De EL90 is een straalbundel tetrode die bij ons niet vaak gebruikt werd. |
-
Deze EL90 heeft twee getters, ieder verbonden met een staaf van het keerrooster. Tijdens de normale werking van de buis spelen de getters geen rol meer. Ze worden zodanig geplaatst dat het bariummetaal dat gesublimeerd wordt tegen het glas neerslaat (en niet tegen de electrodes, waar het metaal kortsluiting zou veroorzaken). Daarom is de bovenkant van een goede buis blinkend door de dunne metaallaag. Als er lucht in de buis komt, dan oxideert het batiummetaal en wordt het witachtig. Het stuurrooster zit zeer dicht bij de cathode (op minder dan 1mm). Het rooster heeft de meeste invloed op de electronenstroom als die in het midden van de ruimtelading geplaatst wordt. De verhitte cathode stoot electronen uit, en die verzamelen zich op een korte afstand van de cathode, de ruimtelading. Door een negatieve spanning op het stuurrooster worden de electronen teruggestuurd naar de cathode. Als de spanning nul volt bedraagt heeft het stuurrooster geen invloed, en worden de electronen door het schermrooster en de anode aangetrokken. Deze buis is een beam tetrode (straalbundel tetrode), waarbij het keerrooster vervangen wordt door twee beam forming plates om de electronenstroom te concentreren zodat er een virtuele keerrooster gevormd wordt door de electronenwolk.
De cathode is volledig rond en nogal klein voor een vermogensbuis (vergelijk de cathode van de PL84). Dit heeft als gevolg dat het vermogen dat de buis kan leveren snel zakt als de emissie van de cathode minder wordt. Ik weet echter niet of de buis effectief minder lang meeging dan bijvoorbeeld een EL84. De trend is echter naar bredere cathodes, als men bijvoorbeeld een 6V6GT van juist na de tweede wereldoorlog vergelijkt met een recentere uitvoering. Twee andere buizen die ontleed werden is de PCL805, een combibuis met triode en beam tetrode en een PL84 een speciale uitvoering van de meer bekende EL84. |
Publicités - Reklame