De EL84 is de standaard buis die in audioversterkers gebruikt werd. maar er bestaan alternatieven op deze buis. |
-
Dit zijn de alternatieven, die eenzelfde vermogen (maximale dissipatie) hebben:
Vergelijking EL84 - EL86De twee buizen kunnen op een gelijkaardige manier gebruikt worden, het zijn allebei pentodes en de penaansluiting van beide buizen is identiek. De gloeispanning is ook identiek, zodat de buizen verwisseld kunnen worden om testen te doen.De eerste deelschakeling rechts toont een vermogenstrap met EL84. Voor een optimale vermogensoverdracht moet de output transfo een impedantie van 4kΩ hebben, maar het steekt niet zo nauw. Het gemeten vermogen met EL84 bedraagt 8.25W, bij een hoger vermogen wordt de vervorming hoger. Het lager vermogen is een teken dat de buis het liefst werkt met een zo hoog mogelijke anodespanning (de voedingstransfo is een exemplaar die ik voor testen gebruik en waarvan de spanning zakt bij hoog vermogen). De gemeenschappelijke weerstand van 1kΩ die de schermroosterspanning geeft moet niet ontkoppeld worden. Het vermogen is daardoor wat lager, maar ook de vervorming is minder. Het grootste verschil tussen een pentode en een beam tetrode is dat de vervorming bij een pentode hoger is, maar geleidelijk met het vermogen stijgt. Een tetrode geeft minder vervorming, maar de vervorming stijgt plots bij het bereiken van het maximaal vermogen. In mijn schakelingen heb ik bij pentodes vooral een crossover vervorming opgemerkt, waardoor ik een hogere ruststroom moet instellen (15mA) om de vervorming te beperken. Ik hou liever van de klank van een tetrode omdat ik meestal op laag vermogen naar de muziek luister. De EL86 pentode werkt het best met een lagere schermroostersapnning (ongeveer de helft van de hoogspanning), je hebt dus een voedingstransfo met middenaftakking nodig. Het totaal rendement van twee EL86 buizen is een beetje beter, met een lagere g2-stroom (de schermroosterstroom van de EL84 bedraagt 2.4 - 7mA in rust en op maximaal vermogen). De dissipatie op het schermrooster bedraagt dus maximaal 1.6W (de limiet opgelegd door de fabricant is 2W). De dissipatie op het schermrooster van de EL86 bedraagt maximaal 0.5W. Het vermogen met EL86 bedraagt 12.6W met een vervorming van 0.5%. Het betreft een muziekvermogen dat niet permanent aangehouden mag worden, want de maximaal toelaatbare dissipatie in de buizen wordt overschreden. (15W bij testen, 12W maximaal toegelaten volgens de datasheets). De buizen worden inderdaad zeer warm bij testen... Maar zelfs onbelast bedraagt de dissipatie 4.7W door de relatief hoge ruststroom. In het algemeen kunnen de buizen EL86 een wat hoger vermogen leveren dan de gelijkaardige EL84 die beter bekend zijn. Dit wordt veroorzaakt door de wat hogere perveance van de buis (de buis kan een hogere stroom leveren bij een lagere spanning). De buis werd specifiek ontwikkeld voor de SRPP schakeling waarbij twee buizen in serie werken op de voedingsspanning. De bouw van de twee buizen is nochtans redelijk gelijk: het zijn allebei klassieke pentodes, en toch zijn de parameters verschillend, voornamelijk door het schermrooster dat dichter bij de cathode staat bij de EL86. De spoed van de wikkeling van het schermrooster bij de EL86 komt overeen met die van het stuurrooster, en beide wikkelingen liggen in elkaar's verlengde. Hoewel het schermrooster van de EL86 meer windingen telt is de schermroosterstroom gelijk omdat het rooster in de electronenschaduw ligt. EL84 PL84 PL84 EL84 Men kan het verschil tussen de EL84 en de andere types zien door de anode die meer rond is bij de EL84 (geen kneep zichtbaar). Men kan het verschil meten tussen de EL86, PL84 en UL84 door de gloeispanning te testen: 6.3V, 15V en 45V (begin met een 6.3V aan te leggen en controlleer of de cathode donkerrood wordt na 30 seconden). Maar dat is nog niet alles: het amerikaans equivalent van de PL84 is de 15CW5 die geen pentode is, maar een beam tetrode. Veel van de buizen die wij kennen als pentodes (EL84, EL34) hebben een amerikaans equivalent als beam tetrode. Dan hebben we als voorbeeld de 6EM5, een buis voor de rasterafbuiging in televisies. Dit zijn de maximale werkingsparameters: Va = 315V, Vg2 = 285V, Ik = 60mA, Pa = 10W, Pg2 = 1.5W. Men kan een audioversterker bouwen met de volgende instelling: Va, Vg2 = 250V, Vg1 = -18V, Ia = 40mA, Ig2 = 3mA. De Ug1/Ia curve is echter bijzonder krom voor alle stuurroosterspanningen. Maar met een werking in "enhanced triode" (sturing op het schermrooster) hebben we een zeer lineaire versterking voor een schermroosterspanning tussen 50 en 200V (anodespanning = 250V). Dit is een eigenschap die eigen is aan de meeste beam tetrodes gebruikt voor de magnetische afbuiging in televisies. |
Publicités - Reklame