Buizenversterkers
Fase omkeertrap
 

Hoe je het zeker niet moet doen. Maar gelukkig staat er ook een schakeling die wel werkt.
-

-

Hier hebben we een voorbeeld van wat je zeker niet moet doen. Het is de typische realisatie van iemand die zijn computer opstart en een lampenversterker wilt bouwen en een schakeling tekent die op niets trekt. De schakeling lijkt wel te werken in een simulatieprogramma, maar zal niet werken in het echt.

De ontwerper dacht slim te zijn door de cathodespanning te stabiliseren door een reeks diodes. Maar de diodes hebben een lage dynamische weerstand (als de stroom sterker wordt, dan stijgt de spanning nauwelijks). Het is alsof de cathodes met de massa zouden verbonden zijn door een condensator, zodat de wisselspanning niet van de ene triode naar de andere kan gaan.

Wat is het gevolg? De bovenste triode zal enkel het audiosignaal op de ingang versterken, en de onderste triode zal het feedback signaal versterken. Dit kan een beetje werken met een versterker die in classe A werkt, beide buizen zullen een verschillend signaal versterken die dan een beetje gecombineerd wordt door de balanstransfo, maar het zal zeker geen hifi worden. Indien de versterker in classe AB werkt, dan heb je afwisselend, naargelang de fase, het audiosignaal (bovenste pentode in geleiding) of niets (onderste pentode in geleiding). En met veel storingen bij de overgang van de ene pentode op de andere.

Als je de roosters in de buurt van het massapotentiaal wilt houden moet je een negatieve spanning voorzien met een transistor, een (MOS)FET of een weerstand. Indien je een hoogspanning van 300V hebt is het eenvoudig om -150V te maken met een spanningsverdubbelaar. De nodige stroom is laag, hier heb je 5mA nodig.

Je mag geen negatieve spanning aanmaken die lager is dan 150V om de vernietiging van de buis te vermijden door een te hoge spanningsverschil tussen de cathode en de gloeidraad. De gloeidraad zit meestal rond de 0V en de cathodes op de negatieve spanning zolang de cathodes nog koud zijn.

Gebruik een NPN transistor voor hoge spanning (250V 100mA, de maximale dissipatie is hier ongeveer 1W) met een zo hoog mogelijke stroomversterking. De constante stroom voor de triodes wordt bepaald door de weerstand van 22kΩ en de deler bestaande uit de weerstanden van 120kΩ en 220kΩ. De cathodespanning hangt af van de gebruikte triodes: -6.5V voor een ECC82, -2.5V voor een ECC81 en -1.5V voor een ECC83.

Wat ook de gebruikte buis is, de spanning over de anodeweerstanden bedraagt altijd 80 à 85V want het is de transsitor die de stroom instelt.

Het is niet aangeraden om de tegenkoppeling (feedback) op de faseomkeertrap te laten toekomen. Dit is een deelschakeling waar teveel kan mislopen. Ik gebruik doorgaans een globale tegenkoppeling naar de voorversterkertriode (dat is de triode voor de fase omkeertrap), of in het geval van zware versterkers gebruik ik een beperkte globale feedback (max. 10dB) en een lokale tegenkoppeling van de eindtrap naar de cathode van de drivertrap.

Publicités - Reklame

-