Enkele voorbeelden van versterkers waarvan de eindtrap in classe AB2 werkt (dus met stroom door het stuurrooster bij hoog vermogen). |
-
AM modulator voor omroepzenderClasse-B sturing werd vroeger vaak gebruikt bij AM modulatoren voor radio omroep. Er is een sterk signaal nodig, maar de geluidskwaliteit is minder belangrijk, een vervorming van 5% is aanvaardbaar op de AM band (middengolf). De fase-omkeertrap wordt dan ook vaak gerealiseerd door een transformator. De modulatie wordt beperkt door een compressor, waardoor de audiotrap bijna altijd dicht bij zijn maximum vermogen moet werken. Om het rendement te verhogen wordt de audio eindtrap in classe B2 gebruikt.Het audio signaal wordt gesuperponeerd op de anodestroom van een radio-frekwente buis, vaak de voorlaatste trap in de zender. Het audiovermogen moet 40W bedragen. De schakeling rechts toont de principeschakeling van de modulator (zonder de koppeling aan de RF versterker). Het ingangssignaal bedraagt 400Vpp. De dubbele triode geeft geen spanningsversterking maar stuurt de eindtrap, een push pull met 6L6 (een buis die zeer gekend is bij radio-amateurs, maar dan onder de versie 807 met anodecontact bovenaan de buis). Er zijn hier verschillende voedingsspanningen nodig (+270V voor de voortrap en g2-spanning, -67.5V voor de negatieve spanning en +360V voor de anodespanning van de eindbuizen). De schakeling kan desnoods ook gerealiseerd worden met minder spanningsbronnen, dit is een eenvoudige principeschakeling.
Versterker met 6V6Dit is een voorbeeldversterker om de overgang aan te tonen van de classe AB1 naar AB2. De versterker gebruikt twee 6V6 die een vermogen van 14W kunnen leveren. Met een sturing in classe AB2 komt men aan een vermùogen van 23.8W. De aangegeven wisselspanningen zijn RMS spanningen.De ingangstrap is een Schmidt faseomkeertrap (met gemeenschappelijke niet-ontkoppelde cathodeweerstand). De waarde van de weerstand is hoog, waardoor de versterking laag is: men heeft een ingangsspanning van 3.1V nodig om tot het nominaal vermogen te komen. De twee uitgangsspanningen hebben echter een goede gelijkloop. D voortrap gebruikt een dubbele triode 12AT7 die een hoge versterking en een goede lineariteit heeft. De drivertrap is een dubbele triode 12BH7, een buis die geen europezes equivalent heeft. Met deze buis is een relatief hoge catrhodestroom mogelijk en de buis kan een eindtrap goed in classe AB2 aansturen. De instelling van de ruststroom van de eindtrappen gebeurt hier, met de trimmers RV3 en RV4. We hebben dan een instelling die we normaal niet tegenkomen in hifi versterkers (en die gewoon kortgesloten mag worden). Daarmee kan men de eindtrappen in classe AB2 (weerstand kortgesloten) of in classe AB1 (weerstand op maximale waarde) laten werken. Met de twee weerstanden in werking loopt er nagenoeg geen roosterstroom en heeft men een hifi vermogen van 4.8W. Verhoogt men het ingangssignaal, dan heeft men oneven harmonischen. Indien men één weerstand gebruikt, dan heeft men een asymmetrsiche werking met veel even harmonischen. De maker van de schakeling gebruikt zijn versterker zowel voor hifi (met kortgesloten weerstanden) en als gitaarversterker. De eindtrap is eenvoudig. De schermroosterspanning B+2 van 224V is gestabiliseerd met een mosfet (wat aangeraden is om een stabiele werking op hoog vermogen te bekomen). De hoge anodespanning is de maximale spanning die de buis kan verdragen en het maximaal vermogen wordt overschreden (meer dan het dubbel!) als de versterker op hoog vermogen werkt. Zelf in rust wordt de maximale dissipatie bijna bereikt. Zo'n instelling gaat de 6V6 buizen snel vernietigen: de anode wordt gloeiend heet en zal de gassen die in het metaal opgenomen zijn vrijlaten. dan zal de cathode vernietigd worden door de ionenbombardement. Dit is altijd een weerkerend probleem met ontwerpers die de specificaties van de buizen niet lezen. Opgelet, de oorspronkelijke schakeling is niet juist, met een stroomstabilisatie in plaats van een spanningsstabilisatie. De ruststroom in de beam tetrode gaat van 26mA in rust over naar 73mA op vol vermogen. En we eindigen met een complete versterker met phono-ingang. De gevoeligheid van de versterker is naar huidige normen veel te hoog, dit kan gecompenseerd worden door een tegenkoppeling, maar dit vergt een volledige hertekening van de schakeling. Men kan bijvoorbeeld de versterking beperken door een lokale tegenkoppeling van de anode van de 6L6 naar de anode van de eerste 6SL7 door middel van een weerstand van 1MΩ of meer. Een dergelijke tegenkoppeling verandert nauwelijks de kenmerken van de versterker. We hebben een long tail ingangstrap waarbij het verschil in versterking gecompenseerd wordt door de verschillende roosterweerstanden van de tweede trap. De tweede trap is eveneens een long tail die de drivertrap stuurt. De 6L6 is verwant aan de 807, maar werkt doorgaans met een lagere anodespanning. Er is geen instelling van de ruststroom in de eindtrappen. |
Publicités - Reklame