Radio
Ontstaan van de radio 3: voorbeelden I
Historiek

De radio

De automatische volumeregeling in radio's zorgt ervoor dat het volume redelijk constant blijft, ongeacht de veranderingen in sterkte van het antennesignaal.
-

-

Een zender die zwakker ontvangen wordt geeft ook een zwakker audiosignaal na detectie. Alle zenders zouden dus een verschillend volume hebben als er geen correctiemaatregelen genomen zouden worden. Bij de AGC (Automatic Gain Control) wordt de versterking van de radio-trappen aangepast aan de sterkte van het signaal. Bij de detectie is het radiosignaal van een zwakke zender bijna even sterk als die van een sterke zender.

Een automatische volumeregeling garandeert natuurlijk niet dat ook het audiosignaal van de twee zenders even sterk is:

  • Bepaalde zenders gebruiken een sterkere modulatiediepte, waardoor de zender sterker doorkomt, maar ook overstuurd klinkt. Commercieele zenders moduleren zo sterk mogelijk en gebruiken daarbij ook nog een audiocompander om het gemiddeld audioniveau dicht bij het maximaal niveau te brengen.

  • Een aantal zenders gebruiken een gewijzigde modulatietechniek (controlled carrier) die de automatische volumeregeling in de war kan sturen.

In alle schakelingen worden volgende kleuren gebruikt:
  • groen: HF (hoogfrekwent antennesignaal)
  • blauw: middenfrekwent signaal
  • rood: oscillator gedeelte
  • geel: automatische gain regeling
  • paars: audio gedeelte

Automatische volumeregeling bij lampenradio's

Afbeelding 1:
Een radio uit 1935 (Philips 520A)

Het signaal voor de automatische volumeregeling (AVR) wordt naar de twee radiofrekwente buizen gestuurd. De bedoeling is dat de geluidstrekte even sterk is voor zowel lokale sterke zenders als voor veraf gelegen zenders. Dit doet men door de versterking van de radiobuizen aan te passen aan de sterkte van het gedetecteerd signaal. Natuurlijk moet er een afwijking zijn om die te kunnen corrigeren en er is nog altijd een verschil in geluidssterkte tussen zwakke en sterke zenders.

Vroeger werd de AVR "anti-fading" genoemd, de fading is het constant veranderen in sterkte van het antennesignaal door de propagatie van de radiogolven, het effekt is vooral 's avonds merkbaar.

Bij korte golf ontvangst kan de fading erg storend zijn door het het zwakker en sterker worden van het signaal ten gevolge van de alternerende additieve en destructieve menging (interferentie van straling die via verschillende wegen de ontvanger bereiken).

In de duurdere radiotoestellen (tegenwoordig zou men zeggen "high end") pastte men ook de automatische volumeregeling toe op de eerste audiotrap (daarvoor gebruikt men dan een pentode in plaats van een triode). Door deze schakeling is het mogelijk het constant varierend geluidsniveau zeer goed te stabiliseren. De fading is dan enkel nog merkbaar door het verschil in ruisafstand.

Automatische volumeregeling bij transistorradio's

Bij een sterker signaal wordt de polarisatie van de transistor verminderd. De collectorstroom en de versterking dalen. De gainregeling werkt maar op één MF transistor: er kan geen gainrereling toegepast worden op de de mixertrap want daardoor zou de oscillatiefrekwentie verschuiven en ook niet op de trap met de detectie, want er moet een minimaal vermogen geleverd worden om detectie correct te laten verlopen (de sterke zenders zoude anders zeer slecht klinken).

Afbeelding 2:
Regency TR1, de eerste transistorradio

Bij het begin van de transistorradios werd er soms ook positief geregeld: de eerste transistoren hadden een lagere versterking bij een hogere stroom. Door de hogere stroom werd de afgestemde kring ook meer gedempt.

Afbeelding 3:
Radio in bouwdoos met diodedemping

Omdat de automatische volumeregeling nogal beperkt is als die slechts op één transistor kan inwerken, heeft men een slimme oplossing bedacht. Door de veranderlijke polarisatie van de transistor verandert ook de collectorspanning. Daardoor komt er een diode over de collectorkring min of meer in geleiding. Door de sterkere demping van de afgestemde kring verminderd de versterking, met als extra bonus dat de bandbreedte groter wordt bij sterke signalen.

De automatische volumeregeling is enkel nodig bij AM uitzendingen (en dus ook bij televisie). Bij FM wordt de informatie in frekwentie gemoduleerd en speelt de amplitude van het signaal geen rol (als de descriminatorschakeling tenminste goed ontworpen is).

Publicités - Reklame

-