Buizenversterkers
De eindtrap
ECL83

De ECL83 is één van de buizen in de reeks ECL... De buis kwam op de markt in 1957, één jaar na de ECL82. Blijkbaar was het vermogen van de ECL82 te hoog...
-

-

De ECL83 kan een vermogen van 2.5W leveren met een vervorming van 10%. Dit is minder dan het vermogen van de ECL82 (3.4W), die een jaar eerder op de markt gebracht werd. Het is een zeldzame buis die in niet veel toestellen gebruikt werd, meestal de onderkant van de markt, daar waar een versterker met ECL82 nog te duur zou zijn geweest. Dergelijke toestellen worden niet bewaard.

Push pull guitaarversterker

De schakeling rechts komt uit een gitaarversterker (oefenversterker), waar een vermogen van 10W haalbaar is. Bij oefenversterkers gebruikt men doorgaans geen buizen die een hoog vermogen kunnen leveren, zodat de typische vervormingen reeds ontstaan bij een relatief laag vermogen. De schakeling is redelijk standaard, er zijn niet zoveel mogelijkheden.

We hebben een voortrap met de tegenkoppeling die op de cathode komt. We hebben hier een zeer sterke tegenkoppeling: dit heeft als gevolg dat de versterker redelijk lineair werkt, tot de limiet bereikt wordt. Bij een nog hoger vermogen probeert de tegenkoppeling de versterker sterker uit te sturen, waardoor de vervorming nog sterker wordt.

Tussen de voortrap en omkeertrap hebben we een filter om de bandbreedte aan de bovenkant te beperken en de versterker stabiel te houden ondanks de sterke tegenkoppeling.

De tweede triode is geschakeld als parafase om de omgekeerde fase te doen ontstaan (parafase van het subtype: anode follower). In de schakeling moeten de weerstanden van 270 en 240k omgewisseld worden (om de verzwakking die de tweede triode zou veroorzaken te compenseren).

De eindtrap is heel gewoon, auto bias met cathodeweerstand en schermroosterspanning op een lagere spanning.

We merken duidelijk dat we te maken hebben met een guitaarversterker door de koppelcondensatoren met een relatief lage waarde en door de parafase trap. De parafase trap wordt niet vaak gebruikt bij hifi versterkers omdat de trap extra vervormingen veroorzaakt. Door de koppelcondensatoren met lage waarde worden de lage tonen minder doorgelaten en heeft men meer vermogen over voor de midrange.

Aanpassing naar hifi versterker

De eenvoudige schakeling is ideaal als basis om een upgrade te doen. Om deze versterker om te bouwen naar een meer hifi versterker moeten de koppelcondensatoren in waarde verhoogd worden: 10 - 15nF aan de eerste triode en 100nF aan de pentode. De roosterlekweerstand heeft een relatief lage waarde die we kunnen verhogen naar 470kΩ..

Het is ook beter de parafase te vervangen door een cathodyne met cathode- en anodeweerstand van 100k. De cathodyne is de ideale oplossing voor kleine versterkers.

De sterke tegenkoppeling kan verminderd worden want die maakt de versterker niet noodzakelijk beter. De voortrap heeft een hoge versterking en de eindtrap een hoge gevoeligheid: misschien de outputtransformator vervangen door een transformator met UL aansluitingen? Men kan een transfo voor EL84 of ECLL800 gebruiken.

Hifi versterker

Dit is de versterker van een mono platenspeler, maar met de mogelijkheid om een losse versterker bij te plaatsen om stereo te hebben. Dit werd in de tijd vaak gedaan: als de mensen wat geld hadden, dan kochten ze een (mono) platenspeler, en als ze opnieuw wat geld hadden, dan kochten ze een extra versterker. Een mindere kant is dan dat je twee aparte regelingen hebt. Dat lijkt niet problematisch op het eerste zicht, maar de versterker is eigenlijk een combinatie met luidspreker.

Dit is een versterker voor hifi toepassingen, dit ziet men direct aan de cathodyne fasedraaier. Over het primair van de outputtransformator is er een filter bijgeplaatst, waarschijnlijk om parasitaire oscillaties tegen te gaan. De versterker heeft een breedband luidspreker en een electrostatische tweeter voor de hoge tonen. De audio kwaliteit van dergelijke tweeters is meestal niet goed en geeft vooral de krassen en stoffen weer van de plaat.

De toonregeling zit op de tegenkoppeling. De tegenkoppeling werkt niet in op de cathode zoals in de meeste ontwerpen, maar direct op de ingang. Daardoor wordt de ingang relatief laagohmig. Er is een tweede tegenkoppeling zonder tooncorrectie die naar de onderkant van de volumelnop gaat. Dit werd in veel on,twerpen gedaan zodat er een sterke tegenkoppeling was als de volume laag stond. Bij een hoge volumestand wordt de tegenkoppeling dan minder zodat het maximaal vermogen gehaald kan worden. Door deze dubbele tegenkoppeling wordt de toonregeling ontkoppeld van de volume potmeter.

De gelijkrichting is enkelzijdig met een "metal rectifier". De elko's van 50 + 50µF zijn voldoende voor een push pull versterker waar de brom beperkt wordt door de symmetrische eindtrap. De spanning is relatief laag (215V) zodat het maximaal vermogen van de buizen niet gehaald wordt. Het maximaal vermogen is geschat op 5W. In vergelijking met een versterker met EL84 in single ended configuratie kan deze versterker wat meer vermogen leveren, maar deze versterker heeft vooral een merkbare lagere vervorming.

Single ended versterker met UCL83

Door het gebruik van "U" buizen weten we dat we te maken hebben met een goedkoper ontwerp, doorgaans zonder voedingstransformator. Dit wordt bevestigd door de gelijkrichtdiode UY85, een enkelzijdige gelijkrichter. De hoogspanning en de gloeispanning wordt direct uit het net betrokken zonder transformator, desnoods met een paar weerstanden om de spanning voor de gloeidraden (100mA keten) te verlagen. Bij dergelijke toestellen staat het chassis op de netspanning.

De voortrap gebruikt een polarisatie door de hoogohmige roosterlekweerstand (de roosterspanning zet zich automatisch op ongeveer -1V). Er is een kleine condensator van 30pF de anode van de eindtrap naar zijn stuurrooster om de bandbreedte aan de bovenkant te beperken. Aan de onderkant wordt de bandbreedte beperkt door de kleine koppelcondensatoren. Er is geen tegenkoppeling en geen toonregeling.

Publicités - Reklame

-