Buizenversterkers
Types buizen voor gebruik als eindtrap
Triode-pentode

De triode-pentode combibuis is een ideale oplossing voor een pick up: er is maar één buis nodig voor de versterking van het signaal van de platenspeler (kristalopnemer). Maar dergelijke combibuizen konden ook gebruikt worden als video versterker en als rasterversterker in televisies.
-

-


Detail zicht op een kleine push pull versterker met PCL805
met led-verlichting in het buisvoet


ECL80, PCL81, ECL82, PCL84, PCL85, PCL86

ECL80

Een van de eerste buizen in noval-uitvoering in 1950. Zoals toen gewoon was, werd een buis ontworpen om in zoveel mogelijke toepassingen gebruikt te kunnen worden (audio en rastereindtrap). Als rastereindtrap in de magnetische afbuiging was de buis te krap bemeten en moest zeer regelmatig vervangen worden als de emissie verminderd was.

De buis werd ook ontworpen om zowel in een serie gloeikring (300mA) als in een parallel gloeikring (6.3V) gebruikt te kunnen worden. Om aan dat laag gloeivermogen van 1.9W te komen moet er een gemeenschappelijke cathode gebruikt wordt, daardoor moeten er speciale schakelingen gebruikt worden. In alle opzichten was het een compromis buis.

Triode: 1W, 8mA, µ = 20, s = 1.9mA/V
Pentode: Pa = 3.5W, Pg2 = 1.2W, max 25mA
Versterker: 200V, Vg1 = -8V, Ia = 17.5mA, Ig2 = 3.3mA, Po = 1.4W @ d = 10%

ECL81

Deze buis zou enkel in de DDR gefabriceerd geweest zijn. Wat de constructie betreft is de buis vergelijkbaar met de ECL80, maar hier zit de triode onderaan. Deze buis heeft ook een gemeenschappelijke cathode. De gloeistroom is dubbel zo hoog. De buis is ook voorzien voor audio en rasterafbuiging.

Triode: 1W, 8mA, µ = 55
Pentode: Pa = 6.5W, Pg2 = 1.5W
Versterker: 200V, Vg1 = -7V, Ia = 30mA, Ig2 = 4.8mA, Po = 2.4W @ d = 10%, 3.7Vin

ECL82

Een buis die ontworpen wed om gebruikt te worden in goedkope platenspelers en als audio eindtrap in televisies halverwege de jaren 1950. En terzelfdertijd was de buis ook ontworpen om gebruikt te worden in rastereindtrappen van televisies. Hoewel de buis één van de meer krachtige types was, was de buis voor beide funkties eigenlijk te zwak van zodra men grotere beelddiagonalen ging gebruiken. Gloeistroom 0.78A

Triode: 1W, 15mA, S = 2.5mA/V, µ = 70
Pentode: Pa = 7.8W, Pg2 = 1.8W
Versterker: 200V, Vg1 = -12.5V, Ia = 35mA, Ig2 = 6.5mA, Po = 3.4W @ d = 10%, Vi = 5.8V
Push pull: Ia = 28 - 31mA, Ig2 = 5.8 - 13mA, 10.5W @ d = 4.8%, Rk =170Ω (gemeenschappelijke weerstand)

ECL83

Een zwakker broertje van de ECL82. In die tijd was een vermogen van 3.4W blijkbaar veel te hoog voor gewone toepassingen. Gloeistroom 0.6A

Triode: 3.5W, 15mA, S = 2.5mA/V, µ = 85
Pentode: Pa = 5.4W, Pg2 = 1.2W
Versterker: 200V, Vg1 = -13V, Ia = 27mA, Ig2 = 4.4mA, 2.5W @ d = 10%, Vin 5.2Veff, Rk = 410Ω (gemeenschappelijk)
Push pull: Ia = 25 - 29mA, Ig2 = 3.9 - 8.5mA, 7.2W @ d = 4.2%, Rk = 220Ω (gemeenschappelijk)

ECL84

Een veel voorkomende buis die voor videotoepassingen ontworpen werd. Omdat er nog veel stock is werden deze buizen ook voor audiotoepassingen gebruikt. Het maximaal vermogevn van de versterker wordt echter beperkt door de relatief lage maximale dissipatie. Gloeistroom 072A

Triode: 1W, 12mA, 4mA/V, µ = 65
Pentode: Pa = 4W, Pg2 = 1.7W
Video versterker: 200V, Vg1 = -2.8V, Ia = 18mA, Ig2 = 3.1mA

PCL805 en ECL86

De twee buizen zijn voor verschillende doelen ontworpen en hebben ook verschillende eigenschappen, maar beide buizen kunnen goed in audiotoepassingen gebruikt worden. Een demontage van twee defecte buizen tonen de verschillen in constructie (zie link).

De PCL805 is een rastereindtrap die ook zeer goed presteert als audio versterker. De buizen die voor de rasterafbuiging ontworpen werden moesten ook zeer lineair werken want de afbuigspoel gedraagt zich als een ohmse weerstand bij 50Hz. Gloeistroom 0.7A voor de ECL85

Triode: 0.5W, 15mA
Pentode: Pa = 9W, Pg2 = 1.5W
Geen gegevens voor gebruik als lineaire versterker.

De ECL86 is de laatste combi buis uit de reeks combibuizen triode-pentode voor audiotoepassingen. De ECL86 en PCL86 werden gebruikt in verschillende audio-installaties. Met 4 ECL86 kan je een push pull versterker bouwen met een vermogen van tweemaal 10W. Gloeistroom 0.7A

Triode: 0.5W, 4mA, µ = 100
Pentode: Pa = 9W, Pg2 = 1.8W, Ia = 55mA
Versterker: 230V, Vg1 = -5.7V, Ia = 40 - 42mA, Ig2 = 6.7 - 11.4mA, Po = 4W @ d = 10%, Rk = 115Ω
Push pull: 250V, Vg1 = -5.1V, Ia = 35 - 37.3mA, Ig2 = 5.6 - 9mA, Po = 10W @ d = 4.5%, Rk = 84Ω.

ECL88

Het is het europees equivalent van de 30PL14 (rastereindtrap van zwart wit televisies). De buis is zeldzaam en de eigenschappen zijn niet beter dan die van de ECL805/PCL805.

Triode: 1W, 3.4mA/V, µ = 18
Tetrode: Pa = 8W, Pg2 = 2W

De ECL80 (rechts) met zijn kleine triode aan de bovenkant van de buis. Het rooster heeft een brede spoed en de eigenschappen van de triode zijn matig, met een lage versterking (in de praktijk 10× met een vervorming van 8%). Ook de voortrap veroorzaakt dus een stevige vervorming.

In het algemeen hadden deze eerste buizen een laag vermogen. Een vervorming van 10% werd als normaal aangezien. Als je een versterker zou bouwen met deze eerste buizen moet je geen hoge audiokwaliteit verwachten, zelfs al zijn de buizen door Telefunken gemaakt.

De PCL81 (links) heeft ook een gemeenschappelijke cathode, maar hier zit de triode aan de onderkant van de buis. De eindtrap is een echte pentode (met drie roosters), het is geen beam tetrode zoals de PCL85 en PCL86.

Met een maximale anodedissipatie van 6.5W situeert de buis zich tussen de PCL84 (Pa = 4W) en de ECL82 (Pa = 7.8W).

Door de relatief kleine cathodeoppervlakte (vooral van de ECL80) is de maximale stroom door de buis beperkt. Deze buizen waren ook voorzien als rastereindtrap van de eerste televisies (met magnetische afbuiging). Van zodra de emissie wat teruggevallen was moesten de buizen vervangen worden (ze konden dan nog wel als audio eindtrap gebruikt worden).

Publicités - Reklame

-