap gebruikt een Sylvania buis, de 7199, die speciaal ontworpen werd voor deze toepassing met een voorversterkerpentode en een triode voor een cathodyne fase omkeertrap. Een europees equivalent is de ECF80/PCF80 die in nagenoeg alle Philips televisies uit die tijd gebruikt werd. De pentode krijgt de tegenkoppeling op zijn cathode, het is een gekend systeem. De triode wordt als cathodyne fase omkeertrap gebruikt, met een kleine condensator van 82pF om de bandbreedte te beperken. Voorversterker en cathodyne zijn direct aan elkaar gekoppeld zodat men het aantal condensatoren in de lus van de tegenkoppeling kan beperken. De eintrappen zijn EL34 in ultra lineairschakeling, de meest optimale schakeling voor deze buis. Dynacord heeft de ultra lineairschakeling gelanceerd in de Verenigde Staten. Er is een tegenkoppeling vanaf de secundaire wikkeling, maar ook via een kleine condensator van 390pF voor de hoge tonen. Het voordeel is dat de tegenkoppeling voor de hoge tonen niet meer via de transformator moet passeren, zodat er geen faseverschuivingen optreden. In de versterker is deze kleine condensator belangrijk om de versterker stabiel te houden met de tegenkoppeling. Al bij al is dit een goed ontwerp die gebruikt kan worden in een moderne versterker, met een ECF80/PCF80 als voortrap (of een PCF82 met een hogere gain). Andere combinaties zijn natuurlijk ook mogelijk zoals een EF86 + een halve ECC82 per kanaal. Er wordt soms verteld dat de modderige klank ("muddy") veroorzaakt wordt door de pentode-triode, en je kan die vervangen door een ECC83 (voortrap) en ECC81 (cathodyne), iedere keer één triode per kant, dus iedere buis krijgt het signaal van beide kanalen. De totale versterking is dan eerder beperkt, maar is geschikt voor de meeste digitale bronnen die een signaal van hoog niveau afleveren. Het oorspronkelijk ontwerp gebruikte drie buizen (één triode als voortrap en twee triodes als long tail fasedraaier zoals de typische Mullard versterkers), maar vanwege de extra kosten werd er gekozen voor een pentode-triode combinatie. Er bestaan moderne uitvoeringen (zie laatste voorbeeld rechts) van de versterker die twee dubbele triodes gebruiken: een ECC83 als voorversterker en cathodyne fasedraaier en een ECC81 als long tail drivertrap. Het is een volwaardige Williamson voortrap en dit is de beste combinatie voor deze versterker: de voortrappen zullen nooit in saturatie gaan met een versterker die voorzien is voor slechts 35W. Het verdient ook de moeite om de gemeenschappelijke cathodeweerstand te vervangen door twee individuele weerstanden van 10Ω om de anodestroom van beide buizen individueel te kunnen regelen. De voedingsspanning bedraagt 420V, de spanning voor de fase omkeertrap is ongeveer 380V en die voor de voortrap 320V Veel amateurs hebben de versterker nagebouwd want de schakeling zelf vertoont geen opvallende gebreken. Gebruikt men componenten van een goede kwaliteit (transformatoren, elko's van voldoende waarde,...) dan kan men een eenvoudige, maar zeer goed klinkende versterker bouwen. Het is niet aangeraden de EL34 te vervangen door alternatieve buizen, want de ultra lineairschakeling is speciaal voorzien voor vermogenspentodes en niet voor beam pentodes zoals de KT77. |
Publicités - Reklame