De ECL81 (ook beschikbaar als PCL81 en UCL81) werkt enkel gefabriceerd in de DDR (merknaar RFT). Het is een buis die in het begin van de vijftiger jaren gelanceerd werd als audioversterker. De buis kon ook gebruikt worden voor de rasterafbuiging in de eerste televisies uit die tijd. |
-
Hier ook zorgt de gemeenschappelijke cathode voor een kleine moeilijkheid in de schakeling. Volgens de documentatie kan de buis enkel gebruikt worden met automatische polarisatie (met cathodeweerstand). Ik denk dat dit veroorzaakt wordt door de schermroosterstroom die een zeer hoge waarde kan aannemen als de buis maximaal uitgestuurd wordt. Door de automatische roosterpolarisatie wordt de stroom in de buis beperkt. De buis werd vooral in de kleine radiotoestellen en platenspelers in de DDR gebruikt (single ended schakeling). In tegenstelling met de ECL80 werd de buis niet gebruikt in push pull schakelingen. De buis was leverbaar als ECL81 (6.3V, 600mA), nog gemakkelijk te vinden, PCL81 (300mA), moeilijker te vinden en UCL81 (100mA), zeer moeilijk te vinden.
Dit zijn de eigenschappen van de buis: De eigenschappen zijn wat beter dan die van de ECL80 die een audiovermogen heeft van 1.5W met d = 10%. De gemiddelde maximale anodestroom van de ECL80 bedraagt 20mA. Ik heb enkele schakelingen gevonden die de PCL81 gebruiken als rastereindtrap, maar dan enkel bij relatief kleine beeldbuizen zoals de AW43-80 met een bruikbaar schermdiagonaal van 39cm. De piekstroom is beperkt tot 100mA en de buis heeft een relatief laag rendement vanwege de hoge schermroosterstroom. De buis kan in een kleine versterker gebruikt worden, de volgende schakeling werkt met een relatief lage voedingsspanning. Een spanningsverdubbelaar zet de 24V wisselspanning om in 65V gelijkspanning. De gloeidraden van de twee PCL81 (stereo versterker) worden in serie gevoed. De pentode heeft een negatieve stuurroosterspanning nodig, maar die is minder negatief dan als de buis met een hogere voedingspanning zou werken. In plaats van de twee diodes die een vaste spanning geven had men beter een weerstand van 61Ω om tegemoet te komen aan de vraag voor een automatische polarisatie (maar in de praktijk is dit hier niet van belang want de buis wordt ver van zijn limieten gebruikt. De outputtransfo is er één met 2*115V ingang en 2*12V uitgang. Met de lage anodesroom van 15mA is er geen risico dat de transfo in erzadiging zou geraken. De versterker kan een maximaal vermogen van 300mW leveren. De PCL81 kan eventueel ook in een push pull versterker gebruikt worden. Zoals je kan zien is dit een modern ontwerp, want ik heb geen historische schakelingen gevonden die de buis in een push pull schakeling gebruikt hebben. Wegens de gemeenschappelijke cathode is de enige mogelijke schakeling een parafase. De schakeling die hier getoont wordt is niet de meest optimale: er bestaan betere ontwerpen zoals de parafase met anode follower trap. Zowel de voortrappen als de eindtrappen gebruiken een vaste negatieve voorspanning. De ruststroom van beide eintrappen moet ingesteld worden op 10mA per buis met een relatief lage hoogspanning van 200V. In rust wordt de maximale dissipatie zeker niet bereikt. De ultra lineaire schakeling is hier aangewezen om de relatief hoge schermroosterstroom niet te verliezen. De versterker kan een beperkt vermogen leveren, geschat op 4 à 5W. De primaire impedantie van de transfo moet 7 + 7 kΩ bedragen, met een UL-aftakking waarschijnlijk op 43%. |
Publicités - Reklame