Buizenversterkers
Verschillende soorten triodes
Triodes

Je zou denken dat je de ene triode door de andere kan vervangen, maar dit is zeker niet waar: bepaalde triodes zijn aangepast voor bepaalde taken en hebben andere eigenschappen. De aansluitingen zijn soms verschillend om bepaalde negatieve effekten te onderdrukken (triodes voor hoogfrekwent gebruik).
-

-

We bespreken eerst de meest voorkomende dubbele triodes om dan over te gaan naar enkelvoudige triodes. Dit zijn de kodes voor de penaansluitingen:
f (filament): gloeidraad,
c: cathode,
g (grille): rooster,
a: anode,
s: (screen) scherm.

Aansluitingen
Radiofrequent
(osc + mengtrap)
Radiofrequent
(cascodeversterker)
Laagfrequent
(audio)
Laagfrequent II
(audio)

ECC40

Je kan deze dubbele triode terugvinden in oude versterkers uit de jaren 1950. De buis is uitgerust met een rimlockvoet (ECC4...), modernere buizen hebben een novalvoet (ECC8...).

Imax = 10mA, Pmax = 1.5W
Gm = 2.9mA/V, µ = 32

Aansluitingen (rimlock)
1: f
2: a2
3: g1
4: k2
5: a1
6: g1
7: k1
8: f
Rechts een schakeling waar de ECC40 gebruikt wordt als balansversterker om een kleine luidspreker aan te sturen (500mW). De buis werkt zeer dicht bij zijn limieten (dissipatie van 1.4W). Het ingangssignaal moet een amplitude van 4.1V hebben, de balanstrap moet voorafgegaan worden door een voorversterker en een fasedraaier. In deze toepassing kan je de buis vervangen door een ECC81 of eventueel ECC85. Wens je wat meer vermogen, gebruik dan een ECC99.

Deze buizen zijn zeldzaam geworden en indien je een oud toestel zou herstellen kan het nodig zijn het buisvoet te vervangen zodat er modernere buizen gebruikt kunnen worden. Je kan dan een ECC83 (voortrap) of een ECC81 of ECC82 gebruiken (stuurtrap).

ECC31 - ECC35

Aansluitingen (octal)
1: g2
2: a2
3: k2
4: g1
5: a1
6: k1
7: f
8: f
Reeks buizen met octal buisvoet, vooral in de Verenigde Staten gebruikt. De aansluitingen zijn die van de meer bekende ECC32
  • ECC31 dubble triode met gemeenschappelijke cathode, max 300V, 6mA (max 50mA voor beide triodes), 2.3mA/V, µ = 32
  • ECC32 meer bekend onder zijn amerikaanse kode 6SN7GT, 250V, 6mA (max 50mA), 2.3mA/V, µ = 32
  • ECC33 ontworpen voor computertoepassingen, 250V, 9mA (max 20mA), 3.6mA/V, µ = 35
  • ECC34 250V, 10mA 50mA max), 2.2mA/V, µ = 11.5
  • ECC35 250V, 2.3mA, (8mA max), 2.0mA/V, µ = 68
Op de eerste buis na hebben deze buizen dezelfde penaansluitingen.

Voor audio toepassingen kunnen deze buizen vervangen worden door een 6SN7GT die nog in productie is.

ECC80

Deze buis heeft nooit bestaan in standaard-uitvoering, wel in versterkte uitvoering E80CC. De buis werd gebruikt in computers en de betrouwbaarheid moest zeer hoog zijn (10.000 werkuren) omdat een computer uitgerust is met duizenden buizen.

Imax = 12mA, Pmax = 2W
Gm = 2.7mA/V, µ = 27

De spanningsversterking bedraagt 18.5× met een anodeweerstand van 47kΩ.
Roostervoorspanning -3.5V voor een stroom van 12mA (midden in het rechte deel van de caracteristieken).

De buis is pencompatibel en electrisch uitwisselbaar met een ECC82 of een ECC81.

ECC81 12AT7

De ECC81 was oorspronkelijk bedoelt voor VHF schakelingen (televisiebanden I en III, FM band). Een van de triodes werd als oscillator gebruikt, de tweede als mengtrap. Er is geen afscherming tussen beide triodes, maar dit is ook niet echt nodig in deze toepassing want het oscillatorsignaal moet toch op de mengtrap terechtkomen.

Imax = 15mA, Pmax = 2.5W
Gm = 3.5mA/V, µ = 30 (voor een stroom van 10mA)

De buis heeft een lage inwendige weerstand en kan gebruikt worden in omkeertrappen en om eindtrappen aan te sturen. De buis wordt opnieuw gefabriceerd en heeft betere eigenschappen dan een ECC82 (hogere steilheid en spanningsversterking).

ECC82 12AU7

Dit is een algemene triode die voorzien is voor laagfrekwente toepassingen. Er bestaat ook een versie E82CC, terwijl de versie E182CC voor meetversterkers gebruikt werd.

Imax = 20mA, Pmax = 2.75W
Gm = 2.2mA/V, µ = 17

Dankzij de hoge anodedissipatie kan iedere triode gebruikt worden om een zware vermogenseindtrap aan te sturen (anodeweerstand van 33kΩ of minder). Dit is de standaard-buis voor deze toepassingen. De buis kan ook gebruikt worden om koptelefoons te sturen. De buis kan reeds een voldoende stroom leveren bij een lage anodespanning.

ECC83 12AX7

De meest gebruikte buis voor audiotoepassingen. Er zijn verschillende afgeleiden ontstaan. De buis is redelijk hoohohmig en wordt best als voorversterker gebruikt, met een anodespanning die niet te laag is om de beste lineariteit te bekomen (Ua = 1/2 voedingsspanning met een minimum van 100V).

Imax = 8mA, Pmax = 1W
Gm = 1.5mA/V, µ = 100

De ECC83S heeft een anode met een inkeping op de plaats waar de electronen op de anode terechtkomen zodat de anode dichter bij het rooster ligt. De buis is ook steviger gebouwd.

Dit is een buis met een hoge versterking en wordt doorgaans gebruikt als voortrap (spanningsversterking). De versterking µ = 100 wilt natuurlijk niet zeggen dat de spanningsversterking ook 100× bedraagt, maar je kan een versterking van 50× halen met een anodeweerstand van 47kΩ.

12BH7

Dit is een amerikaanse buis die zijn gelijke niet kent in Europa, de buis is een beetje vergelijkbaar met de ECC99 (die betere eigenschappen heeft). Ik ken de buis vanwege zijn gebruik als outputbuis voor de aansturing van de afbuigplaten van oscilloscopen. Door de lage inwendige weerstand kan de buis de platen probleemloos aansturen.

Imax = 20mA, Pmax = 3.5W
Gm = 3.1mA/V, µ = 17

De buis kan gebruikt worden voor de aansturing van zware eindbuizen, maar je kan er ook een kleine push pull versterker mee bouwen (vermogen van 5W), aangestuurd met een 12AX7 (spanningsversterker en fasedraaier).

ECC84

Deze buis werd in antenneversterkers gebruikt (cascodeschakeling voor VHF).

Imax = 18mA, Pmax = 2W
Gm = 6mA/V, µ = 24

De buis heeft een scherm tussen de twee triodes, aangesloten op het rooster van de tweede triode (gemeenschappelijke roosterschakeling). Daardoor kan de buis niet voor audiotoepassingen gebruikt worden. De penaansluitingen zijn verschillend in vergelijking met de standaard-types.


ECC85

Buis speciaal ontworpen voor de FM voortrap van radiotoestellen (oscillator en mengtrap).

Imax = 15mA, Pmax = 2.5W
Gm = 5.9mA/V, µ = 57

De buis heeft ook een schermrooster tussen beide triodes, maar die is aangesloten op een eigen pennetje. De buis kan gebruikt worden in de plaats van een ECC82, maar de aansluitingen zijn verschillend. Een ECC82 kan niet gebruikt worden in de plaats van een ECC85 (hoogfrekwente toepassingen).

ECC86

Een buis die speciaal voor autoradios bedoelt was (FM band). De buis kon gevoed worden met de batterijspanning en er was geen omvormer nodig om de hoogspanning te produceren.

Om een voldoende versterking te bekomen met een netspanning van 6.3V werden de electrodes zeer dicht bij elkaar geplaatst. De verschillende parasitaire capaciteiten konden verschillen van buis tot buis ten gevolge van de fabricagetoleranties zodat de FM trap opnieuw ingesteld moest worden na het vervangen van de buis.

Imax = 20mA, Pmax = 0.6W, Ua max = 30V
Gm = 2.6mA/V, µ = 14

De buis is zelfdzaam en kan als laagspanningsversterker gebruikt worden. De buis werkt ideaal met een anodespanning van 25V: men bekomt dan een stroom van 5mA met een roostervoorspanning van -0.5V.

ECC88

Voorversterkertrap voor FM radio's, te gebruiken als cascodeschakeling.

Imax = 25mA, Pmax = 1.8W
Gm = 12.5mA/V, µ = 33

Een buis met een zeer hoge stroomversterking. De buis wordt in sommige ontwerpen gebruikt (het is een verbeterde ECC82). De buis was zeldzaam maar wordt opnieuw gefabriceerd onder de referentie E88CC. Opgelet, de penaansluiting is niet compatibel met de LF-buizen.

ECC89

Deze buis zal je normaal niet aantreffen in ECC-uitvoering, wel in PCC versie (gloeispanning door middel van een serieketen van 300mA, benodigde spanning 7.5V). De ECC-versie is de ECC189. De buis werd als cascode versterker (antenneversterker) gebruikt voor VHF band III. Waar is de tijd van de televisieantennes op het dak... Band I, band III, band IV, band V...

Het is een frame grid buis, dus een buis met een rooster op een raam gewikkeld zodat de eigenschappen veel beter konden zijn (spanrooster). Dit is de laatste verbetering van de buizen, nadien is men op transistoren overgestapt, zelfs voor hoogfrekwente toepassingen. De anodespanning is lager in vergelijking met een standaard-buis omdat de electrodes dichter bij elkaar geplaatst worden. De ECC84 is de normale versie van de buis (zonder spanrooster).

Imax = 22mA, Pmax = 1.8W, Va max = 130V
Gm = 12mA/V, µ = 36

Dit is een zeldzame buis, bouw je versterker dus niet met een dergelijke buis!

ECC808

Verbeterde versie van de oude ECC83 met een scheiding tussen beide triodes. De ECC83 dateert van 1954 en de ECC808 van 1963. De buis produceert minder ruis en heeft minder last van microphonie. De buis was ontworpen voor microfoonschakelingen en magnetische pick-up versterkers (3mV in plaats van 500mV voor ceramische pick ups).

Imax = 4mA, Pmax = 0.5W
Gm = 1.6mA/V, µ = 100

Hoewel de ECC808 als een verbetering op de originele ECC83 wordt gepresenteerd heeft de buis toch beperktere maximale eigenschappen: lagere stroom en dissipatie. Dit speelt echter geen rol in de meeste ontwerpen waar de buis ver van deze limieten gebruikt wordt. Hoewel die voorzien was als een verbeterde ECC83 is de buis niet pencompatibel met de audio-buizen.

ECC99

Volgens de classificatie had dit een 7-pens buis moeten zijn (formaat B7G), maar het blijkt een B9A formaat te zijn (veel voorkomende 9 pens formaat). Zelfde aansluitingen als de ECC83-reeks.

Imax = 18mA, Pmax = 3.5W
Gm = 9.5mA/V, µ = 22

Het is een recent ontwikkelde buis met een verhoogde dissipatie om zware vermogensbuizen aan te sturen (of om eindtrappen op g2 aan te sturen). De buis kan ook gebruikt worden om een koptelefoon aan te sturen.


ECC91

Deze buis werd oorspronkelijk ontworpen als push pull versterker (line driver) of oscillator in toepassingen tot 250Hz. De buis is ontworpen om in classe C2 te werken, dus met een zeer negatieve roostervoorspanning en een roosterstroom tijdens positieve pieken. De buis werd in draagbare zenders gebruikt.

Imax = 22mA, Pmax = 1.5W
Steilheid = 5.6mA/V, µ = 38

Dit is een buis die eigenlijk niet ontworpen is voor audiotoepassingen, maar esotherische puristen hebben ontdekt dat er één enkele cathode gebruikt wordt voor beide triodes. Een reden om aan te nemen dat de buis een perfecte gelijkloop zou kunnen waarmaken in symmetrische schakelingen zoals de long tail (niet dus). Door hun toedoen is de prijs van de laatste NOS buizen sterker gestegen dan de bitcoin. De buis heeft een kleinere buisvoet B7G.


De enkelvoudige triodes zijn redelijk specifiek, ze werden bijvoorbeeld gebruikt in de eerste UHF tuners. Je zal ze normaal niet aantreffen in audio-apparatuur en ze worden hier enkel vermeld ter informatie. Deze buizen zijn bijna niet meer te krijgen, ze zijn trouwens hoofdzakelijk voorzien voor hoogfrekwente toepassingen.

EC81

UHF oscillatorbuis, zeldzaam.

Imax = 20mA, Pmax = 3.5W
Gm = 5.5mA/V, µ = 16

Voor laagfrekwente toepassingen is dit een gewone buis (behalve de hoge stroomsterkte).

EC86 EC88

UHF triode (mengtrap).Buizen die bedoeld waren voor hoogfrekwente toepassingen werken meestal met een hoge stroom (dicht bij de limieten van de buis) zodat de ruisbijdrage minder wordt.

Imax = 20mA, Pmax = 2.2W
Gm = 14mA/V, µ = 68

De EC88 kan gebruikt worden tot een frekwentie van 1GHz en gebruikt een grame grid. Om de eigen capaciteit te beperken loopt de anode maar aan één kant van de buis (met een verminderde stroom en dissipatie als gevolg).

PC900

De buis bestaat enkel in "P" versie (gloeispanning 3.9V) en werd als VHF voorversterker gebruikt. De buis werd dicht bij zijn maximale parameters gebruikt en werd zeer warm (anodestroom van 10mA).

Imax = 20mA, Pmax = 2.2W
Gm = 20mA/V, µ = 84

Deze buis werd in veel verschillende televisies van de jaren 1960 - 1970 gebruikt.

Deze specifieke buizen zijn niet speciaal bedoelt voor audiotoepassingen. Niet noodzakelijk omdat de buizen geen goede eigenschappen hebben, maar omdat ze nu moeilijk te vinden zijn: in het beste geval zijn het "NOS" buizen met eigenschappen die in de loop der jaren verlopen zijn.

Een ander nadeel in de penaansluiting die voorzien is voor hoogfrekwente toepassingen en niet overeenkomt met de penaansluiting van meer gewone dubbele triodes.

PCF80/ECF80

De ECF80/PCF80 werd veelvuldig gebruikt in televisies en is nog volop verkrijgbaar.De buis is heel goed bruikbaar als gecombineerde trap (voortrap met pentode en cathodyne met triode). De pentode heeft een zeer hoge versterking en de triode een lage impedantie (vergelijkbaar met een ECC82).

Publicités - Reklame

-