Buizenversterkers
De eindtrap
PCL84

De PCL84 werd ontworpen als video eindtrap in televisies, waar de buis optimaal presteert. De maximale dissipatie beperkt het vermogen van een audioversterker.
-

-

De ECL84/PCL84 is een buis uit dezelfde periode als de ECL82, maar deze buis werd specifiek ontworpen als video-versterker. Je zal dus geen originele schemas vinden waar de buis als audioversterker gebruikt werd. Ook de datasheets geven weinig informatie om de buis als audio eindtrap te gebruiken.

Indien je dergelijke buizen bezit kan je d'er een kleine single ended stereoversterker mee bouwen (twee buizen volstaan). In tegenstelling met transistoren kunnen buizen veel soepeler ingezet worden, zelfs al is de buis niet ontworpen voor die toepassing. Het vermogen is dan 2 × 1.2W, duidelijk minder dan het vermogen dat een ECL82 kan leveren. Het is niet omdat die buis een hoger nummer heeft dat die een hoger vermogen kan leveren.

De gloeispanning van de buis is 15V, evenveel als die van een grotere PL84. De buis wordt dus redelijk warm, en dit is enkel door het gloeivermogen dat in de buis ontwikkeld wordt. Er bestaat ook een ECL84 (6.3V versie), maar die is eerder zeldzaam.

De triode is voorzien voor een anodestroom van 3mA, dan hebben we een versterking van µ = 65 en een hoge steilheid van 4mA/V. De roostervoorspanning moet -1.3V bedragen.

De pentode is voorzien voor een anodestroom van 18mA (zoals de ECL80), de schermroosterstroom bedraagt 3mA, voedingsspanning van 200V, steilheid van 10mA/V, roostervoorspanning van -3V. De maximale dissipatie op de anode bedraagt 4W en dat vermogen wordt reeds bereikt bij deze instelling.

In tegenstelling met andere combi-buizen zoals de ECL82, PCL85 en ECL86 is dit een echte pentode en geen beam tetrode. Vaak is de pentode in feite een beam tetrode om een hoger rendement te halen zodat de relatief kleine buis niet te warm wordt. Voor videoversterking is dat niet nodig omdat de dissipatie lager is.

De pentode heeft een hoge, lineaire versterking, zelfs met een relatief lage anodespanning, waardoor de versterker op een lagere voedingsspanning kan werken (150V), maar bepaalde types schakelingen zoals serie push pull behoren ook tot de mogelijkheden.


Afbeelding 2:
Men ziet de gouden staven van het stuurrooster en de staven van het schermrooster en keerrooster (keerrooster enkel goed zichtbaar rechts). De triode is even groot als de pentode (volledig rechts in beeld).


De volgende schakeling gebruikt twee buizen in een serieschakeling

Voor de voedingspanning gebruikt men een 220V naar 12V transfo voor de gloeispanning (de PCL84 werkt ook goed met 12V). We hebben dan een 12V naar 220V transfo om de hoogspanning te geven. De oplossing met twee transfo's achter elkaar is doorgaans geen optimale oplossing, want daardoor bekomt men een voeding met een hogere inwendige weerstand (de voedingsspanning zakt als de voeding belast wordt). Hier speelt dit geen zo'n grote rol, want de versterker moet in classe A werken, met een nagenoeg constante anodestroom.


Beeld 3:
De spoed van het schermrooster komt niet overeen met die van het stuurrooster (zoals wel het geval is met de straalbundel tetrodes). De spoel is losser, zoals die van een normale pentode.


Het te versterken signaal komt op de onderste triode. Het versterkte signaal wordt op de anode afgenomen en gaat naar de bovenste triode die als cathodevolger werkt. C5 is een bootstrap condensator om de dynamische impedantie die de onderste triode ziet te verhogen. Daardoor komt de versterking van de triode in de buurt van de theoretische maximale versterking van 65X.

Een cathodevolger met lage uitgangsimpedantie is nodig, want het signaal wordt niet enkel naar de onderste tetrode gestuurd, maar ook naar het stuurrooster van de bovenste pentode via een transfo die de fase omkeert. De transfo zorgt er ook voor dat de gelijkspanning op de bovenste triode afwijkt van de spanning van de onderste triode.

Het is dus een push pull versterker, maar met de buizen in serie en niet in parallel zoals bij een normale balansversterker. Daardoor heeft men een groetere keus aan uitgangstransformatoren (het moet geen balanstransfo zijn).

De tegenkoppeling is klassiek en gaat van het secundair van de transfo naar de cathode van de voortrap.

Deze schakeling wordt tegenwoordig niet meer gebruikt vanwege de transfo die de fase moet omkeren. De transfo kan een faseverschuiving veroorzaken tussen het signaal dat naar de onderste en bovenste pentode gestuurd wordt.

Indien men een dergelijke serieschakeling van eindtrappen gebruikt, dan gaat men liever een originele SRPP gebruiken met twee triodes (een triode als voortrap en een triode als fase omkeertrap) zonder transfo voor de fase omkering.

De eindtrappen werken in classe A wegens de cathodeweerstanden. De ruststroom is ingesteld op 25mA en kan niet hoger worden anders wordt de maximale dissipatie overschreden. Het beschikbaar audiovermogen bedraagt 1W (het vermogen van een SRPP versterker is altijd aan de lage kant). De uitgangsimpedantie van de pentodes is 3200Ω.

De srpp schakeling met triodes-pentodes PCL84 is ideaal om een koptelefoon aan te sturen (we hebben een enorme vermogensreserve), maar het vermogen is eigenlijk wat laag voor luidsprekers.

Men kan een hoger vermogen bekomen met een normale push pull schakeling, men kan bijvoorbeeld één van de schakelingen die voorzien is voor de ECL82/PCL82 gebruiken. De steilheid van de PCL84 is zeer hoog en men zal doorgaans ontkoppelde cathodeweerstanden van 180Ω per buis gebruiken voor een voedingsspanning van 200V. Het vermogen is ongeveer 5W.


Afbeelding 4:
De maximale dissipatie van de triode bedraagt 1W.


Video eindtrappen zijn zeer geschikt om gebruikt te worden als drivertrappen in versterkers die een sterke sturing (spanningszwaai) nodig hebben. Video eindtrappen zijn doorgaans pentodes, die een veel grotere lineaire sweep hebben ten opzichte van triodes die normaal als drivertrap gebruikt worden (ECC82 en zeker ECC83).

Video eindtrappen moeten doorgaans een relatief lage uitgangsimpedantie hebben om de invloed van de parasitaire capaciteiten tegen te werken. Dit is zeker nodig, want de video bandbreedte moet tot 5MHz lopen. Dit wordt gedaan door een relatief hoge anodestroom te gebruiken.

Een voorbeeldschakeling een driver met video eindtrap sturing staat hier. De waarde van de cathodeweerstand (240Ω) moet verlaagd worden naar 180 of 220Ω omdat de stuurroosterspanning lager moet zijn (-3.2 à 3.4V).

Publicités - Reklame

-