Buizenversterkers
De eindtrap
EL90

De EL90 is een beam tetrode (en geen klassieke pentode), de europese versie van de 6V6, maar in een kleine B7G behuizing. De EL90 is ook gekend onder de amrikaanse kode 6AQ5.
-

-

De EL90 is gebaseerd op de 6V6, een kleine beam tetrode die in radiotoestellen gebruikt werd. De maximale parameters voor deze buis zijn: Va, Vg2: 275V, Pa: 11W (de waarden kunnen verschillen naargelang de uitvoering).

In continentaal Europa werd de buis weinig gebruikt (de buisvoet B7G werd hier nauwelijks gebruikt), maar wel in Engeland. Er zijn daarom weinig originele schakelingen met deze buis te vinden.

Met een maximale dissipatie van 11 ŕ 12W naargelang de fabrikant wordt de buis zeer warm (dit is dezelfde maximale dissipatie als de grotere EL84).

De buis wordt tegenwoordig geprijsd als eindtrap in guitaarversterkers. Door het beperkt vermogen gaat de buis relatief snel in overdrive.

Parameters voor een single ended versterker: Va, Vg2: 250V, Vg1: -12.5V, S: 4.1mA/V, Ia: 45mA, Ig2: 4.5mA, Rl: 5kΩ, Po: 4.5W (d: 8%)

En voor een push pull versterker (waarden voor twee buizen): Va, Vg2: 250V, Vg1: -15V, Vi: 21V, Ia: 70-79mA, Ig2: 5-13mA, Po: 10W (d: 5%)



Een eerste schakeling, specifiek voor guitaarversterkers. De voortrap gebruikt een 6N2P, een buis die gelijkaardig is als de ECC83, maar andere penaansluitingen heeft. Zonder de voortrap kan de versterker gebruikt worden als normale audioversterker. De sterke tegenkoppeling dat de vervormingen binnen de perken blijven. De anodespanning bedraagt 320V

Je ziet het misschien niet direct aan de schakeling, maar er is wat vervorming via de schermoosteraansluiting. Bij sterke passages verloopt de instelling van de eindtrap (auto bias veroorzaakt door de cathodeweerstand), met eerst een oplopende en dan dalende schermroosterstroom. Over de weerstand van 10kΩ veroorzaakt dit een duidelijke verandering van de voedingsspanning B en C.

Het effekt is nauwelijks merkbaar bij gebruikt op normaal vermogen voor dit apparaat (< 4W) en kan nog verder verminderd worden door de waarde van de elko's ferm te verhogen tot 150 - 150 - 47 - 47µF. Dit zal trouwens ook de brom verminderen, altijd aanwezig bij single ended ontwerpen. Je moet in ieder geval hogere condensatorwaarden gebruiken als je en stereo versterker bouwt.


De volgende schakeling heeft ook zijn gebreken: zoals bij vele moderne ontwerpen scheelt er wat aan de schakeling.

De eerste buis is een 6X8, een buis met gemeenschappelijke cathode (zoals de ECL80), die het ontwerp moeilijk maakt. Zoals alle (slecht ontworpen) parafaseschakelingen verloopt de gelijkloop tussen beide uitgangen als de buis verslijt. Het ontwerp is hier (bijna) te redden door een 12AX7 (ECC83) te gebruiken.

De eindtrap is redelijk normaal (veel kan hier eigenlijk niet mislopen) met een niet-ontkoppelde gezamelijke cathodeweerstand. Bij zo'n schakeling stijgt de inwendige weerstand van de buis, en is de dempingsfactor minder. De vervorming is hoog, zeker omdat er geen tegenkoppeling voorzien is. Dit is een versterker die enkel gebruikt kan worden als guitaarversterker.


En als laatste nog een guitaarversterker met EL90/6AQ5 (sorry, ik heb geen standaard versterker gevonden met de EL90, kijk op de pagina van de 6V6).

Het valt hier weer duidelijk op dat we te maken hebben met een modern ontwerp. De mosfet zorgt hier niet voor een stabilisatie van de spanning, maar enkel om de spanning te verlagen (de mosfet wordt als veredelde vermogensweerstand gebruikt).

Wat scheelt er nog allemaal aan die schakeling?... De stand by schakelaar bijvoorbeeld: de gelijkrichterbuis houdt zeker niet van direct gekoppeld te worden aan een lege condensator. Plaats de stand by schakelaar juist na de elko.

We hebben een inschakelbare tegenkoppeling, maar door de condensator van 0.1µF naar massa werkt de tegenkoppeling niet meer voor de hoge frekwenties (vanaf ongeveer 5kHz).

De fasesplitter is een long tail schakeling, maar door het signaal die aan één triode toegevoegd wordt en de tegenkoppeling aan de andere triode ontstaat er een verschil in uitsturing van de beide eindtrappen. Het effekt wordt wel beperkt door de relatief hoge gemeenschappelijke cathodeweerstand.

De drivertrap versterkt daardoor maar 2× (de globale anodeweerstand bedraagt 68kΩ) en er is een voortrap nodig om tot een voldoende signaalamplitude te komen zou men de versterker willen gebruiken als hifi versterker.(zonder alles wat voorafgaat aan de effects loop).

Wil je daar echt een hifi versterker van maken? Gooi alles weg tot aan de eindtrap en plaats een normale voortrap en cathodyne fase omkeertrap met tegenkopelling naar de cathode van de voortrap. De EL90 is een kleine buis en heeft geen sterke drivertrap nodig. Als voortrap en fase omkeertrap is een ECC83 perfect.

De veel te complexe voeding zou ook aangepakt moeten worden: gebruik een transfo met een uitgangspanning van 220V samen met een diodebrug, haal die gelijkrichterbuis weg (voor niets nodig), smijt de transistor in de vuilbak, gebruik elko's van normale waarde,... Er zijn voldoende goede buizenversterkers op deze site. De EL90 verdient beter dan wat hier aangeboden wordt!

Een tip: gebruik een schakeling die voorzien is voor de EL95: de EL90 is krachtiger en is pencompatibel met de EL95, want de moderne schakelingen op deze pagina zijn niets waard.

Publicités - Reklame

-