Buizenversterkers
Fase-omkeertrap
Anti flashover diode

De anti flashover diode vermijd dat bepaalde buizen defekt zouden gaan bij het inschakelen, als de voedingsspanning maximaal is maar de buizen nog niet geleiden.
-

-

Schakeling links: voortrap, fase-omkeertrap en mullardschakeling (de complete schakeling wordt een williamsonschakeling genoemd).

Sommige fase-omkeertrappen kunnen gebruikt worden zonder koppelcondensator als de anodespanning van de voortrap laag genoeg is (ongeveer 100V). Dit is de reden van de relatief hoge anodeweerstand van 180kΩ. De anodespanning van de eerste buis bedraagt ongeveer 1/3 van de hoogspanning, en dit is een geschikte spanning op het rooster van de fase omkeertrap.

Bij cathodyneschakelingen met directe koppeling zal in koude toestand (geen emissie) de spanning op het rooster stijgen tot aan de voedingsspanning door de anodeweerstand van de vorige buis (180kΩ). De cathode wordt aan de massa gehouden door de cathodeweerstand (47kΩ).

Als de buis onvoldoende warm is, is er geen electronenstroom en de spanning tussen de twee electrodes kan tot meer dan 300V stijgen (de onbelaste voedingsspanning). Deze spanning is te hoog en kan tot een flashover leiden die de buis kan beschadigen (overslag tussen cathode en rooster).

Vaak komt er cathodemateriaal los, en komt die terecht op het rooster, waardoor die ook electronen gaat uitsturen als het rooster warm wordt. Daardoor verloopt de instelling van de trap.

Uiteindelijk zal de buis defekt gaan door beschadiging van het rooster. Dit is zeker het gevel met frame grid buizen waarbij het rooster zeer dicht bij de cathode geplaatst wordt. Bij dergelijke buizen is ook de anodespanning meestal beperkt tot 160V.



Toch bestaat er een eenvoudige oplossing voor dit probleem, namelijk een halfgeleiderdiode die tusse cathode en rooster van de triode geplaatst wordt, met de anode van de diode aan het rooster. De diode is enkel in geleiding als de buis nog koud is en beperkt de spanning tot ongeveer +0.6V. Eenmaal dat de triode in geleiding komt bedraagt de spanning ongeveer -1.5V en de diode is niet meer in geleiding.

De diode heeft geen invloed op de geluidskwaliteit want die is niet in geleiding als de versterker normaal werkt. Men gebruikt een diode met een kleine inwendige capaciteit zoals een 1N4148. De stroom die geleverd moet worden is beperkt tot een paar mA en de spanning in de blokkeerrichting is beperkt tot enkele volts.

Het heeft weinig zin een diodebuis op die plaats te gebruiken (EAA91), want de buis moet ook eerst opwarmen. Wil je echt speciaal doen, gebruik dan een germanium-diode zoals de OA85 (met de "O" die "geen gloeispanning" betekende).

De halfgeleiderdiode is aangeraden zelfs indien de versterker uitgerust is met een voorgloeisysteem waarbij de buizen eerst gloeispanning krijgen en waarbij de hoogspanning pas na een minuut ingeschakeld wordt.

Publicités - Reklame

-