De dubbele mullardschakeling is symmetrisch van begin tot einde, in vergelijking met een klassieke versterker heb je één buis meer nodig, maar de eigenschappen zijn veel beter. |
-
![]() Normaal hebben we een enkele niet-ontkoppelde cathodeweerstand, maar hier werden twee weerstanden gebruikt om de gelijkloop tussen de twee buizen te verbeteren, zelfs al gebruikt men buizen met verschillende caracteristieken. De koppeling tussen de twee cathodes gebeurt door de condensator van 4.7µF. De koppeling is de bepalende eigenschap van een mullardschakeling. Er is een globale tegenkoppeling die toekomt op de tweede ingang van de mullardschakeling, die ingang ligt normaal aan de massa. De tegenkoppeling is niet verplicht en de mate van tegenkoppeling kan ingesteld worden door de verhouding van de twee weerstanden te wijzigen. De kleine condensator verhoogt de stabiliteit, zijn waarde hangt af van de gebruikte uitgangstransormator (compensatie van de faseverschuiving).
Een instelbare weerstand maakt het mogelijk de anodespanning in te stellen op 150V, dan heeft men een zo hoog mogelijke sweep. Het wijzigen van de weerstanden heeft geen invloed op het dynamisch gedrag van de trap, want beide cathodes zijn met elkaar verbonden met een condensator van 10µF.
Dubbele mullardschakeling: symmetrisch van begin tot einde. Een extra voordeel van een symmetrische schakeling is dat de brom goed onderdrukt kan worden, omdat de brom op een zelfde manier invloed heeft op beide systemen. Om een zo perfect mogelijke gelijkloop te hebben, zelfs met buizen met verschillende eigenschappen moeten de buizen aangesloten worden volgens de kleurstip: dus een ECC83 als onderste trap van de cascodeschakeling, één ECC83 als de bovenste buis en één ECC81 als stuurtrap. De twee trappen trekken 7mA, ook de negatieve voeding moet die stroom kunnen leveren. De spanningen die aangegeven zijn zijn ±20% zoals bij alle buizenversterkers. De signaal amplitudes voor een nominaal vermogen zijn:
De condensator en de weerstand zonder waarde tussen de twee anodes van de voortrap dienen om de bovenste limiet van de bandbreedte te bepalen. De waarden moeten zelf bepaald worden (dit hangt af van de montage), begin met R = 33k en C = 100pF. Het beste is een skoop te gebruiken, geef een blokgolf van 100mV 10kHz op de ingang en controleer dan de hoeken mooi afgerond zijn zonder uitslingeringen. |
Links to relevant pages - Liens vers d'autres pages au contenu similaire - Links naar gelijkaardige pagina's