Radio
De SCR-536, één van de eerste walkie-talkies
Historiek
De SCR-536 is één van de eerste echt draagbare walkie talkies, die door de amerikanen gebruikt werd tijdens de tweede wereldoorlog
-

-

De SCR-526 werd ontwikkeld om communicatie mogelijk te maken tussen de verschillende legereenheden mogelijk te maken. Het is een eenvoudig toestel met een bereik van 1.5km. In de best mogelijke omstandigheden was het bereik 3km (op zee of als er direct zicht was).

De walkie talkie gebruikt amplitudemodulatie zodat het apparaat zo eenvoudig mogelijk kan gerealiseerd worden. De gebruikte frekwenties gaan van 3.5 tot 6MHz en de frekwentie kan ingesteld worden door het vervangen van de kristallen en bepaalde afgestemde kringen. Zender en ontvanger werken op dezelfde frekwentie.

De SCR-536 gebruikt 5 direct vergitte buizen. Een "A" batterij zorgt voor de gloeispanning (1.5V) en een "B" batterij van 103V zorgt voor de hoogspanning. De SCR-526 kon 24 uur werken, daarna moesten de batterijen vervangen worden.

Het voordeel van amplitudemodulatie is dat verschillende zenders simultaan op dezelfde frekwentie kunnen werken en de gesprekken toch verstaanbaar bleven. Bij FM blokkeert de sterkste zender de ontvangst van de zwakkere zenders. Maar AM is gevoelig voor storingen.

Dezelfde onderdelen worden gebruikt voor de zender en ontvanger, wat het geheel relatief compact maakt. De walkie talkie heeft slechts één knop, om over te gaan van ontvangen naar zenden (push to talk). Het inschakelen gebeurt door de antenne volledig uit te trekken.


Op deze site gebruiken we dezelfde kleuren voor alle funkties:
  • groen: radiofrekwent gedeelte
  • blauw: middenfrekwent gedeelte
  • rood: lokale oscillator
  • geel: automatische volumeregeling
  • paars; laagfrekwent gedeelte

Werking als ontvanger

We hebben eerst een radiofrekwente pentode. C7 zorgt voor de afstemming van de antenne en L2 zorgt voor de aftemming op de juiste frekwentie. Alle instellingen worden in de fabriek gedaan en het veranderen van de frekwentie kan gebeuren door het vervangen van de kristallen en enkele afgestemde kringen (deze componenten vormen modules die gemakkelijk uitgewisseld kunnen worden).

De mengtrap is een zelfoscillerende heptode, dit is een systeem dat vaak gebruikt wordt in batterijgevoede toestellen omdat men een extra triode kan besparen. Het antennesignaal komt binnen op het derde rooster terwijl het signaal van de locale oscillator op het eerste rooster toekomt. Het signaal op het rooster is voldoende sterk om het rooster positief te maken tijdens de positieve signaalpieken. Door de diodewerking van het rooster ontstaat er een negatieve spanning die gebruikt wordt voor de voorspanning van de audio eindpentode.

De twee schermroosters dienen als anode voor de oscillator (kristal M1). De frekwentie ervan ligt 455kHz boven de frekwentie van de zendkristal, de middenfrekwent trappen zijn afgestemd op 455kHz.

We hebben vervolgens een middenfrekwent pentode. De detectie gebeurt door de diode van de 4e buis, een audio voorversterkerpentode. De diode levert eveneens het AVR signaal (automatische volumeregeling).

De eindbuis is eveneens een pentode. De anodekring bestaat uit een smoorspoel. Als koptelefoon kan men zowel een kristal gebruiken (direct gekoppeld) of een dynamische koptelefoon (met impedantie aanpassingstransfo). Om beide soorten koptelefoons door elkaar te kunnen gebruiken wordt een zelfinductie als anodebelasting gebruikt. De eerste toestellen waren voorzien van een kristalkoptelefoon, dan is men overgegaan op een dynamische koptelefoon. Er is geen volumeregeling.

Tijdens de ontvangst is enkel de helft van de gloeidraad van de VT174 gebruikt (X is permanent gevoed, Y wordt gevoed tijdens het zenden en Z wordt gevoed tijdens de ontvangst). Daardoor kan het verbruik beperkt worden. Door de direct verhitte cathode wordt de correcte temperatuur binnen de seconde bereikt. De VT174 is vergelijkbaar met de DL92 die in Europa in draagbare radio's gebruikt werd. De DL92 werd snel vervangen door de DL94 en de DL96, en dan kwamen de eerste transistoren op de markt.

Werking als zender

De mengtrap wordt nu als enkelvoudige oscillator gebruikt, de frekwentie van M2 (zendfrekwentie) ligt 455kHz onder die van M1. Verschillende componenten van de ontvanger blijven in de kring maar hebben geen invloed.

Het signaal gaat naar de eerste pentode, die hier als zendpentode gebruikt wordt.

De audiovoorversterker wordt nu als microfoonversterker gebruikt.

De audio eindtrap wordt als modulator gebruikt, door de hoogspanning van de zendbuis te veranderen. De modulatie is heel elementair, maar voldoende voor een eenvoudige zender die enkel geschikt moet zijn om spraak over te brengen. Een deel van het audiosignaal wordt ook naar de koptelefoon gestuurd als monitor ("sidetone" zoals ook bij normale telefoontoestellen).

Men ziet dat men een eenvoudige zender kan realiseren met heel beperkte middelen. Toen we jong waren bouwden we allemaal radio zenders. Iedere keer dat ik les electronica geef, bouwen we een radiozender (met transistoren, niet meer met buizen). De leerlingen leren alles wat ze op school niet geleerd hebben.

De walkie talkie was voldoende voor de communicatie op korte afstand (de duitsers hadden geen draagbare zender-ontvangers). Het toestel woog 2.3kg met batterijen en was dus gemakkelijk draagbaar.

De SCR-300 was een complexer toestel en de ontwikkeling ervan duurde langer. Het was een toestel dat in FM werkte met een bereik van 4.8km. De geluidskwaliteit was beter, maar het toestel woog nu 15kg met de batterijen en moest op de rug gedragen worden. Vaak werd de SCR-300 bediend door een tweede soldaat.

Publicités - Reklame

-