De PL83 en de PL802 zijn twee buizen die specifiek ontwoirpen werden als video eindtrap in televisies. |
-
De buizen moeten een grote sweep hebben (er is ongeveer 100V nodig om de beeldbuis goed uit te sturen). De inwendige weerstand moet niet te hoog zijn, zodat de bandbreedte niet beperkt wordt door de capaciteit van de electroden van de beeldbuis. De buis moet een signaal tot 5MHz kunnen versterken. De inwendige weerstand is echter hoger dan een echte audio eindtrap. Verwar de PL83 dus zeker niet met een PL84! De PL83 werd gevolgd door de PFL200 met een extra pentode voor de video-versterking. Op de afbeeding zie je door het gaatje in de anode de keerrooster en schermrooster (het is een echte pentode). Het stuurrooster is hier niet zchtbaar.
De tweede buis rechts is een PL802, het is een buis die gebruikt werd in de video-eintrap van kleurentelevisies. Dit is één van de laatste buizen die op de markt werd gebracht. Naar het einde van het buizentijdperk werd de productie stopgezet en de buis werd dan aangeboden als transistor-substituut met twee transistoren en een dikke 56Ω weerstand om de 300mA gloeistroomketen te sluiten. Hier is een hoge lineariteit noodzakelijk zodat er geen kleurfouten optreden. Deze buis heeft een nog sterkere steilheid dan de buis dit in zwart wit televisies gebruikt werd (PL802: S = 40mA/V, PFL200: S = 21mA/V). Door de hoge versterking kan er een lokale tegenkoppeling voorzien worden die de lineariteit zal verbeteren. Een dergelijke hoge versterking wordt bereikt door een speciale buisconstructie met een rooster die zeer dicht bij de cathode geplaatst wordt (niet zichtbaar op de foto). Het rooster dat wel zichtbaar is, is het schermrooster (vormt een electrostatisch scherm tussen cathode en stuurrooster en anode). Er is geen echte keerrooster, maar beam forming plates zoals bij beam tetrodes. De anode is een redelijk kleine plaat op afstand van alle andere electrodes om de parasitaire capaciteiten te beperken. Deze buis heeft een anodedissipatie van 6W en men kan er een versterker mee bouwen (maar de buizen zijn tegenwoordig uiterst zeldzaam). Dankzij de hoge versterkingsfactor is een voorversterkerbuis zelfs niet nodig. De buis wordt volledig uitgestuurd met een signaal van 3V top-top (volledig gesperd bij -3V tot 100mA bij 0V). De werking van de buis is zeer lineair zelfs zonder tegenkoppeling.
Dan hebben we de drie stuurelectrodes: stuurrooster, schermrooster en keerrooster als een beam forming plate. De spoed van het stuurrooster is zichtbaar op de vergroting. De afstand tussen de wikkelingen is veel kleiner dan bij andere buizen en het rooster moet gewikkeld worden op een stevig kader.
Hierboven nogmaals de electrodes naast elkaar: gloeidraad, cathode, spanrooster, schermrooster, beam plates en anode. Dit is de standaard schakeling voor het gebruik van een PL802. De anodeweerstand bedraagt 2.7kΩ, een relatief lage waarde om om een stroom van ongeveer 30mA (naargelang de beeldinhoud) mogelijk te maken. De hoge stroom is nodig zodat de parasitaire capaciteiten weinig invloed hebben.
Om aan de vraag te voldoen werd de er een alternatief ontwikkeld die op de plaats van de buis gebruikt kon worden. De module had dezelfde aansluitingen en bevat een BF422 als voortrap en een BF459 als eindtrap. Het onderdeel dat de meeste warmte produceert is de serieweerstand van de 300mA gloeiketen (de weerstand ontwikkelt 5W).
De PL84 is ene normale pentode en de PL802 een straalbundel tetrode met spanrooster. Bij deze pentode is de spoed van de wikkelingen van het schermrroster identiek aan die van het stuurrooster en het schermrooster wordt zodanig gemonteerd dat de wikkelingen van het schermrooster in de schaduw van die van het stuurrooster liggen zodat er minder schermroosterstroom is (verloren stroom).
Deze buis is bijzonder zeldzaam want de productie werd al stopgezet toen er nog een sterke vraag was. Het heeft daarom weinig zin een versterker te ontwerpen met die buis. |
Publicités - Reklame