Sitemap radio
Omroepmuseum van de VRT (Leuven)
De eerste triodes en ontvangers
Galenietkristal gebruikt in de eerste radio's (kristalontvanger)
Galeniet is een mineraal bestaande uit loodsulfide die gebruikt werd in de eerste radio ontvangers. Er was geen versterkertrap en men moest een gevoelige koptelefoon gebruiken.
Begin van de jaren 1960, de golden sixties in de Verenigde Staten, les Trentes Gorieuses un de franstalige landen. We waren eindelijk uit de zware beproevingen en de besparingen van de oorlog. Het doelpubliek is nu de jeugd, die aangezet moet worden om meer te kopen (we weten nu wat dit gegeven heeft...). Le transistorradios en de draagbare platenspelers vervangen de zware lampenradio. Maar om al die draagbare toestellen van stroom te voorzien zijn er batterijen nodig, veel batterijen.
De affiche is gemaakt voor de verdelers, zodat ze meer batterijen in stock nemen, want de omzet is in het laatste jaar verviervoudigd.
|
Volgende items worden besproken:
- Golflengte
- Alle zenders werken op verschillende frekwenties, zodat ze uit elkaar gehaald kunnen worden bij ontvangst. Niet alle frekwenties kunnen gebruikt worden voor de radio, de beschikbare frekwenties worden onderverdeeld in banden.
- Modulatie
- We hebben een programma dat we willen uitzenden, we hebben een frekwentie tot onze beschikking. Hoe kunnen we beide samenvoegen? Dat is de modulatie. De meest voorkomende modulatietechnieken worden besproken.
- Superhet en dubbelsuper
- Om een voldoende selectiviteit te hebben moeten er veel afgestemde kringen gebruikt worden. Bij het veranderen van een zender moeten al die kringen bijgesteld worden, wat voor problemen zorgt. Daarom zet men het radiofrekwent signaal om in een vaste frekwentie (middenfrekwent) die dan versterkt kan worden.
- Automatische volumeregeling
- De automatische volumeregeling (AVR) zorgt ervoor dat een zender altijd even sterk klinkt ongeacht het antennesignaal (dat soms kan veranderen door atmosferische omstandigheden).
- Enkele voorbeelden van radio ontvangers
- Zelfoscillerende mengtrap
De eerste superheterodyne radios van voor de tweede wereldoorlog gebruikten een zelfoscillerende mengtrap (octode) omdat de radio's toen belast werden naargelang het aantal buizen. Een buis die meerdere funkties kon vervullen was dus interessant. Nadien is men overgestapt op een triode-heptode die betere eigenschappen had.
- Triode-heptode als mengtrap
De eerste toestellen hadden enkel AM. De goedkoopste radio's waren zodanig ontworpen dat ze geen transformator nodig hadden. Door buizen uit de "U" reeks te gebruiken konden de gloeidraden van alle buizen in serie geschakeld worden (100mA gloeistroom).
- Ontvangers met FM band
Dan zijn er ontvangers op de markt gekomen die ook de FM band konden ontvangen. De geluidskwaliteit werd stukken beter.
- Tuners
Tuners zijn ontvangers zonder audio-gedeelte. De bedoeling is dat ze op een externe versterker aangesloten worden voor de sonorisatie van grotere ruimtes.
- Draagbare radio's (indexpagina)
Er werden speciale buizen ontwikkeld met een extreem laag verbruik. Deze buizen gebruiken allemaal direct verhitte kathodes, waardoor er speciale schakelingen nodig zijn.
- Volledig getransistoriseerde ontvangers
En uiteindelijk is het zover: een radio met enkel transistoren. Maar het geluid is zeer slecht en de ontvangst erbarmelijk.
- FM ontvangers met transistoren
Het zal nog meer dan 10 jaar duren vooralleer men over transistoren kon beschikken die voldoende hoog in frekwentie konden gaan zodat de radiotoestellen de FM band konden weergeven.
- Regeneratieve en superregeneratieve ontvangers
- Dit zijn ontvangers die in het interbellum gebruikt werden, voordat men definitief overstapte naar superhet ontvangers. Dezer ontvangers werden vooral door amateurs gebrouwd.
- Korte golf ontvangers
- Bepaalde omroepontvangers kunnen ook de korte golf ontvangen, maar er zijn ontvangers ontworpen die extra mogelijkheden hebben zodat de ontvangst van morse, NBFM en SSB mogelijk is.
- Enneode of nonode
- Een speciale buis die ontwikkeld werd voor de detectie van het FM geluid bij televisieontvangers, de EQ40 en EQ80. Men heeft ook geprobeerd de buis te gebruiken bij radio-ontvangers.
- Octode
- Een buis met een slimme constructie moet de triode-heptode vervangen als mengbuis (Telefunken had namelijk het patent op de triode-heptode). Na de tweede wereldoorlog vervielen de duitse patenten en konden alle fabrikanten dergelijke buizen gebruiken en was een octode niet meer nodig.
- Mengtrappen
- Om het antennesignaal in frekwentie te verlagen om die gemakkelijker te kunnen versterken in opeenvolgende trappen gebruikt men een mengtrap. De twee signalen die gemend worden zijn het antennesignaal en het signaal van de oscillator.
Tijdens de tweede wereldoorlog gebruikte men de eerste walkie talkies, de SCR-536 om te communiceren tussen de verschillende eenheden op het terrein. Het bereik was beperkt tot een paar kilometer, maar het toestel was goed draagbaar met een gewicht van 2.3kg met batterijen). Er werden 130.000 dergelijke toestellen gebouwd tijdens de oorlog.
Na de tweede wereldoorlog was het gewoon dat radiotoestellen in bouwkit aangeboden werden. Heb jij je eerste ifoon ook in bouwkit gekocht? Een deftige radio in bouwkit kostte toen meer dan 2000 frank (zonder FM, waarvoor je nog eens extra 1465 frank moest neertellen). Dit was ongeveer de helft van de prijs van een kant-en-klare radio, maar het was nog heel veel geld.
Een paar extra informatiepagina's waar we meer in detail gaan:
- De “poste de TSF” of lampenradio die uiteindelijk uitgerust werd met een stereo-decoder. De besproken radio is één van de laatste toestellen die nog met lampen uitgerust is en men gebruikte de meest performante buizen zoals de ECLL800: een volledige vermogenseindtrap in balanschakeling met slechts één buis. Voorwaar de voorloper van de eerste IC's...
Deze radio is dan weer de goedkopere uitvoering van een stereo toestel waarbij enkel de platenspeler stereo is. Als eindtrap gebruikt men een ELL80, een dubbele pentode voor stereo weergave.
- Bouw zelf uw eigen radio!
Een reflexontvanger is een ontvanger waarbij een transistor (of een radiobuis) voor twee funkties tezelfdertijd gebruikt wordt, namelijk het versterken van radio-frekwentie en audio frekwentie. Een reflexontvanger met buizen of met een MOSfet is ook mogelijk.
Met een paar afbraakonderdelen bouw je een radio die een luidspreker kan aansturen. Reflexontvangers werden vroeger vaak aangeboden als bouwdoos (ik spreek van de jaren '60). Een eigen radio was toen een luxe. En wat meer was: die radio, je had die zelf gebouwd! Kan de jeugd van tegenwoordig een MP-3 speler of een iPoot nabouwen? ik denk het niet.
- De geschiedenis van de stereofonie en hoe men stereo kan bijvoegen aan FM programmas's. De bedoeling was dat de oorspronkelijke FM uitzendingen volledig compatibel bleven. Stereo decoderschakelingen voor inbouw in bestaande radiotostellen zijn hier te vinden.
- Zelf op de middengolf is AM stereo mogelijk. Niet bij ons, maar in uitgestrekte landen, waar het groter bereik van de middengolf een pluspunt is.
- Extra radioprogramma's via eenzelfde FM-zender (kanaal) via SCA. Dit werd gebruikt om muzak te brengen in handelszaken. Enkel in de Verenigde Staten gebruikt.
- De DAB norm zou op termijn de FM norm vervangen. Maar het bereik van de steunzenders is te zwak (wegens de verkeerde keuze van een frekwentieband) en DAB komt maar niet van de grond. Het zou best kunnen dat DAB wordt stilgelegd en dat de mensen verder naar de FM blijven luisteren. Daar is echter wel verandering in gekomen in de laatste jaren.
- Bouw zelf een eigen FM antenneversterker in de vorm van een cascodeschakeling. Met de gebruikte transistoren (BF245C) kan die ook gebruikt worden voor DAB en DVB-T.
- Algemene informatiepagina over amplitudemodulatie: principe, voorbeeldschakelingen van zenders, analyse van skoopbeelden van de zender in werking.
Een weerstand van 2W en een nauwkeurigheid van 5% (kan u de kleurkode ontcijferen?) uit een radio van vòòr de tweede wereldoorlog.
|